Zou Theresa May hem al gezien hebben, de nieuwe film van Ken Loach? Begin november, tijdens het wekelijkse vragenuurtje in het Lagerhuis, had Jeremy Corbyn de premier geadviseerd om naar de bioscoop te gaan om I Daniel Blake te zien, bij voorkeur met haar minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Damian Green die de prijswinnende film, zonder hem te hebben gezien, ‘monsterlijk oneerlijk’ had genoemd. Geen wonder, want het drama gaat over, in de woorden van Corbyn, ‘geïnstitutionaliseerde barbarij’, over een man die verdwaald raakt in een kafkaësk labyrint dat tot doel lijkt te hebben om kwetsbare burgers zo veel mogelijk te vernederen.

Die man is Daniel Blake. Een 59-jarige timmerman uit Newcastle, gezegend met een rappe tong maar geplaagd door een zwak hart. Na een hartaanval maakt de weduwnaar voor de eerste keer in zijn leven kennis met de sociale dienst. Het loopt uit op een botsing. Hij dacht recht te hebben op een wao-uitkering. Immers, de cardioloog had hem bevolen nog een paar maanden rust te houden, totdat zijn hart weer goed functioneerde. Na het aantikken van wat hokjes denkt de keuringsarts van Atos er anders over. Zij acht deze klant gezond genoeg om te werken. Daniel wil de vragen graag toelichten maar alleen ‘ja’ en ‘nee’ zijn voorhanden, zo krijgt hij op bestraffende wijze te horen.

De postbode brengt een brief waarin staat dat hij geen wao-uitkering krijgt. Hij belt om beroep aan te tekenen en na anderhalf uur naar De vier jaargetijden van Vivaldi te hebben geluisterd, krijgt Dan een mens aan de lijn, een mens die hem vertelt dat hij pas beroep kan aantekenen als hij een telefonische bevestiging heeft gekregen van de immer onzichtbare Beslisser. De volgende halte: het aanvragen van een bijstandsuitkering. Dat stuit op verschillende problemen. Daniel heeft geen cv, geen computer en geen smartphone. Hij raakt verdwaald in de digitale wereld. Een medewerkster van het JobCentrePlus die hem wat extra aandacht wil geven wordt op het matje geroepen door haar baas.

Ondertussen heeft hij kennisgemaakt met Katie, een alleenstaande moeder van twee jonge kinderen. Zij woonden in Londen, maar nadat ze op een dag had geklaagd over een lekkage in de slaapkamer had de huurbaas ze uit huis gezet. Na twee jaar in een kamer van een pension te hebben gewoond, werden de drie door de sociale dienst naar Newcastle gestuurd. Londen is te duur voor de armeren.

Op weg naar de sociale dienst was Katie verdwaald geraakt zodat ze een paar minuten te laat op de afspraak kwam. Gevolg: afspraak geannuleerd en geen bijstand. Ze reageert boos en Blake schiet haar te hulp. Zodoende worden ze allebei door mannen met oortjes uit het gebouw gezet.

Met zijn handgeschreven cv gaat Dan langs bedrijven op een industrieterrein, maar de sociale dienst is niet tevreden en het leidt tot het bezoek van een deurwaarder, die vrijwel alles meeneemt. Alleen het gereedschap om hout mee te bewerken wil Dan per se houden. Het is zijn enige hoop. Met grote ogen kijkt hij naar zijn jonge buurman ‘China’, vernoemd naar het land waarvandaan hij via het internet sportschoenen laat importeren om ze met winst te verkopen. Dat is de moderne wereld. Daniel, daarentegen, is een man van gisteren, gedrenkt in de pap der tijden. Er is humor in de film, maar voor ironie is er geen plaats. Loach is bloedserieus. Dit is een feel bad movie, soms overgaand in een uitzending in de zendtijd voor politieke partijen. Labour. Old Labour natuurlijk, niet het New Labour van Tony Blair.

Met de camera doet Loach wat Dickens anderhalve eeuw geleden met de pen deed: het tonen van misstanden

Het is niet verwonderlijk dat veel bioscoopbezoekers snikkend naar de aftiteling kijken. De tachtigjarige cineast, die goed bevriend is met Corbyn, had weer een indrukwekkende prestatie geleverd, een film die een ereplaats zal innemen in de sociaal-realistische traditie van de Britse cinema. Het doet denken aan Mike Leigh’s Naked, Stephen Frears’ My Beautiful Laundrette en naar Loach’s eigen Cathy Come Home, een film uit de jaren zestig over een jonge moeder die gevangen raakt in een onmenselijk systeem. Tevens dwalen de gedachten af naar The Spirit of 45, een documentaire van Loach over de hoopvolle geboorte van de verzorgingsstaat na de Tweede Wereldoorlog, onder Corbyns voorbeeld Clement Attlee.

Dat optimisme is al lang verdwenen.

