Het boek met de uitgeschreven banden heet The Kennedy Tapes. Als je het leest slaat de schrik je om het hart, omdat je midden in het misschien wel meest angstige moment van deze eeuw komt. Het had toen in oktober 1962 echt maar een haartje gescheeld of de Amerikaanse totale aanval op Cuba was begonnen, zo uitgewerkt waren de plannen, zo stand-by stonden de bommenwerpers. De voorbereidingen tot invasie bleken deels al ophanden zonder dat de president er van afwist, maar dit leek JFK niet te verontrusten. Zijn adviseur, de invloedrijke McNamara, meldde op de eerste dag van het crisisberaad dat het leger al enige tijd bezig was met het vervoer van ‘POL’ naar het crisisgebied.
‘President Kennedy: What’s POL?
McNamara: Petroleum, oil, and lubricants. So that kind of movement has already been taking place and it’s been possible to do it quietly.’
DE MOGELIJKE aanval op Cuba, die in de volle twee weken van het crisisberaad tot in alle details besproken en voorbereid werd, zou directe consequenties hebben voor Berlijn en de Amerikaanse atoomraketten in Turkije. Berlijn en Turkije waren dan ook aandachtsgebieden die veel directer met Cuba in verband stonden dan altijd naar buiten was gebracht. Terwijl er in het crisisberaad bijvoorbeeld geen woord werd verspild aan de op dat moment ook net uitgebroken oorlog tussen India en China, waarover congresleider Russell in een speciale vergadering met de president wel vragen stelde. May en Zelikow, de bezorgers van The Kennedy Tapes, schrijven dan ook in hun conclusie: ‘There are some large revelations in the recordings. One is the close connection between the crisis and the stalemated East-West struggle over Berlin. We believe (-) that the key to Khrushchev’s strategy for Berlin in 1962 was missiles in Cuba.’
Een Russische aanval op West-Berlijn, als aannemelijk gevolg van de Amerikaanse aanval op Cuba, zou op zijn beurt een Amerikaanse aanval met atoomwapens op Rusland tot gevolg hebben gehad. Quasi terloops, en daardoor des te enger, komt zo in The Kennedy Tapes telkens het einde der tijden ter sprake. Bijvoorbeeld als er heel concreet gesproken werd over wat de militaire consequenties zouden zijn van de vernietiging van honderd grote Amerikaanse steden en de dood van hun inwoners. Of als het gaat over het verband tussen de strijd om Berlijn en het uitbreken van een nucleaire oorlog, in ijzingwekkende dialoogjes als deze (‘Ball’ is George Ball, ondersecretaris State Department; ‘Bundy’ is McGeorge Bundy, een van de drie presidentiële assistenten; het vraagteken achter Kennedy betekent dat men niet helemaal zeker is dat hij hier spreekt):
‘McNamara: Well, when we’re talking about taking Berlin, what do we mean exactly? That they take it with Soviet troops?
President Kennedy?: That’s what I would think.
McNamara: I think there’s a real possibility there. We have U.S. troops there where they do.
Ball: I think it’s perfectly clear. They get overrun. They get overrun.
Unidentified: (Unclear) then what do we do?
Ball: Go to general war.
Bundy: It’s then general war.
President Kennedy: You mean a nuclear exchange?
Unidentified: Mmm-hmm.
Unidentified: That’s right.’
ZELFS NU NOG weet niemand wanneer Chroesjtsjov zou besluiten de atoomraketten op Cuba daadwerkelijk te laten afschieten. Of wanneer hij, of Castro, zou besluiten om zeer laag, onder het bereik van de radar, met bommenwerpers Amerika binnen te vliegen en zo een atoombom te droppen. Dat er op Cuba Russische vliegtuigen waren waarmee zoiets mogelijk zou zijn, en dat zo'n soort laag over de grond scherende aanval in technische zin mogelijk was, dat wisten de Amerikanen zeker. Of Chroesjtsjov zoveel risico zou nemen, werd betwijfeld. Maar aan de andere kant: de Amerikanen waren net met de neus op het feit gedrukt dat Chroesjtsjov in staat was tot zeer onverwachte dingen (MRBM’s zijn kruisraketten):
‘Rusk: That would mean that we could be just utterly wrong, but we’ve never really believed that Khrushchev would take on a general war over Cuba. (…)
President Kennedy: We certainly have been wrong about what he’s trying to do in Cuba. There isn’t any doubt about that. Not many of us thought that he was going to put MRBM’s on Cuba.’
