Toen de Oostenrijkse minister van Binnenlandse Zaken Johanna Mikl-Leitner (övp) voor het eerst over ‘bouwactiviteiten’ aan de grens tussen de deelstaat Stiermarken en Slovenië sprak, meldde ze dat het om een hek ging. Maar, zo voegde ze eraan toe: ‘Elk hek heeft een deur, dat moesten we niet vergeten. En het gaat uiteindelijk om de deur.’

Zo zag bondskanselier Werner Faymann (spö) het ook: ‘We onderzoeken de bouw van een deur met zijdelen’, klonk het geruststellend. Hierop concludeerde de oppositie dat er vooral onduidelijkheid bestond over de onderdelen ‘links en rechts’ van de deur.

De voorzitter van de Europese Commissie Jean-Claude Juncker kwam speciaal naar Wenen om zich van de versperring op de hoogte te stellen. Hij verkondigde tijdens een persconferentie dat ‘hekken niet thuishoren in Europa’. De bondskanselier stond naast hem en knikte, voorzichtig beamend, met zijn hoofd. ‘Het gaat om technische maatregelen’, verklaarde hij. Oostenrijk zou geen hek bouwen zoals buurland Hongarije dat eerder deed.

Uiteindelijk maakte de minister van Binnenlandse Zaken toch een eind aan de discussie over de naamgeving: ‘Als je het per se een hek wilt noemen; elk huis heeft toch een tuin met een hek?’ Daarmee verschoof de discussie naar het fysieke uiterlijk van het hek, dat een beter georganiseerde toestroom van vluchtelingen – dit jaar tot nu toe ruim 95.000 – mogelijk moet maken. Wordt het een hek van ijzerdraad of prikkeldraad?

Afgelopen vrijdag viel de beslissing in de ministerraad: het wordt een hek van 2,2 meter hoog van ijzerdraad, met prikkeldraad dat achter de hand wordt gehouden. Daar staat dan wel weer innovatie tegenover. De vluchtelingen krijgen een gekleurde band en als de ledverlichting in het hek de betreffende kleur toont, dan mogen die vluchtelingen zich melden bij de poort.

Dan kunnen ze alsnog op weg naar Duitsland, want haast niemand vestigt zich in Oostenrijk.