Bijvoorbeeld: als je het wel en wee van het Komitee wilt beschrijven, dan zijn de Israelische ambassadeur in ons land, M. N. Bavly en de directeur van het Centrum Informatie en Documentatie Israel, R. Naftaniel, toch allerminst betrouwbare geschiedschrijvers. Hooguit vormen ze een eenzijdige bron. Dat kan interessant zijn. Vraag hun en het Komitee maar eens naar hun visie op het Palestijnse vraagstuk, dan zal de tegenstelling duidelijk zijn.
Volgens mij preken Bavly en Naftaniel de passie als ze zeggen dat ze tegenwoordig zo goed met Arafat en de PLO overweg kunnen. Bovendien heeft bovengenoemd tweetal zijn mening kunnen spuien over PLO, Arafat en het Komitee; oud- bestuursleden en voorzitters van andere afdelingen is slechts naar hun zegje over Arafat en naar hun kritiek op het huidige Komitee gevraagd. Het zittende Komitee is uitsluitend naar haar kritiek op Arafat en de huidige PLO gevraagd. Wat belette de journalisten om het huidige Komitee een reactie te vragen op andermans kritiek op haar functioneren? Dat was objectief geweest.
Den Haag, SONJA VAN WIER