Fraai, oranje licht. De huid van Iggy Pop, dat is een kunstwerk op zich. Die huid is van leer, en omspant al die oude spieren van dat pezige lijf dat ieder optreden van Pop tot een fysiek spektakel maakt. In lichamelijke vitaliteit is Iggy Pop het tegenovergestelde van Michel Houellebecq, die er de laatste jaren uitziet alsof het verval van de westerse samenleving dat hij zo graag beschrijft is begonnen bij zijn eigen lijf.

Maar we kijken niet naar de schrijver, we kijken naar de popster, en we hóren de schrijver, voorgedragen door de popster. Zeker op zijn laatste albums zijn ze prachtig; de momenten waarop Iggy Pop het zingen vervangt door voordragen, waar hij kiest voor spoken words. In de openingsminuten van To Stay Alive wordt nog eens duidelijk waarom: zijn stem is diep, geleefd, en ademt een poëtische kant van rock-’n-roll uit. Pop richt zich rechtstreeks tot de camera, met die vuurvliegjes van ogen van hem, en citeert Houellebecq: ‘The first step for the poet is to return to the origin. That is: to suffering. All suffering is good. All suffering is useful. All suffering is a universe.’

Het is het moment dat Anne-Claire wordt geïntroduceerd, een 31-jarige Française, die vertelt over haar getroebleerde leven. Haar beroep is receptioniste, maar ze voelt dat ze de ziel van een dichter heeft. Haar lievelingsdichter, Gherasim Luca, sprong op zijn tachtigste in de Seine, vertelt ze, nadat hij had geconcludeerd dat er op deze wereld geen plaats is voor dichters. Even later verschijnt de 59-jarige Jerome, gelovig, verlaten door zijn vrouw. Schrikachtige blik in zijn ogen, hevig geëmotioneerd. Lijdende mensen, stuk voor stuk. De camera kruipt soms dicht op ze, en neemt dan weer afstand, in mooie vloeiende lijnen.

Het werk waar Pop uit voordraagt is To Stay Alive, zijn essay over de relatie tussen waanzin en kunst. Het verscheen in 1991, vertegenwoordigt dus de gedachten van de jonge Houellebecq, die Pop deden denken aan de jonge versie van zichzelf. Pop, Houellebecq en Erik Lieshout, de hoofdregisseur van deze film, hebben een lange geschiedenis. In de werkkamer van de schrijver aan de Jardin de Luxembourg hing een grote poster van de rockster. Toen Pop De mogelijkheid van een eiland las, belde hij regisseur Erik Lieshout, die een documentaire maakte over de schrijver tijdens de verfilming van dat boek. Pop schreef zeven nummers speciaal voor de film.

Pop declameert in hun nieuwe samenwerking Houellebecqs opvattingen over de relatie tussen leven en kunst – absoluut, enigszins rigide, zoals dat hoort bij deze man, en zeker deze man op die leeftijd. En ondertussen trekken de personages voorbij, en is daar ineens Vincent (53), ooit een veelbelovend beeldend kunstenaar, nu een kluizenaar, die in de kelder van zijn huis werkt aan zijn meesterwerk. Aan het eind van de film gaat Pop bij hem op bezoek, in het huis dat nog van zijn grootouders was. Ze hebben een gesprek aan de keukentafel over de eenzaamheid en de waanzin. Een fantastische scène. Want Vincent heet niet Vincent, hij heet Michel Houellebecq.


Beeld: Michel Houllebecq en Iggy Pop in To stay Alive - A method (IDFA)