
Vladimir Poetin komt niet naar de wereld, de wereld komt naar Vladimir Poetin. Hoewel we over de Russische regering spreken als ‘het Kremlin’, komt de man om wie het Kremlin draait er nog maar zelden. De Russische president is doorgaans in Novo-Ogaryovo, het presidentiële buitenverblijf ten westen van Moskou. President Obama maakte de rit van een uur toen hij Moskou bezocht. De laatste twee jaar duurde een bezoek nog veel langer, omdat Poetins gasten een week in quarantaine moesten voor zij de ontsmettingstunnel door konden naar Ruslands leider. Omdat Poetin alleen gegarandeerd coronavrije mensen om zich heen wil hebben, is dat een kleine cirkel van oude getrouwen geworden.
Het geeft een vreemd perspectief om dat beeld naast het huidige internationale moment te leggen, waarop Russische troepen zich naar de Oekraïense grens verplaatsen en de VS en Groot-Brittannië waarschuwen voor een Russische invasie later deze maand. Die situatie wordt aangestuurd door een afgezonderd en machtig man. Het is verleidelijk om daar een stereotype van te maken van een zonderlinge meesterstrateeg die eenzaam over een grote tafel gebogen ‘geopolitiek 3D-schaak’ speelt, zoals wel is geschreven: iemand met buitengewoon strategisch inzicht, maar ook steeds meer vervreemd van de wereld.
Het is niet zozeer dat dit beeld niet klopt als wel dat het riskant is om de werkelijkheid te willen verklaren uit clichés. Om te verklaren waarom de crisis rond Oekraïne juist nu oplaait, helpt het meer om te kijken naar de politieke situatie vanuit het perspectief van Poetin en zijn adviseurs. ‘Vanuit hun optiek is het een gunstig moment om druk te zetten op Oekraïne’, zegt Mark Galeotti, Rusland-analist met een lange staat van dienst in academia.
In een telefonisch gesprek vanuit Londen loopt Galeotti de redenen daarvoor langs. ‘Ten eerste hebben Poetin en zijn staf de Oekraïense president Zelensky afgeschreven. Zelensky’s moedertaal is Russisch en hij is relatief populair in Russisch sprekende delen van Oekraïne, dus ze dachten aanvankelijk dat ze met hem overeenkomsten konden sluiten toen hij drie jaar geleden president werd. Ze hebben nu besloten dat ze niets met hem kunnen beginnen’, zegt Galeotti.
‘Ten tweede heerst in het Westen wanorde’, vervolgt hij. ‘De Amerikaanse democratie is in grote problemen en president Biden staat zwak. Er is een nieuwe, ongeteste Duitse regering, Groot-Brittannië worstelt met de Brexit en Boris Johnsons problemen, en de Franse president Macron zet met zijn pogingen om de leidende staatsman van Europa te worden spanning op de hele transatlantische relatie tussen de VS en Europa.
Ten derde houdt Poetin met alles wat hij doet een schuin oog gericht op 2024. Dan loopt zijn vierde termijn als president af en komen er nieuwe verkiezingen. Westerse commentaren richten zich vaak op de internationale situatie, maar de binnenlandse situatie is voor Poetin een belangrijkere factor in zijn beslissingen. Het is in dat opzicht gunstig dat militaire actie niet populair is bij de Russen. Maar als je ervan overtuigd bent dat het in de komende jaren sowieso tot oorlog gaat komen, dan is het misschien beter om het maar snel te doen dan dichter tegen de verkiezingen aan. Ik zie jammer genoeg tekenen van die redenering in het Russische leiderschap.’
