
Het appartement, in de posh wijk Knightsbrigde in Londen, is licht en open. De meubels zijn bescheiden – mooi en praktisch. De kamers zijn krap en toch is het appartement ruim: het telt meerdere verdiepingen. Alles is wit of lichtkleurig, en in de met spiegels bedekte wand die de woonkamer van de smalle keuken scheidt, wordt al dat witte en lichte, het licht dat door het raam naar binnen valt, nog eens verdubbeld. Alles heeft zijn plek: de stereo, de bank, de ronde tafel waaraan wordt gegeten. Alles lijkt in elkaar gepuzzeld, heel precies op zijn plek gezet. Zelfs als chaos zijn intrede doet, in het appartement waar de huisnummertoevoeging L zo sierlijk op de voordeur prijkt, zit er een element van constructie in. Zou je een stap naar achter doen, dan zou zich een poppenhuis onthullen, waarvan de kamers zorgvuldig in elkaar zijn geknutseld. Maar wie richtte het huis zo in?
In The Souvenir (2019), van de Britse filmmaker Joanna Hogg, is appartement L de plek waar Julie en Anthony elkaar voor het eerst ontmoeten. Het is Julies appartement, bekostigd door haar ouders, en het is haar feestje. Zij is jong, hij is wat ouder. Zij kleedt zich jongensachtig, draagt geen make-up. Ze luistert naar pop en de new romantics - want het zijn tenslotte de jaren tachtig. Hij kleedt zich net, is erudiet. Hij luistert naar opera. Zij is een beginnende filmmaker en hij heeft een mysterieuze baan – iets voor de ‘foreign office’. In eerste instantie zien we Anthony op de rug, in de schaduwen, in de spiegels van Julies woonkamerwand. Als ze voor het eerst met elkaar afspreken, in een restaurant in weelderige rococostijl, is het weer Anthony’s rug die we zien, in krijtstreeppak. We horen zijn geaffecteerde gemompel. Dat een film niet realistisch hoeft te zijn om authentiek te zijn, vertelt hij haar. Dat we het leven niet verbeeld willen zien zoals het is maar zoals het wordt beleefd. Pas als hij zich omdraait om de rekening te vragen, zien we voor het eerst zijn gezicht.
Op de filmacademie werkt Julie aan een rauw-realistisch drama tegen de achtergrond van een mijnstadje. Waarom zou je een film maken over iets wat zo ver van je afstaat, vragen haar docenten, en steken maar weer eens een sigaret op. The Souvenir is de film die Julies docenten wilden dat ze zou maken. Het is de film waarover Anthony het had: een die het leven laat zien zoals het is beleefd. Joanna Hogg baseerde The Souvenir op haar eigen leven, op herinneringen die een zo coherent mogelijk verleden vormen. Ze creëerde een alter ego, Julie, en in een hangar ergens buiten Londen reconstrueerde ze haar oude Knightsbridge-appartement – om het in te richten als een poppenhuis.
Anthony trekt bij Julie in. Wanneer worden ze verliefd? Wanneer kussen ze voor het eerst? Hij is een en al red flags en bad vibes, maar je begrijpt wat ze leuk aan hem vindt. Hij neemt haar mee naar The Wallace Collection om haar een klein olieverfwerkje te laten zien: The Souvenir van Jean-Honoré Fragonard, waarop een vrouw de initiaal van haar geliefde in een boombast kerft. ‘Ze ziet er verdrietig uit’, oordeelt Julie. Nee, zegt Anthony, ze is vastberaden. Aan The New Yorker vertelt Hogg over de man die voor Anthony model stond: ‘Als ik met hem was maakte ik geen films, maar zat ik zelf in een film – een genrefilm, een Hitchcock-film vol mysterie en intriges.’
‘Heb je je verwond?’ vraagt Julie als ze de littekens op Anthony’s armen ziet. Hij, gespeeld verbaasd: ‘Yeah, I don’t know what that is.’ De spaarzame momenten waarop we Julie en Anthony in close-up zien, zijn die waarop ze elkaar aankijken. Het zijn de momenten waarop zij naar hem kijkt, waarop ze écht durft te kijken. Hij is zo high dat hij nauwelijks zijn ogen open kan houden, zijn gezicht nauwelijks stil kan houden. Ze is naïef maar je begrijpt dat dat precies is wat hij leuk aan haar vindt. ‘Please leave’, smeekt ze.
‘The show had to go on’, zegt Hogg in The New Yorker. Voordat Anthony Julie meeneemt naar Venetië laat hij een mantelpakje voor haar maken. Ze sjouwen een kofferset mee, pakken een galajurk voor haar in. In de trein zingt hij: ‘How sad Venice can be/ when you’re on your own/ How sad Venice can be/ when you’re alone.’ In een barokke Italiaanse hotelkamer is Julie met Anthony, en toch is ze alleen. Ze zit naast haar kofferset, in haar op maat gemaakte pakje, en huilt.
‘And there was so much in the show’, zegt Hogg. In Venetië stappen Julie en Anthony door dikke rode gordijnen het theater in, hij in smoking, zij in een gouden strapless jurk – alsof ze niet het publiek zijn, maar de spelers. ‘So much dreaming’, zegt Hogg, ‘all the ideas. It was creating a piece of work.’ The Souvenir is die droom, en al die ideeën. Het is de initiaal die een geliefde in een boom kerft, een liefdesbrief, een memento – een souvenir. Het reconstrueert het verleden en onderzoekt tegelijkertijd de reconstructie zelf. Want hoe werkt het geheugen eigenlijk? Welke momenten overleven de tijd? Kun je jullie eerste kus nog terughalen of gaat zijn gezicht gehuld in de schaduwen? Zie je alleen zijn rug? Een film hoeft niet real te zijn, zegt Anthony, om toch truthful te zijn.
