Vier vrouwelijke wetenschappers betreden Area X, een gebied bedekt door een elektromagnetisch veld waar geen mensen wonen, althans niet zoals wij die kennen. Onderweg naar een vuurtoren bij de zee stuiten de onderzoekers in de dichtbegroeide bossen op onverklaarbare natuurkundige verschijnselen: een alligator vermengd met een haai; een beer gekruist met diverse diersoorten, en plantengroei in de vorm van menselijke lichamen. Wat de vrouwen aantreffen, is de echte wereld, maar dan radicaal anders.
Na allerlei dramatische ontwikkelingen zijn we een paar maanden verder, in het derde boek van Jeff VanderMeers Southern Reach-trilogie. De enige overlevende van de expeditie is terug in hetzelfde gebied, maar nu samen met een man die ‘Control’ heet. Hij werkt voor de Southern Reach, een militair-wetenschappelijke organisatie die moet uitpluizen wat er in Gebied X aan de hand is. Control probeert te begrijpen wat hij ziet: ‘Gaat het hier om de ultieme vernedering van de mens? Dat bomen en vogels, vos en konijn, wolf en hert (…) een punt bereiken waarop ze ons niet eens opmerken, aangezien wij getransformeerd zijn?’
De vrouw, inderdaad veranderd en inmiddels Ghost Bird geheten, merkt dan op dat de natuur niet verschilt van steden gebouwd door mensen. In beide domeinen voltrekken zich identieke processen: invallende species integreren met of verdrijven inheemse soorten. Het landschap dat je hier in Gebied X om je heen ziet is eigenlijk hetzelfde als dat waar een wolkenkrabber naast een oude kathedraal staat. Maar, zegt zij cynisch tegen Control: ‘Je gelooft al deze onzin toch niet?’
Hiermee vangt Ghost Bird precies wat er gebeurt met lezers van de Southern Reach-romans uit 2014 en kijkers naar Annihilation, Alex Garlands verfilming van het eerste deel van de trilogie. Aan het einde is het overheersende gevoel: dit is vréémd, misschien wel klinkklare nonsens, maar mogelijkerwijs is het geniaal. Deze onzekerheid, aanwezig vanaf de eerste tot de laatste minuut van de film, was de reden waarom de studio Paramount zijn vingers niet wilde branden aan een grote bioscooprelease, waardoor Annihilation in Europa slechts op Netflix te zien is. Immers, als het hoofdpersonage al het verhaal waarin ze zich bevindt als ‘onzin’ bestempelt, hebben wij kijkers dan een kans het te begrijpen?
Het antwoord is: ja. Annihilation is ontregelende cinema, een nachtmerrie-achtige vertelling over onze plaats op een snel veranderende aarde. De roman is een van de eerste literaire werken over het Antropoceen, het geologische ‘tijdperk van de mens’ waarin de invloed van ons gedrag op de ecologie en atmosfeer voor het eerst onomkeerbaar is geworden.
Garlands verfilming borduurt voort op dit idee. In Gebied X ervaren de wetenschappers op expeditie een overweldigend gevoel van melancholie wanneer ze zich realiseren dat de mensheid haar traditionele plaats in het ecosysteem aan het kwijtraken is. ‘Natuur’ is overal, maar in een gemuteerde vorm. Ook mensen, niets meer dan het resultaat van celdeling, kunnen ingrijpend veranderen. Zo is het verhaal een wrang uitvloeisel van de nieuwe geologische tijd, wat de schrijver Robert MacFarlane de ‘hoogmoed van het Antropoceen’ noemt: ‘In plaats van dat de natuur door ons toedoen uit de wereld verdwijnt, maakt de natuur ons tot postmenselijk.’ Dit komt mooi naar voren in een scène in de film waarin een van de vrouwen merkt dat er iets op haar huid aan het veranderen is: takjes met groene bladeren groeien aan de binnenzijde van haar voorarm uit het zachte vlees.
Dé ‘filosoof-profeet van het Antropoceen’ is de Brit Timothy Morton, een man die weird nog vreemder maakt als hij praat over de ecologische toekomst. Wie Morton leest denkt onwillekeurig dat hij het goed met romancier VanderMeer zal kunnen vinden. En dat klopt ook. In een tweegesprek gepubliceerd in The Los Angeles Book Review blijkt dat hun denken een samenkomst vormt van ideeën die ze min of meer afzonderlijk van elkaar hebben ontwikkeld: de filosofie van de dark ecology en het nieuwe literaire genre van de new weird. Het eerste betreft Mortons zienswijze dat we ons erbij moeten neerleggen dat de aardse ecologie er een wordt zonder natuur en dat de plaats van de mens hierin miniem zal zijn. Het tweede is, in het geval van VanderMeers werk, een literaire kristallisatie van die gedachte: doordat de mens zijn traditionele rol kwijt is geraakt, kan er van normaliteit geen sprake meer zijn.
Weird, dus. Op het oog nonsens, om met Ghost Bird te spreken, maar voor wie goed leest en kijkt: briljant. Vast staat wel dat het allemaal verleidelijk en fascinerend is. Wat er met ons gebeurt als we Annihilation in roman- en filmvorm meemaken, resoneert in dat tweegesprek. VanderMeer: ‘Ik houd van dingen die geankerd zijn én ervoor zorgen dat ik de weg kwijtraak.’ En Morton: ‘Soms is er iets aan de hand, maar dan kan ik mijn vinger er niet op leggen.’