Een verre blik, een aantal jaren vooruit, geeft meer redenen om de huidige crisis serieus te nemen. ‘Poetin is 69 en kan in theorie nog een lange tijd regeren’, zegt Galeotti. ‘Maar hij is duidelijk bezig met zijn plaats in de geschiedenis, en vanuit dat oogpunt is het niet verkeerd om bepaalde dingen die je graag wil te doen als je er de mogelijkheid toe hebt. Want dat blijft misschien niet zo. Het Westen kan zich herpakken, of de binnenlandse situatie kan veranderen. In dat opzicht heeft het huidige moment iets van een window of opportunity dat zich op termijn weer lijkt te gaan sluiten. Dat betekent niet dat Rusland inderdaad iets tegen Oekraïne zal ondernemen. Maar Poetin is nu in een relatief sterke positie en hij is in staat om het beleid uit te voeren zoals hij dat wil.’
Er zijn meer tekenen dat dit de overheersende gedachte is in Moskou. Zo schreef Dmitri Trenin, directeur van het Moskouse Carnegie Center en een nog altijd goed geïnformeerde voormalige kolonel in de Russische geheime dienst, dat ‘als Poetin zich gedraagt alsof hij de bovenliggende partij is in deze confrontatie, dat komt doordat hij dat inderdaad is’.
Feit is echter dat de Russische regering nog steeds wil praten, vooral met de Verenigde Staten, maar ook met andere landen. Verschillende Rusland-analisten menen dat het belang daarvan in veel westerse landen wordt onderschat. Rusland heeft afgelopen herfst met groeiende nadruk gevraagd om een topontmoeting met de VS en onderhandelingen over Ruslands veiligheidseisen, maar de VS wimpelden dat maandenlang af. Pas na grootschalige troepenverplaatsingen ging Biden akkoord met een (virtuele) topontmoeting, maar nog altijd weigeren de VS over bepaalde Russische eisen te praten. Afgelopen vrijdag nog beklaagde Poetin zich hierover bij de Franse president Macron.
‘Poetin heeft zich daarom gekeerd tot heavy-metal-diplomatie’, zegt Anna Arutunyan over de tanks en wapens waarmee de Russische president zich op de internationale agenda zet. Arutunyan is een Russische journalist en schrijver van The Putin Mystique: Inside Russia’s Power Cult, een pakkend en origineel boek over de politiek en psychologie van Poetins regime. Het afhouden van gesprekken was een vergissing, zegt Arutunyan in een telefonisch gesprek vanuit Moskou. ‘Mijn advies aan functionarissen uit westerse landen is altijd: blijf met Rusland praten. Stoppen met praten als een vorm van straf is een heel gevaarlijke tactiek, die bij Poetin nog nooit heeft uitgepakt zoals de Verenigde Staten het zouden willen. Ook nu niet.’
Goed begrip van de huidige situatie begint met de erkenning dat Poetin een reactief politicus is, zegt Arutunyan. ‘In het Westen wordt Poetin soms gezien als een gokker of als iemand met een onwrikbaar einddoel. Maar de kern van Poetins internationale politiek is dat hij reageert op de mogelijkheden die hij ziet. Als die mogelijkheden hem niet bevallen, zal hij proberen een andere situatie te creëren, waarin zich andere mogelijkheden aandienen. Hij creëert nu voor zichzelf andere opties, waaronder een inval in Oekraïne. Dat betekent niet dat hij voor die optie zal kiezen. Ook de politieke en diplomatieke situatie verandert, en Poetin zal handelen naar wat hij voor zich ziet.’
Belangrijk hierbij is dat Poetin volgens Arutunyan een verandering in de bestaande situatie wil forceren. ‘De status quo is in Poetins ogen erg kostbaar voor Rusland’, zegt ze. ‘De delen van Oost-Oekraïne die onder Russische controle staan, Loehansk en Donetsk, zijn afhankelijk en instabiel, en niemand erkent ze als legitieme deelrepubliek. Volgens de Minsk II-akkoorden zou Oekraïne ze weer integreren in het land, maar dat gebeurt niet. En ook Oekraïne zelf ontwikkelt zich volgens een traject dat Poetin ongunstig beschouwt voor Rusland. Meer dan de internationale situatie heeft dat het huidige moment voortgebracht.’
