Met haar uitspraak over de vegetarische Adam en Eva is Marianne Thieme niet het eerste Tweede-Kamerlid van de Partij voor de Dieren (PvdD) dat zich van theologische argumenten bedient. ‘Wat kosten vijf mussen? Bijna niets. Toch wordt er niet één door God vergeten’, zo citeerde haar collega Esther Ouwehand eind januari in een opiniestukuit Lucas (12:6). Om te vervolgen: ‘Met het verhaal over Noach werd de ark het spreekwoordelijke begrip om dieren te redden uit benarde omstandigheden. Zou het toeval zijn dat volgens het bijbelverhaal Adam en Eva een volledig plantaardig dieet geadviseerd kregen in de ideale situatie – zaad en het zaaddragend gewas – en dat ook over het toekomstige ideaal verteld wordt dat daar geen dood meer zal zijn (en dus geen slagers) en dat de leeuw er zal spelen met het lam.’ Een soortgelijk betoog kwam partijleider Thieme de afgelopen weken op forse kritiek te staan van lijstduwers Maarten ’t Hart en Rudy Kousbroek. Wellicht was het nieuws over haar lidmaatschap van de Zevendedags Adventisten, een kerkgenootschap dat er volgens ’t Hart ‘lugubere opvattingen’ op nahoudt, de spreekwoordelijke druppel. Terecht?

Eerst even wat rechtzetten. Strikte lezing van Genesis leert dat de eerste mensen geen vegetariërs waren, misschien zelfs geen veganisten, maar fruitariërs. Die eten slechts zaden en rauw fruit, liefst vrijwillig van de boom gevallen. ‘Hierbij geef ik jullie alle zaaddragende planten en alle vruchtbomen op de aarde; dat zal jullie voedsel zijn’, zei God immers op de zesde dag (Genesis 1:29). Adam hield de schepper het volgende voor: ‘Van alle bomen in de tuin mag je eten, maar niet van de boom van de kennis van goed en kwaad; wanneer je daarvan eet, zul je onherroepelijk sterven.’ (Genesis 2:16-17)

Geen spoor van vlees, melk of zelfs maar verbouwde groenten kortom. Weliswaar wordt in het scheppingsverhaal op een enkele plaats gerept van vee en akkers, maar niets wijst erop dat Adam en Eva daarvan hun voedsel betrokken. Eén scenario kan wel uitgesloten worden. Met het stiekeme gesnoep van de boom van de kennis van goed en kwaad toonden Adam en Eva zich geen breatharians: mensen die naar eigen zeggen leven zonder te eten of te drinken, enkel van bijvoorbeeld de energie van de zon. Pas na de zondeval volgden eeuwen van oorlog, slavernij en vlees eten. Maar zelfs dan is er licht. Zo was ook Jezus vegetariër, leert dierenrechtenorganisatie PETAvia haar website jesusveg.com. PETA staat erom bekend geen propagandistisch middel te schuwen in de strijd tegen dierenleed: Playboy-model Holly Madison poseert naakt op een antibontposter en krachtpatser ‘Jackhammer Soy Slammer’ – wie kent hem niet – geeft zijn favoriete recept voor een sportdrankje zonder melk.

Jezus eet geen vlees in de bijbel en ook het Laatste Avondmaal was diervriendelijk, aldus de vegetarische believers. Weliswaar wordt een enkele keer een visje verorberd, zoals bij de wonderbaarlijke vermenigvuldiging, maar dat moet niet letterlijk genomen worden – de vis is immers een belangrijk christelijk symbool – en het kan het gevolg zijn van een vertaalfout. Het christen-vegetarische ideaal wordt krachtig samengevat in Jesaja 11: ‘Een koe en een beer grazen samen, hun jongen liggen bijeen; een leeuw en een rund eten beide stro. Bij het hol van een adder speelt een zuigeling, een kind graait met zijn hand naar het nest van een slang.’

Met haar uitsprakenover de bijbel hoopte Marianne Thieme naar eigen zeggen ‘christenen in de bio-industrie, bijvoorbeeld op de bible belt, simpelweg een andere kijk aan te reiken’. Maarten ’t Hart bracht daar in een column nog Genesis 18, vers 7 en 8 tegen in stelling, waarin God op visite bij Abraham een mals kalfje verstouwt. Maar zoals de schrijver zelf aangaf, draait het hier niet om een theologisch dispuut. Het gaat in principe ook niet over de privé-opvattingen van Thieme, tenzij die van invloed zijn op haar politieke standpunten, bijvoorbeeld rond homoseksualiteit, abortus of euthanasie.

Daar zit de crux. Het gesteggel over het menu in de Hof van Eden is van belang in zoverre het een politieke breuk blootlegt binnen de PvdD. Omdat die partij zich beperkt tot één issue heerst over het achterliggende wereldbeeld onduidelijkheid. Strijdt zij op messianistische wijze voor dierenrechten, vanuit een pro life-standpunt waaruit volgt dat al het leven, ook dierlijk of ongeboren, bescherming verdient? Of vanuit een nuchtere analyse van een systeem waarin de bio-industrie met haar dierenleed ‘economisch rationeel’ heet?

Volgens schrijver Rudy Kousbroek gaat het bij mensen als Thieme om het eerste, ook al benadrukken zij zelf dat de PvdD seculier is. In de Volkskrant schreef Kousbroek: ‘Wat ze bezighoudt is niet de dieren, maar hun eigen zielenheil. Ze zijn uit op Verlossing, niet van de dieren maar van hun eigen zondige geest. Vandaar misschien ook die opvallende preoccupatie met dierproeven.’

Waar andere sociale bewegingen in de jaren negentig met de zegetocht van het neoliberalisme in crisis raakten, groeide het dierenactivisme. En de Partij voor de Dieren ontstond in dezelfde periode als het fortuynisme. Stuk voor stuk zeer verschillende ontwikkelingen, die echter één ding gemeen hebben: een tanend vertrouwen in de mens.

‘Een gelijkheid is omkeerbaar’, schrijft de Franse filosoof Alain Badiou over de toegenomen aandacht voor mensen-, kinder- en dierenrechten. ‘Als (…) makaken en zeugen onvervreemdbare rechten hebben, kan dat op subtiel mededogen wijzen. Maar het kan ook betekenen dat we gehouden zijn te geloven dat we niet te veel van de aap en het varken verschillen.’

Voor degene die alle vertrouwen in de maakbaarheid van de mens en in de politiek verloren heeft, rest neoliberalisme of fortuynisme. Of die persoon kan zich afwenden van de mens en toch progressief blijven. Dan kom je bij de dieren uit. Die praten niet terug, zijn volstrekt machteloos en blijken je achteraf nooit voor de gek te hebben gehouden met een zielig verhaal, zoals vluchtelingen of daklozen dat doen. Bijna jammer dat er nog andere dierenliefhebbers zijn die roet in het eten gooien.