En zo gaan ze nog lang door. Het ‘nieuwe vreemde’ dekt in ieder geval de lading. De trilogie – Annihilation, Authority en Acceptance – kun je met geen mogelijkheid lezen zonder je eraan over te geven dat je verdwaald bent, net zoals de wetenschappers die Gebied X betreden om te kijken wat er aan de hand is. Regisseur Garland, opgezadeld met de onmogelijke taak om het literaire weird toegankelijk te maken, omschrijft zijn benadering tot het bronmateriaal als volgt: in de film gaan we van ‘suburbia naar de psychedelica’ in een spiraalvorm waarin het bekende progressief raadselachtig wordt.
Een houvast biedt bioloog Lena (Natalie Portman) die rouwt om haar man Kane (Oscar Isaac), een militair die is omgekomen tijdens een expeditie naar Gebied X. Haar verdriet is menselijk en invoelbaar, evenals haar respons als Kane op een dag in haar appartement verschijnt, ogenschijnlijk springlevend. Lena wil hierin geloven, maar ze voelt net zoals wij aan dat zoiets onmogelijk is. Met Kane is er iets aan de hand, maar wat? Een uitweg biedt de Southern Reach-organisatie die Lena in de gelegenheid stelt antwoorden te gaan zoeken in Gebied X. Met het groepje vrouwelijke wetenschappers, onder leiding van de psycholoog dr. Ventress (Jennifer Jason Leigh), vertrekt ze naar het gebied terwijl Kane achterblijft, zodat wetenschappers hem kunnen onderzoeken.

De ‘nieuwe mens’ is de onzekere hoofdfiguur in het recente werk van de Brit Alex Garland. Zijn scripts voor de verfilmingen van Kazuo Ishiguro’s futuristische Never Let Me Go (2011), over klonen en orgaantransplantatie, en van de filmversie van de postapocalyptische sciencefiction-stripklassieker Dredd (2012) waren een goede voorbereiding voor zijn grote doorbraak als cineast drie jaar geleden met Ex Machina, waarin de hoofdpersoon verliefd wordt op een kunstmatige-intelligentie-wezen.
Als de dodelijke ernst waarmee Garland ons meeneemt naar de nieuwe tijd niet verstikkend werkt, dan komt dat doordat we daar simpelweg geen tijd voor hebben terwijl we van de ene verbazing in de andere vallen: er gebeurt… wát? Dat hert… heeft groene blaadjes groeien op zijn gewei? Grote structuren van kristal als kunstobjecten gemaakt door de natuur op het strand naast een toren omgekeerd gebouwd in de aarde, met muren waarop draderig laagveen… woorden vormen?
Op het moment dat duidelijk is dat de expeditieleden besmet zijn door deze bizarre omgeving begin je te vrezen voor je eigen integriteit als kijkend mens, bijna alsof blootstelling aan dit new weird-verhaal transformerend werkt. Dat is misschien niet eens ver van de waarheid: filosofen en schrijvers als Morton en VanderMeer benadrukken dat het Antropoceen nieuwe vormen van kunst en literatuur zal voortbrengen om een geëvolueerd bewustzijn van het menselijke uit te drukken. De vraag is: ga je mee hierin? Je kunt afhaken tijdens het kijken naar Annihilation en het lezen van de Southern Reach-trilogie, zo vreemd is het allemaal, maar uiteindelijk gebeurt precies het tegenovergestelde: film en boeken komen binnen, ze infecteren je, want wat we hier zien en meemaken is nog niet eerder vertoond.
Het mooist blijkt dit in de apotheose waarin Lena de confrontatie aangaat met een entiteit die de ‘ziel’ van Gebied X vormt. Garland wijkt hierin radicaal af van de eerste roman en gebruikt elementen uit de rest van de trilogie. Zo zien we hoe Lena verandert in Ghost Bird (uit de derde roman), vormgegeven in een experimentele dans door de Israëlische choreograaf Bobbi Jene Smith. Dit is weirdness verbeeld. Een nieuw mens ontstaat: Lena’s duplicaat (ballerina Sonoya Mizuno, gehuld in een zilveren pak, haar gezicht blanco) volgt haar op de maat van atonale muziek.
Iedere beweging die ze maakt is gespiegeld in die van het wezen-in-wording. De dans is nihilistisch, tegelijk afschuwelijk en fascinerend. Lena probeert te ontsnappen. Ze kan een deur niet openen, waardoor haar dubbel haar vastdrukt. Ze wordt verdelgd door haar nieuwe zelf, een bevestiging van de melancholie van de postmenselijke transformatie, het eindpunt van de vernietiging, de annihilation.
Wat er hierna met Gebied X gebeurt, is niet duidelijk in Garlands film. Ook in VanderMeers romans is het einde open, maar eigenlijk zijn er geen geheimen meer (de laatste roman heet niet voor niets Acceptance). De verteller plaatst ons in het hoofd van Lena/Ghost Bird die een ander personage, Southern Reach-functionaris Grace, geruststelt: waarom bang zijn voor wat je niet kunt voorkomen? We hebben het allemaal overleefd. Jij en ik, Grace, zijn een ‘soort bewijs’ en we hoeven niemand te waarschuwen voor wat dan ook. De wereld gaat door, zegt Ghost Bird, ook al is ze uit elkaar gevallen. Ze lijkt op de oude, maar er is iets vreemds aan haar, iets radicaal anders. Net als de mensen die ermee in aanraking komen. Aanvaard dit nu maar.
Annihilation is nu te zien op Netflix; de Nederlandse vertaling van de Southern Reach-trilogie wordt uitgeven door De Bezige Bij