CHROESJTSJOV, zo stellen May en Zelikow, bedreef buitenlandse politiek als een roulettespeler; hij gooide al zijn geld op één nummer en zag wel wat er van kwam. Bovendien waren zijn overwegingen eerder instinctief dan calculerend. Tot hij zelf aan de top kwam had hij bovendien niets met buitenlandse politiek te maken gehad en wist hij nauwelijks wat zich buiten Rusland afspeelde. Maar wat nog verbijsterender was: ook in de crisisstaf van JFK had men geen idee welke besluiten Chroesjtsjov zou gaan nemen. En vanuit welke gedachte. Men gokte maar wat. Rusk, die direct bij het zien van de allereerste spionagefoto’s van de Russische raketten de relatie tussen Berlijn en Cuba legde, zag een irrationele, verblindende obsessie van Chroesjtsjov met Berlijn, waardoor Chroesjtsjov wel eens in de foutieve veronderstelling zou kunnen verkeren dat Cuba tegen Berlijn uitgeruild zou kunnen worden. Of dat Amerika te verleiden zou zijn tot een rücksichtslose aanval op Cuba, waardoor de Russen het voor het aanzicht van de wereld zouden kunnen verantwoorden dat ze Berlijn innamen. Zo trachtte men het gedrag van Chroesjtsjov te rationaliseren waar dat helemaal niet te rationaliseren leek - in een poging om greep op de situatie te krijgen.
Maar dat lukte niet. Uit The Kennedy Tapes blijkt overduidelijk hoe men twee weken lang maar wat zat te gissen over de man die heel mysterieus met ‘hem’ en ‘hij’ werd aangeduid. Op een ronduit religieuze toon, alsof ze het over God zelf hadden. Al vroeg in de crisis stelt Rusk, die met McNamara en JFK naar voren komt als het beslissende trio in de staf, over Chroesjtsjov: ‘Well maybe he’s just a little crazy and we can’t trust him.’ Dat was nog mild uitgedrukt. Een dag eerder, als de zoveel paniek veroorzakende spionagefoto’s van de raketinstallaties op Cuba net binnen de staf bekend zijn geworden, spreekt de president stotterend en hakkelend zijn wanhoop uit: ‘Well, it’s a goddamn mystery to me. I don’t know enough about the Soviet Union, but if anybody can tell me any other time since the Berlin blockade where the Russians have given so clear a provocation, I don’t know when it’s been, because they’ve been awfully cautious, really. The Russians… I never…’
OOK MCNAMARA, de hele crisis door een rots van analytisch vermogen, met name in die paniekerige eerste dagen, spreekt na verloop van tijd zijn wanhoop uit over het raadselachtige gedrag van Chroesjtsjov, die in korte tijd, zonder op antwoord te wachten, de Amerikanen twee schriftelijke voorstellen stuurt (het ene geheim, het andere publiekelijk), die volgens McNamara volstrekt tegengesteld zijn.
En dat alles terwijl het Amerikaanse leger in de toestand van Defense Condition 2 is gebracht, nog maar één niveau onder het niveau van ‘general war’. Alle beschikbare bommenwerpers staan te wachten in de hoogste staat van paraatheid, net als alle atoomraketten en atoomonderzeeërs. Vliegtuigen met atoombommen, elk met een instructie voor een specifiek gebied in Rusland, vliegen onophoudelijk rondjes aan de grenzen van het sovjetluchtruim, iets wat door de Russen wordt waargenomen.
INTERESSANT IS het te zien hoe enerzijds de focus van de gesprekken verschoof, maar hoe anderzijds hetzelfde basisprobleem bleef terugkeren. Alsof men hoopte dat er vanzelf een oplossing uit de bus zou vallen door eindeloos hetzelfde probleem te hernemen. Dat probleem was behalve het ondoorgrondelijke gedrag van Chroesjtsjov vooral: Cuba aanvallen of niet? Als je The Kennedy Tapes leest en daarmee zo dicht op de primaire bron zit dat je in de onoverzichtelijkheid van de tijd zelf raakt, valt maar moeilijk te begrijpen dat de Cuba-crisis uiteindelijk de geschiedenis zou ingaan als een staaltje van daadkracht en snel inzicht van de kant van de Amerikanen.
