
‘Radicalisering en deradicalisering wordt gezien als het wisselen van een T-shirt. Ik denk dat je het beter kunt vergelijken met het ondergaan van een geslachtsoperatie. Omdat het echt betrekking heeft op de kern van wie je bent.’ Dit zei Jason Walters afgelopen weekend bij het radioprogramma Argos. Walters, die zaterdag ook een groot interview aan de Volkskrant gaf, is een voormalig jihadist en oud-lid van de Hofstadgroep en is na een gevangenisstraf van vijftien jaar en lang studeren radicaliseringsdeskundige, en geen moslim meer.
Hij zat twee derde van zijn straf uit, waarvan een groot deel op de speciale Terroristen Afdeling van de gevangenis in Vught. Eerst radicaliseerde hij daar verder, maar na een aantal jaar kreeg hij steeds meer twijfels over zijn geloof. Die ommekeer werd hem niet in dank afgenomen door medegedetineerden op de afdeling. Het leverde discussies op ‘op leven en dood, oorlogvoering bijna’ omdat zijn vroegere vrienden probeerden zijn twijfel tegen te houden.
De interviewster van Argos was verbaasd toen hij vertelde dat de gesprekken plaatsvonden als Walters en zijn vroegere vrienden van de Hofstadgroep uit hun cel waren. Walters: ‘We zaten samen vast.’ Vervolgens lachend, omdat de interviewster het niet kan geloven: ‘Ik zat met ze op de afdeling.’
Na de moord op Theo van Gogh ontstond er, onder politieke en maatschappelijke druk, een speciale Terroristen Afdeling in Vught. De overheid was bang dat gevangenissen broeinesten van radicalisering zouden worden, zo valt te lezen in een onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen in 2011. ‘Om dit te voorkomen werden terrorismeverdachten geconcentreerd in een uitgebreid beveiligde afdeling met een strikt regime.’
Een van de mensen die daar vastzat is Hardi N., die vorige week is opgepakt omdat hij het brein zou zijn van een groep die een grote terroristische aanslag wilde plegen tijdens een evenement in Nederland. Hij werd vorig jaar in hoger beroep veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 21 voorwaardelijk, omdat hij in 2014 wilde uitreizen naar Syrië om zich daar aan te sluiten bij een jihadistische organisatie. Achteraf kun je zeggen dat hij daar aanpassingsgedrag vertoonde waardoor de reclassering constateerde dat er bij ‘de verdachte twijfels ontstonden over de juistheid van zijn eigen kennis en opvatting over het geloof’. Onzin, zo bleek afgelopen week.
De discussie over wel of geen extra strenge afdeling met alleen maar terreurverdachten laat zien hoe complex het is, de omgang met en aanpak van extremisten die geweld niet schuwen. In 2011 concludeerden de Groningse onderzoekers dat de afdeling ‘overbodig is en zelfs averechts kan werken’ en vorig jaar kwam Amnesty met een rapport waarin de afdeling als ‘inhumaan’ werd bestempeld, al was daar ook veel kritiek op.
Zeker voor wie een korte straf uitzit voor terrorisme is ‘Vught’ een slechte omgeving, vindt bijvoorbeeld hoogleraar terrorisme en contraterrorisme Edwin Bakker. In Trouw zei hij een dag na de arrestatie van Hardi N.: ‘Wie in een gewone gevangenis moet zitten, krijgt minder status. Een korte straf die ook nog eens als heel stoer wordt ervaren: de gebeurtenissen van gisteren laten zien dat we dat moeten heroverwegen.’ Bakker ziet wel de voordelen van langgestraften op een speciale terroristenafdeling. ‘Je vermijdt het risico van heel charismatische jihadisten die in een gewone gevangenis andere gedetineerden meetrekken.’
Een opvallende medestander voor die laatste theorie is Jason Walters. Hoewel de discussies tussen hem en zijn medegevangenen op de terroristenafdeling ervoor zorgden dat ‘iedere vorm van sociale interactie bestond uit strijd en discussie’ en hij in een sociaal isolement kwam, is hij een voorstander van de afdeling. Hij sluit niet uit dat er daardoor aanslagen zijn voorkomen.