Aan de tafel van tv-programma Buitenhof zat afgelopen zondag een keurige heer. Han Polman, commissaris van de Koning in Zeeland. Wat hij zei vloekte echter met zijn onberispelijke voorkomen. Hij sprak van ‘een geheime militaire operatie’ gericht tegen de Zeeuwen. ‘Dit is volstrekt onbehoorlijk bestuur’, zei hij zonder met zijn ogen te knipperen. ‘Ik voel me persoonlijk besodemieterd.’

Al sinds 2012 was hij met zijn provincie bezig zich voor te bereiden op de komst van de mariniers, die een nieuwe kazerne in Vlissingen zouden gaan betrekken. Maar vrijdag maakte het kabinet bekend dat de mariniers naar Kamp Nieuw-Milligen in Gelderland gaan, niet ver van de huidige kazerne. Dat wist staatssecretaris van Defensie Barbara Visser, met wie Polman nog tot vlak voor het kabinetsbesluit besprekingen voerde, al sinds eind november.

Polman hield zich voor de camera’s knap in toom – zijn mond was een streepje. Hij had Visser onlangs nog gevraagd of ze andere opties dan Vlissingen aan het verkennen was. Nee, loog de staatssecretaris. Sinds vrijdag weten we uit Kamerstukken dat Defensie dat al sinds juli deed. Liegen is voor een bewindspersoon een politieke doodzonde. Dat zou ook buiten het parlement moeten gelden.

Het vertrouwen tussen het rijk en de regio’s is geschaad

Dat de mariniers wegblijven kost Zeeland veel geld. In de Zeeuwse pers wordt het bedrag van 840 miljoen euro genoemd. En natuurlijk is er imagoschade: Zeeland, de provincie die zich liet piepelen door het rijk. Dit gaat verder dan de marinierskazerne. Het vertrouwen tussen het rijk en de regio’s is geschaad. Bij Buitenhof kwam Groningen ter sprake, waar het rijk na talloze beloften nog steeds geen behoorlijke compensatie geeft aan gedupeerden van de gasbevingen. ‘De emotie is hetzelfde’, zei Han Polman. ‘Hoe neem je je bevolking serieus?’ En in een eerder interview: ‘Ik denk dat na alles wat wij nu meemaken alle regio’s gewaarschuwd kunnen zijn.’

De militairen waren dat al. Ze voerden zonder morren ‘verpolitiekte’ missies uit zoals die in Kunduz, torsten zware bezuinigingen en verdroegen de laffe poging van het kabinet om burgerslachtoffers weg te moffelen na een correct uitgevoerde luchtaanval in Irak. Maar de verhuizing naar Vlissingen was een klap te veel. Er werd schamper gedaan omdat veel mariniers moeite hadden met verhuizen. Vergeten werd hoe belangrijk het is dat hun gezinnen te midden van een hecht netwerk van familie en vrienden wonen, omdat mariniers nu eenmaal gerede kans lopen te sneuvelen tijdens een uitzending. Toen bovendien duidelijk werd dat in Vlissingen nauwelijks geoefend kon worden, stemden de mariniers met hun voeten: massaal verlieten ze het Korps. De verhuizing werd afgeblazen toen Defensie begon te vrezen voor de inzetbaarheid van de elite-eenheid.

‘Zeeland’ staat niet op zichzelf. Groningen, de stikstofcrisis, de kinderopvangtoeslag, de heimelijke afschaffing van de dividendbelasting: telkens ‘vergeet’ het kabinet de menselijke maat in zijn obsessie met het nationale huishoudboekje. Groningers ruimhartig bijstaan kost veel geld; het naleven van stikstofbepalingen zou de landbouwwinsten drukken; het afschaffen van de dividendbelasting moest buitenlandse investeringen aantrekken. Het verhuizen van de marinierskazerne, niet te vergeten, begon als een slecht doordachte bezuinigingsmaatregel.

Om het vertrouwen te herstellen is een andere bestuursstijl onontbeerlijk. Eerlijk, menselijk, transparant en niet op de centen. Om te beginnen jegens Zeeland. Maar ook jegens Groningen, onze militairen en ons allemaal. Dat is niet alleen een kwestie van beschaving, maar ook van de juiste verhoudingen. Want het kabinet is niet in dienst van zichzelf, maar van de burgers.