Aan het slot van The Souvenir zien we Julie een monoloog opnemen die recht in de camera wordt uitgesproken. Terwijl de camera langzaam richting de actrice beweegt, met de crew erachteraan, beweegt Hoggs camera in hetzelfde tempo richting Julie. Dit is het moment waarop twee werkelijkheden elkaar kruisen. Dit is het moment waarop we een stap naar achter doen, en de constructie zien voor wat die is. De grote deuren van de hangar gaan open. Julie stapt naar buiten, ze verlaat het poppenhuis. Na de aftiteling verschijnt er een aankondiging in beeld: ‘The Souvenir: Part II coming soon.’
In The Souvenir: Part II (2021) is het zomer. Alles is wit en licht. Er is de zon, een tere witte bloem, de aarde onder de voeten. Julie begint aan een nieuw leven, zonder Anthony. Waar deel één van The Souvenir een drama was, daar is deel twee lichtvoetiger. Waar deel één het verleden reconstrueert, daar gaat deel twee óver de reconstructie. We zien hoe Julie haar relatie met Anthony verwerkt in haar eindexamenfilm; hoe ze een actrice als zichzelf cast, haar eigen bed naar de set verplaatst. Ze bouwt haar appartement na als een poppenhuis, inclusief de sierlijke L op de voordeur. In deel één stapte Julie naar buiten, in deel twee haalt ze de buitenwereld naar binnen.
Joanna Hogg was 47 toen ze, na een carrière als regisseur van videoclips en tv-series, haar eerste speelfilm maakte. Haar oeuvre is klein (drie films naast de Souvenirs) en bestaat uit kleine films. Kleine films over kleine drama’s; over hoe mensen zich tot elkaar verhouden, bij elkaar passen of juist erbuiten vallen. Om zo dicht mogelijk bij de werkelijkheid te blijven, en haar mini-budgetten zo efficiënt mogelijk te gebruiken, ontwikkelde Hogg een geheel eigen werkwijze. Ze gebruikt een korte samenvatting van de plot in plaats van een scenario, en draait haar scènes op chronologische volgorde. Ze creëert omstandigheden die haar acteurs helpen om zich in hun personages te verplaatsen. Ze castte Shakespeareacteur Tom Burke in de rol van de pompeuze Anthony en de niet-professionele Honor Swinton Byrne in de rol van naïeve Julie; de eerste leende zijn theatrale bombast aan zijn rol en de tweede leende haar onbevangenheid aan de hare. ‘It’s completely from the inside out’, zei Hoggs production designer tegen The New Yorker over haar werkwijze, ‘rather than the outside in.’
Het is heel ongebruikelijk, zegt Julies docent, om apparatuur te lenen voor je film als je je budget nog niet op orde hebt. Maar – hij steekt een sigaret op – iemand die zich een appartement in Knightsbridge kan veroorloven hoeft zich natuurlijk niet druk te maken over geld. Julie wordt geconfronteerd met vooroordelen – over haar upper-middle-class -achtergrond, over haar vrouw-zijn, over het soort film dat ze wil maken: ingetogen, bescheiden, subtiel. Ze krijgt het aan de stok met haar cameraman, die gefrustreerd raakt door haar losse werkwijze. Hogg laat zien hoe Julie strooit met sorry’s. Ze hult zich in een pruilerig zwijgen en geeft over uit onmacht.
The Souvenir: Part II is een ingetogen, bescheiden, subtiele film. Het is een film die de ramen naar de wereld niet opengooit maar de werkelijkheid op de millimeter onderzoekt – in een poppenhuis. Is dat typisch vrouwelijk? En Julie, is zij een typische vrouw? Is haar cameraman dominant of is zij onzeker? Hogg laat zien dat het allemaal waar is. Dat Julie, net als de vrouw op Fragonards schilderij, zowel verdrietig is als verbeten. Dat je ook je spierballen kunt laten rollen als je bescheiden bent. Hogg voert een mannelijke student op, Patrick, en laat hem aan zijn eigen arrogantie ten onder gaan. De fuck you van Hogg is dat ze scènes uit Patricks spektakelfilm in haar eigen film opneemt, alsof ze wil zeggen: ik kan het heus wel, iets maken wat groots is, opzichtig ambitieus, maar ik kies ervoor om het niet te doen. In plaats daarvan richt Hogg haar poppenhuis in, en daarmee stelt ze een vraag: hoe ziet ambitie er eigenlijk uit? Hoe ziet een spektakelfilm eruit? In haar poppenhuis speelt Hogg een teer spel – met echt en niet-echt, heden en herinnering, binnen en buiten. Het is ingetogen, ambitieus en uiterst spectaculair.
The Souvenir: Part II sluit af met een liedje: Back to Life van Soul II Soul (‘Back to life/ Back to reality’) – maar het verhaal is nog bezig. Opnieuw kruisen twee werkelijkheden elkaar, is fictie niet te scheiden van de realiteit. In The Souvenir keek Julie ons recht in de ogen aan, in Part II is het een stem, die van Hogg, die verklaart dat het verhaal ten einde is: ‘Cut!’
The Souvenir: Part II is vanaf 30 juni in Eye in Amsterdam en in verschillende andere theaters te zien als onderdeel van het programma Previously Unreleased. Voor de gelegenheid zijn er ook weer vertoningen van The Souvenir