‘Sinds 2007 werkte ik al elk jaar een aantal weken als psychiater in Midden-Afrika, via een Nederlandse hulporganisatie. Talloze keren werd ik uitgezonden naar Burundi: een straatarm, totaal vergeten land. Burundi had in die tijd maar één psychiater op twaalf miljoen mensen; Nederland telt 3700 psychiaters. Net als buurland Rwanda heeft Burundi een verleden van genocide: bijna iedereen heeft wel een trauma opgelopen. Dat komt lang niet altijd tot uiting: de meeste mensen zijn dag in dag uit bezig om eten te zoeken en te overleven.

Ik vond het vreselijk dat de Europese Unie in 2015 besloot om alle hulp aan Burundi te stoppen. Ook alle westerse ngo’s keerden Burundi de rug toe. Het land werd gewoon in de steek gelaten. Ik besloot mijn baan bij een Nederlandse ggz-instelling op te zeggen, zodat ik veel vaker naar Burundi kon: twee maanden op, twee maanden af. Niet om in mijn eentje ontwikkelingshulp te bedrijven. Ik wilde mijn psychiatrische kennis en ervaring delen met Burundese professionals, op een manier die niet bevoogdend is.

Sindsdien ben ik onbezoldigd in dienst van het enige psychiatrische ziekenhuis in Burundi. In ons team van artsen, psychologen en verpleegkundigen passen we inzichten uit de westerse psychiatrie toe op een Burundese manier. Het is steeds zoeken: wat werkt, welke behandeling past bij de problemen die we zien? Met EMDR, een in Nederland veel toegepaste traumatherapie, bereik je hier weinig. Psychotherapie werkt hier ook nauwelijks.

Maar anders dan in Nederland staan Burundese patiënten bijna altijd open voor adviezen; “je kan het zus of zo aanpakken, probeer dat nou eens.” Hoe ga je om met tegenslag? Hoe word je een sterker mens? Dat zijn dingen die Burundezen graag willen leren. Het is heel bevredigend om mensen op deze manier te helpen om hun eigen veerkracht weer terug te vinden en te versterken.

‘Mensen die voorheen verstoten werden, krijgen nu een kans op behandeling en genezing’

Regelmatig trek ik met een team van leraren de provincies in voor trainingen van artsen en verpleegkundigen. Ook leiden we maatschappelijk werkers in de bergen op om symptomen van depressie, psychose en epilepsie te herkennen en patiënten te verwijzen naar gezondheidscentra.

In Burundi kan ik leven van bijna niets. Ik woon in een klein dorpje; vaak is er geen stroom en op water moet je heel zuinig zijn. Maar ik voel me er veilig: de mensen kennen me, er wordt op me gelet.

Nog steeds zijn er mensen die totaal psychotisch, vastgebonden met touwen, door de politie bij ons ziekenhuis binnen worden gebracht. Maar het geloof in boze geesten en straffende voorouders wordt langzamerhand wel minder. Mensen die voorheen verstoten werden, krijgen nu een kans op behandeling en genezing. Vaak kan je binnen twee dagen al zien dat het heel gewone mensen zijn, die tijdelijk medicijnen nodig hebben en verder vooral op de juiste manier moeten worden bejegend. Als ik hoor dat ze contact willen houden met een van onze psychologen en willen leren hoe ze hun leven handiger kunnen inrichten, maakt me dat blij.

Mezelf overbodig maken, dat is mijn hoofddoel. Dat lukt aardig. Er zijn nu al vier psychiaters in Burundi. Steeds meer artsen en andere gezondheidswerkers herkennen psychiatrische ziektebeelden en hebben basiskennis over mogelijke behandelingen. Als ik morgen onder de tram kom, gaat mijn werk gewoon door.’

Amy Besamusca richtte met familie en vrienden Kennis zonder Grenzen op om projecten in Burundi te ondersteunen – kenniszondergrenzen.nl