Almere is op de tekentafel bedacht. Toeval bestaat er niet; elk mogelijk probleem heeft een van tevoren bedachte oplossing. Van de bewoners wordt verwacht dat zij zich schikken naar de voorschriften en zich gedragen als een voorbeeldig Lego-volkje. In de almaar groeiende stad, inmiddels meer dan 150 duizend zielen tellend, is nooit iets spontaan ontstaan. Niet voor niets werd een complete Amsterdamse ploeg overgekocht in een poging om betaald voetbal binnen te halen.

Allochtonen, waarvan Almere er nog niet zo veel had maar die vanwege een overloop uit Amsterdam steeds meer komen — binnenkort bereikt het percentage de dertig procent — schikken zich niet gemakkelijk in de Almeerse mal. Dat vreest althans woningbouwcorporatie Wonen voor Allen. «Autochtonen koes teren bijvoorbeeld hun voortuintjes», zei directeur Ron de Haas vorige week in Het Parool, «terwijl allochtonen die gebruiken als opslagruimte of plek om hun auto te repareren. Dat geeft fricties. Dus zeggen wij: geef mensen de keuze om in woonblokken te wonen waar mensen het heel gewoon vinden om aan hun auto te sleutelen.» Zijn ideeën heeft De Haas neergeschreven in een plan dat voorziet in de bouw van woonblokken, speciaal en exclusief voor allochtonen. Het plan wordt gesteund door twee andere Almeerse woningbouwverenigingen en door de politie. In Almere zijn de buurten gerangschikt op onderwerp. Tussen nu en een aantal jaren zal wat De Haas c.s. betreft ergens tussen de reeds bestaande Kruiden-, Literatuur-, Dans-, Film- en Muziekwijk («Ik woon in de Trompetstraat») de Allochtonenwijk verrijzen. Compleet met Turkenflat, Antillianenfort, Marokkanenhof en Surinamerpakhuis. De Haas denkt aan «enkele honderden allochtonen bij elkaar, met eigen voorzieningen». Dus in plaats van tuintjes speciale autoknutselplaatsen. Ze mogen er naar hartelust misdadig zijn en overlast veroorzaken, want dat gaat volgens De Haas ook gepaard met de komst van allochtonen. Over een onlangs uit de Bijlmer overgekomen groep Antillianen: «Een deel van die groep is crimineel en veroorzaakt grote overlast.»

Eind jaren zeventig legde de Amerikaanse architect Oscar Newman, die op uitnodiging van de gemeente Amsterdam was overgevlogen, een feilloos verband tussen woonomgeving, concentratie van etnische groepen en het ontstaan van sociale ellende en criminaliteit. Hij bestudeerde de Bijlmer-architectuur en noemde het een wonder dat er van moord en doodslag nog geen sprake was. Als de allochtonenwijk in de typische Almeerse getto architectuur wordt opgetrokken, kan het daar in Nederland wellicht alsnog van komen.