De sociale zekerheid is onder diverse regeringen met het jaar schraler geworden, een geliefd doel van bezuinigingen. Het laaghangende fruit. Mede door toedoen van de tabloids worden uitkeringsgerechtigden gezien als profiteurs, als luilakken die wel geld hebben voor wodka, sigaretten en een breedbeeldtelevisie, maar niet voor gezond eten en schoolboeken. De boeken van Theodore Dalrymple zorgen voor de filosofische onderbouwing van deze gedachte. Goed bekeken televisieprogramma’s als Shameless, Benefits Street en Skint – ook wel ‘Poverty Porn’ genoemd – hebben bijgedragen aan het negatieve beeld van de onderklasse, voorheen de arbeidersklasse.

Bij wijze van tegengif wil Loach een ander beeld tonen. Daniel Blake is een modelburger die zorgt voor zijn omgeving, naar klassieke muziek luistert tijdens het houtbewerken en geïnteresseerd is in de actualiteit. Hij drinkt noch rookt, uniek voor een Geordie. Ook Katie is een heilige, getuige haar ambitie zichzelf te verheffen middels een cursus aan de Open Universiteit. Dan en Katie vallen in de categorie ‘the deserving poor’, de minder bedeelden die moreel recht hebben op belastinggeld. Daar tegenover staan de ‘undeserving poor’: de armen die bewust een zooitje van hun leven maken en om die reden geen recht hebben op steun van de overheid. Het is een typisch Brits onderscheid.

Ook Ken Loach lijkt dat onderscheid te maken, maar in de film komt dat langzaam te vervallen. Katie gaat op dievenpad en gaat in een bordeel werken. Dan komt in aanraking met de politie omdat hij uit protest – en in wanhoop – in grote letters I DANIEL BLAKE op de muur van het banencentrum heeft geschreven, naast de boodschap dat hij er net zo lang zal blijven zitten totdat zijn beroep gediend heeft. De boodschap van Loach is klassiek links: mensen zijn in wezen goed, maar worden het slachtoffer van het systeem. Met de camera doet hij wat Dickens anderhalve eeuw geleden met de pen deed: het tonen van misstanden.

In de rechtse pers klonk er hoon. In The Daily Mail schreef Toby Young (saillant detail: zijn vader heeft de Open Universiteit opgericht) dat Loach een sentimenteel en geromantiseerd beeld van de armen heeft, een beeld dat heerst in de Labour-wijk waar hij woont: Islington. De film roept inderdaad vragen op. Krijgt Katie geen kinderbijslag om schoolspullen te kopen? Kan haar familie niet bijspringen? Heeft Blake tijdens zijn werkzame leven niet gespaard om een buffer op te bouwen voor moeilijke tijden? Bovendien zijn het vaak niet de mensen zonder werk die het het zwaarst hebben in Groot-Brittannië maar de mensen met onderbetaald emplooi, dit door de welbekende armoedeval.

Loach is echter geen boekhouder. Hij wil laten zien wat er gebeurt achter de glorieuze werkgelegenheidscijfers waar May en haar Conservatieve regering mee pronken. Het gaat hem om de werkwijze van de sociale dienst, de plek waar mensen zijn gereduceerd tot nummers. Tot klanten van een zo efficiënt mogelijk, beursgenoteerd bedrijf dat zegt te geloven in sociaal welzijn. Regels zijn hier altijd regels. Op papier is het doel om mensen aan het werk te helpen, maar in de praktijk komt daar weinig van terecht, al is het maar omdat er geen werk is. Helemaal niet voor een 59-jarige. Alles is gericht op ontmoedigen en disciplineren. De oude cineast kent zijn Foucault.

Het is een film over sociale onrechtvaardigheid die in het Verenigd Koninkrijk groter is dan in Nederland, al wordt die achterstand rap ingehaald dankzij het beleid van Mark Rutte, Stef Blok en hun collega’s in de partij van ‘harde werkers’. Terwijl de Britse regering honderd miljard uittrekt voor het vernieuwen van de nucleaire afschrikking vormen zich nette rijen voor voedselbanken en slapen ex-militairen, getraumatiseerd en al, op straat. In het afgelopen jaar zijn er in het hele land 950 sociale huurwoningen gebouwd. I Daniel Blake roept een bekende uitspraak van Tony Benn in herinnering: ‘In Groot-Brittannië hebben we de best beschermde daklozen ter wereld.’

Dat de film zich afspeelt in het noordoosten van Engeland is passend. Uit deze omgeving – Newcastle maar vooral het naburige Sunderland – kwamen de eerste sensationele resultaten tijdens het EU-referendum binnen. Uit protest tegen Londen, Brussel en de rest van de wereld bleken de Blakes van deze wereld massaal voor een Brexit te hebben gestemd. Premier May heeft beloofd het Broken Britain te gaan lijmen – net als haar voorgangers – en meer aandacht te besteden aan de blanke onderklasse, de verschoppelingen van het land. Een bezoek aan deze aangrijpende film zou een eerste stap zijn. Ze steunt er meteen de Britse cinema mee, geheel in de geest van Brexit.


I Daniel Blake draait nu in de bioscoop