Wat de recensie van Tamarah Benima in het NIW betreft, waarover Lisette Lewin zich zo beklaagt, vond ik dat Benima vergeleken met de ontelbare storende fouten die Lewin had gemaakt, slechts het topje van de ijsberg had gesignaleerd. De recensie was relatief mild, vergeleken met de talloze essentiële fouten en onnauwkeurigheden die Lewin had gemaakt. De fouten waren verre van onbelangrijk, zoals Lewin beweert. Om maar kriskras nog enkele voorbeelden te noemen, die niet door Tamarah Benima werden vermeld. Bethlehem zou volgens de VN-resolutie een aparte, internationale enclave worden (sic). Onzin. Je reinste onzin is ook dat vrouwen in Bergen-Belsen (begin 1944) naakt op het appel moesten staan. De verdekte insinuatie dat prins Claus een nazi is, is gemeen. Ook al zou de door Lewin geïnterviewde persoon zoiets hebben beweerd, en Lewin dit hebben ontkend, dan nog is de vermelding van dat vraag-en-antwoordspel onkies en getuigt het van slechte smaak. E. en H. A. gingen niet naar Westerbork ‘om daar te werken’, maar werden daar als gevangenen tewerkgesteld. ‘Het was heerlijk weer en ze kregen genoeg te eten.’ Waarlijk een Erhohlungsort, zal de onnozele lezer denken! In 1943 doken Jaap en Loes definitief onder, maar een paar regels later dook Jaap weer op als leraar aan het Joods Lyceum! Een Guide Michelin over Israel? Bestaat niet!
Rubriek
Het joodse blaadje (4)
Als iemand wiens verhaal eveneens door Lisette Lewin in Vorig jaar in Jeruzalem is verwerkt, wil ik naar aanleiding van Joris van Casterens artikel ‘Het joodse blaadje’ (De Groene van 21 juli) opmerken dat Lewin mij woorden in de mond heeft gelegd met betrekking tot mijn vader, die ik nooit gezegd zou kunnen hebben. Ik heb indertijd ernstig overwogen Lisette Lewin aan te klagen wegens aantasting van goede naam en eer van mijn vader. Uiteindelijk heb ik daar vanaf moeten zien.
www.groene.nl/1999/33