Arutunyan denkt niet dat het op oorlog uit zal lopen. ‘Oorlog heeft voor Rusland heel hoge risico’s. Voor Poetins regime zou het zelfs een existentieel gevaar zijn’, zegt ze. ‘Zelfs Poetins hardline-adviseurs, die menen dat het Westen erop uit is om Rusland te vernietigen, zijn niet voor een oorlog in Oekraïne. Dat betekent niet dat het niet kan gebeuren, maar niet als vooropgezet plan.’
Die onzekerheid maakt dit een vreemd moment, een soort gewichtsloze situatie die verschillende kanten op kan vallen; zo’n situatie die achteraf vaak eindeloos wordt bestudeerd als het toch misgaat. Het doet er duidelijk toe wat landen in deze situatie doen, het Westen zit niet op één lijn. In Nederland, de VS en sommige andere westerse landen is er veel kritiek op Duitsland, dat een meer eensgezinde en hardere westerse koers tegenhoudt.
De kritiek is onterecht, vindt Mark Galeotti. ‘Het Duitse beleid is juist opvallend consistent geweest in deze hele crisis’, zegt hij. ‘Hoewel er een regeringswissel is geweest, is Duitsland altijd op het standpunt blijven staan dat militaire druk niets oplost en dat het gelooft in dialoog. Het is natuurlijk heel prettig voor Rusland dat Europa’s machtigste land zo redeneert in deze situatie. Maar vergis je niet: de Russen nemen Duitsland zeer serieus, en dat geldt niet voor elke gesprekspartner. De Duitse regering spreekt behoedzaam, maar áls de Duitsers praten, dan wordt er in Moskou goed geluisterd. De Russen weten dat Duitsland bepaalde drukmiddelen heeft die het niet licht zal gebruiken, maar die niet uitgesloten zijn. Duitsland heeft juist een heel nuttige functie tegen lichtvaardigheid en overreactie door Europa. Mensen die oordelen dat Duitsland zwak is, zitten er compleet naast.’
De rust die er in het Duitse beleid zit, zou Galeotti graag bij andere landen zien. ‘Ik zie veel hysterische reacties in westerse landen, met name in Washington. Het is verbazingwekkend om te zien dat zelfs vanuit Oekraïne zelf tot rust wordt gemaand. Jarenlang riepen juist de Oekraïners dat de Russen volgende week woensdag gingen binnenvallen en dat ze onmiddellijk hulp moesten krijgen. Nu zie je Oekraïense politici, militairen en inlichtingenofficieren expliciet richting Washington en Londen zeggen: zeg, kunnen jullie alsjeblieft wat minder hoog van de toren blazen? Het heeft ook allemaal weinig zin, want het Westen heeft weinig militaire drukmiddelen. Praten is de enige goede weg nu; de enige snelle oplossing is dat de kanonnen gaan vuren.’
Rust, en ook dialoog, omdat de situatie waarin Poetin weinig mensen ziet en spreekt bepaalde risico’s vergroot. ‘Uiteindelijk gaat het erom wat er logisch uitziet voor die 69-jarige man aan die tafel in zijn buitenverblijf, en de kleine kring vertrouwelingen om hem heen’, zegt Galeotti.
Hij is in dat opzicht niet gerust over Poetins minister van Defensie, Sergej Sjojgoe. ‘Bij de Russische inval in Afghanistan, in 1979, was de militaire top fel tegen een invasie. Zij voorzagen alle problemen die er ook zouden komen’, zegt Galeotti. ‘Maar alle negatieve informatie werd bij de sovjetleider weggehouden door de minister van Defensie, die een vals, rooskleurig beeld doorgaf. Nu is die minister Sjojgoe, een relatief late binnenkomer in Poetins cirkel van oude getrouwen, en een uitgesproken havik. Wat als hij Poetin blijft vertellen dat de Oekraïners hunkeren naar bevrijding van hun etno-fascistische regime en dat de lichten op groen staan? Ik denk nog steeds dat oorlog niet waarschijnlijk is. Maar ik maak me meer zorgen over welke informatie Poetin bereikt dan over wat de Duitsers wel en niet zeggen over gasleiding Nord Stream 2.’