Op de dag dat Nederland werd geteisterd door een zware westerstorm was hoogleraar Luuk van Middelaar op de Haagse Hogeschool de eerste gastspreker bij een tweedaagse internationale conferentie met de titel Tuning into the Noise of Europe. Als gevolg van de harde wind was het treinverkeer stilgelegd, waardoor Van Middelaar Den Haag vanuit zijn woonplaats Brussel alleen met een in allerijl ingehuurde taxi had weten te bereiken. Andere sprekers die met het vliegtuig vanuit elders in Europa hadden moeten komen, moesten verstek laten gaan.

Het lawaai van de windstoten en het net wel op tijd kunnen komen of juist moeten afhaken als gevolg van de storm: symbolischer voor de toestand van de Europese Unie had de conferentie niet kunnen beginnen.

Van Middelaar is tekstschrijver voor de voorzitter van de Europese Raad geweest, heeft daarvoor ook in Brussel gewerkt voor EU-commissaris Frits Bolkestein en is bovendien cum laude gepromoveerd op de geschiedenis van Europa. Hij kent de EU dus niet alleen als theoretische wetenschapper, maar ook vanuit de praktijk.

Zijn lezing had, vrij vertaald vanuit het Engels, als titel ‘De EU opnieuw uitvinden: nieuwe politiek, tegen-stemmen’. Alsof hij college gaf, leidde Van Middelaar zijn publiek van het vroege Europa, waarin regelgeving spanningen tussen landen had weten te de-politiseren, naar het nieuwe Europa dat opgeschrikt door de financiële crisis, de komst van veel vluchtelingen en de Brexit moet leren reageren op gebeurtenissen die keer op keer tot felle politieke discussies leiden.

Welke invloed heeft de tegen-stem van een klein land als Nederland als de Frans-Duitse as door dendert?

Met tegen-stemmen bedoelt Van Middelaar dan ook niet tegen de EU stemmen en voor een Nexit, maar het toelaten van politiek debat over Europa met alle verschillende stemmen en geluiden die daarbij horen. Ook de stem die een halt wil toeroepen aan bijvoorbeeld het federale Europa.

Zonder direct naar hem te verwijzen past minister-president Mark Rutte in het veranderingsproces dat Europa volgens Van Middelaar doormaakt. Aan het begin van de financiële crisis eiste Rutte dat er geen cent meer naar de Grieken zou gaan, omdat zij niet voldeden aan de strenge EU-normen. Uiteindelijk ging echter ook Rutte akkoord met een steunpakket. Omdat de EU meer is dan alleen regels, maar ook onderling waarden deelt, zou je met Van Middelaar kunnen zeggen.

Nu er in buurland Duitsland een coalitie staat aan te komen van cdu/csu en spd, een coalitie met een uitgesproken pro-Europees standpunt, zal Rutte met zijn nieuwe kabinet een standpunt moeten innemen tegenover de Europese plannen van deze Duitse regeringscoalitie en haar grote buur Frankrijk.

Voor de tegen-stemmen tegen die plannen hoeft het nieuwe kabinet niet ver te gaan. Binnen de vier coalitiepartijen vvd, cda, d66 en ChristenUnie lopen de ideeën al uiteen. d66 ziet, net als de Duitse spd, een federaal Europa wel voor zich, de andere drie zijn daar geen voorstander van. In het regeerakkoord is van een Europese federatie dan ook geen sprake, wel van een pleidooi voor actievere samenwerking op terreinen waar Nederland alleen niet veel kan bereiken, zoals migratie.

Maar welke invloed heeft de tegen-stem van een klein land als Nederland in Europa als de Frans-Duitse as door wil denderen? Waarmee zal Rutte dan dreigen? Een Nexit? Dat zou niet geloofwaardig zijn. Maar meebewegen richting een federaal Europa evenmin. Het is een duivels dilemma, dat om fel debat vraagt. Den Haag moet veel meer intunen op het lawaai van Europa.