‘Waar hij ook komt, in stadswijken, natuurgebieden of een gebouw, er is geen boobytrap die hem ontgaat. Meestal ziet hij ze met het blote oog, soms gebruikt hij een metaaldetector. Een robot hebben ze niet, beschermende kledij evenmin. Hanka en zijn mannen dragen alleen een beschermend vest en helm als ze bommen ter plaatse laten ontploffen.’

‘Onze tolk loopt langzaam terug naar het huis met de bom. Twee ontmijners staan in de keuken, hun collega zit geknield voor het enorme explosief. We kijken toe terwijl hij heel voorzichtig het ontstekingsmechanisme lostrekt. Zweet parelt over zijn gezicht. Het is een tankgranaat, zegt hij. Kaliber 122. Zwaar spul.’

‘Het gebeurde in deze buurt. Ze vonden een kruiwagen vol broden. Daar bleek een bom onder te liggen. Een van de ontmijners liep tegen de draad. Stom, maar het was te laat. De ontsteker met de knijper vloog tegen zijn borst. Hij rende weg en riep naar zijn collega’s dat ze hetzelfde moesten doen.’


Abonnees lezen de volledige reportage hier. Niet-abonnees kunnen terecht op Blendle. Eerder interviewde de Groene Oerlemans over zijn werk als oorlogsfotograaf. Na zijn dood schreef Joeri Boom, die in zijn tijd als redacteur met vaak Oerlemans samenwerkte, een I.M.