Misschien komt dat wel voornamelijk doordat Amerika als overwinnaar uit de crisis kwam en Rusland als verliezer. En omdat Kennedy (daar is iedereen het achteraf wel over eens) precies de juiste koers gevaren bleek te hebben. De vraag hoe het met een andere Amerikaanse president had kunnen lopen (heel anders), wordt overigens ook deels beantwoord in dit fascinerende boek, wanneer je leest dat Kennedy al in een vroeg stadium zijn voorganger Eisenhower (overigens niet voor de eerste keer) om advies vroeg. Dat advies was ondubbelzinnig en weinig verrassend: direct Cuba platgooien en daar de boel opruimen.
Kennedy liet dat advies voor wat het was, al bleef de gerespecteerde mening van ‘de Generaal’ op de achtergrond natuurlijk meespelen. Maar misschien wel terecht stellen de samenstellers May en Zelikow dat Chroesjtsjov zo'n groot ontzag had voor ‘de Generaal’ dat hij het met Eisenhower als president misschien wel nooit had aangedurfd raketten op Cuba te plaatsen.
UITGEBREIDE studies over de Cuba-crisis bestonden er natuurlijk al. Zo was er veel waardering voor het ook dit jaar verschenen One Hell of a Gamble, door Aleksandr Foersenko en Timothy Naftali, waarin onder meer ook een uitgebreide analyse is te vinden van de crisisbijeenkomsten op het Witte Huis. Maar studies als deze, met hoeveel citaten ook aangedikt, blijven interpretaties. Het blijft het verhaal zoals zich dit vanuit het heden vrij makkelijk laat ordenen. De besluitvormingsprocessen in het begin van de jaren zestig worden pas echt zichtbaar in een boek als The Kennedy Tapes, dat ongetwijfeld de basis gaat vormen voor menige studie op politiek maar ook psychologisch gebied. Haarfijn valt nu terug te lezen hoe de ene opmerking van die bepaalde persoon gevolgen had die zich lieten reflecteren in opmerkingen van anderen. En ook: welke nieuwe informatie van buitenaf de gesprekken een nieuwe richting gaf. Of gek genoeg juist niet, daar waar je dit het meest zou verwachten.
Schitterend is bijvoorbeeld het moment waarop, midden in de vergadering over de blokkade die de Amerikanen rond Cuba hebben aangelegd, opeens CIA-directeur McCone het woord neemt met de mededeling dat hem net een briefje werd toegestopt waarop staat dat de zes Russische schepen die zich in Cubaanse wateren bevinden ofwel tot stilstand zijn gekomen ofwel van koers zijn veranderd. Er ontwikkelt zich een discussie over wat precies wordt bedoeld met ‘Cubaanse wateren’ en om welke schepen het gaat. McCone verdwijnt voor meer informatie. Niemand lijkt te beseffen wat wij achteraf weten: deze zo terloopse onderbreking van de vergadering ging over het moment waarop Chroesjtsjov toonde dat hij toegaf het hoge spel verloren te hebben. Even later komt McCone terug met meer precieze informatie, zoals de namen van de schepen en hun exacte locatie. Er wordt een kaart bij gehaald. Er zijn 24 schepen onderweg naar Cuba en de zes meest verdachte, de zes die waarschijnlijk nieuwe kruisraketten aan boord hebben, keren om. Euforie? Geen moment. Gortdroog wordt doorgepraat over een opmerking van de Cubaanse ambassadeur, over wat te doen met de andere Russische schepen, over… Niemand lijkt te beseffen dat dit het historische moment was, de ommekeer. Niemand plaatst een oneliner die de geschiedenisboekjes in kan.
Ja, misschien toch: Dean Rusk. Maar helaas onverstaanbaar. En misschien ook wel weer niet. Het is op de band in elk geval niet te horen en moest met een slag om de arm gereconstrueerd worden door May en Zelikow: ‘There is some unclear background conversation, and then Bundy laughs. This was probably the moment at which Dean Rusk whispered to Bundy: “We are eyeball to eyeball, and I think the other fellow just blinked.”’
De bron van die historische gevatheid? Dean Rusk, as told to Richard Rusk, in As I Saw It. De historische woorden werden gefluisterd.
Of misschien wel alleen maar achteraf bedacht.