Het graf van Anatolii, inwoner van het dorp Motizhin in de regio Kiev, wiens keel door Russische troepen zou zijn doorgesneden © Alessio Mamo / Guardian / eyevine / ANP

Roman Koval kiest zijn woorden zorgvuldig. Met zijn collega was hij dit voorjaar in het Oekraïense dorpje Motizhin om onderzoek te doen naar het Russische oorlogsgeweld, toen mensen hen wezen op het lot van de familie van Yasya. Niet veel later zaten de twee Oekraïense onderzoekers bij het gezin thuis. De woning stond nog overeind, maar het leven van het gezin was verwoest. Terwijl zijn collega de vragen stelde, tikte Roman Koval de antwoorden op zijn laptop. Zwaar aangeslagen vertelde het gezin hoe Russische soldaten na de invasie door Motizhin liepen en op huizen en auto’s begonnen te schieten. In doodsangst besloten ze te vluchten. Toen de schoten iets afnamen, telden ze: één, twee, drie. Ze renden voor hun leven naar het meer waar ze zich in het riet zouden verschuilen. Toen ze op tweehonderd meter afstand van de oever waren, klonk een schot.

‘Het gaat ons er niet alleen om verhalen van slachtoffers te documenteren, maar vooral ook om het verzamelen van bewijs dat gebruikt kan worden voor strafrechtelijke vervolging’, zegt de jonge historicus Roman Koval (23), die medewerker van Truth Hounds is. De organisatie bestaat uit mensenrechtenprofessionals die oorlogsmisdrijven onderzoeken sinds 2014, toen Rusland de Krim annexeerde en met separatisten het gewapende conflict in de oostelijke regio’s Loehansk en Donetsk begon. Voor zijn veiligheid zijn Roman Koval en zijn collega-onderzoekers op de website anoniem afgebeeld met – een vleugje humor – een fotootje van een hond.

Toen het vluchtende gezin de harde knal hoorde, zagen ze de oudste dochter op de grond vallen. Yasya (41) was in de rug geschoten. Ze ademde nog. Haar vader benaderde de Russische militairen en smeekte hen zijn dochter te redden. De soldaten reden haar met een militair voertuig naar hun legerarts bij de frontlinie. ‘Ik zag dat hij haar wilde redden’, vertelde de vader over de dokter. ‘Maar het lukte niet.’ Later zou hij aan de Russische militairen vragen waarom ze Yasya hadden vermoord. Zij vroegen het hun maat die de trekker overhaalde: ‘Je had een optische lens. Je zag dat het burgers waren.’ De schutter kwam met uitvluchten en een bizar antwoord: ‘Omdat ze zwarte kleding droeg. Iedereen in het zwart is de vijand.’ De vader zag echter aan zijn gezicht dat hij simpelweg had willen moorden. Intussen weigerden de bezetters Yasya’s lichaam af te staan.

Motizhin ligt zo’n vijftig kilometer ten westen van Kiev in een landschap met agrarische velden, meertjes en bomen. Door het dorp stroomt de Boetsja-rivier, waaraan ook de gelijknamige stad ligt die symbool staat voor de extreme misdrijven die het Russische regime in Oekraïne pleegt. Nadat Russische soldaten zich hadden teruggetrokken gingen beelden van vermoorde burgers die al weken in Boetsja op straat lagen de wereld over. Diep geschokt bezochten Oekraïense en internationale leiders, journalisten, aanklagers, forensisch experts, rechercheurs en veiligheidsdiensten de regio, waar naar schatting zeker 1300 mensen zijn afgeslacht.

Oekraïne is een crime scene. De lijst met dorpen, steden en gebieden waar het Russische leger en huurlingen wreedheden begaan, wordt elke dag langer. Vrijwel elk misdrijf is gepleegd, van moord en executies tot zware foltering, verkrachting, verwonding, verwoesting, plundering, deportatie van volwassenen en kinderen, verdwijning, uithongering, raketaanvallen en het gebruik van verboden wapens.

Toen het veilig genoeg was, richtten Roman Koval en zijn collega’s zich eerst op de Boetsja-regio: het zwaar verwoeste Borodjanka, Motizhin en twee andere dorpen. Voordat de Truth Hounds op pad gaan, bellen ze eerst met instanties als ontmijningsdiensten. ‘Zij vertellen ons of het veilig is, of dat er nog bommen liggen’, legt hij uit. Ook inventariseren ze via lokale contacten en sociale media welke overlevenden een verklaring willen afleggen.

Ze volgen een strikte methodologie zodat hun werk voldoet aan internationale standaarden en gebruikt kan worden bij rechtszaken in binnen- en buitenland. ‘We vragen mensen wat ze zagen en hoorden. Voor slachtoffers is het erg emotioneel, want ze hebben verschrikkelijke dingen meegemaakt. Daarbij is het van het grootste belang dat we voorkomen dat zij door onze vragen opnieuw getraumatiseerd worden’, legt hij uit. De Truth Hounds vragen ook naar gebruikte wapens. ‘We proberen een beeld op te bouwen van wat er is gebeurd tijdens de bezetting’, vertelt Roman Koval telefonisch vanuit zijn hotelkamer in Zaporizja.

Ook vragen ze slachtoffers en getuigen of hun informatie gedeeld mag worden met de Oekraïense justitie, het Internationaal Strafhof in Den Haag en met media. ‘Onze collega’s op kantoor analyseren de informatie. Ze vergelijken getuigenissen om te zien of het optreden van Russische troepen patronen vertoont’, zegt Roman Koval. De jurist van Truth Hounds kijkt of er sprake is van internationale misdrijven: oorlogsmisdrijven (wreedheden tegen burgers en militairen buiten gevecht), misdrijven tegen de menselijkheid (systematische en/of wijdverbreide aanvallen tegen burgers) of genocide (opzettelijke uitroeiing van een nationale, etnische, raciale of religieuze groep). ‘Het is ook onze taak om daders te identificeren.’

Truth Hounds plaatst de gegevens in een database. ‘Die kunnen we met de aanklagers delen. Het is zeer efficiënt. Voorheen werkten we met de aanklagers van Loehansk en Donetsk, maar inmiddels werken we ook met het bureau van de procureur-generaal in Kiev’, zegt Roman Koval.

Het is schokkend om getuigenissen zoals van de familie in Motizhin vast te leggen. De moeder van Yasya huilde toen de vader hun verhaal vertelde. De Russen zagen hem als risico omdat hij wist waar hun posities in Motizhin waren en sloten hem op in een koude schuur van betonblokken. De ramen waren dichtgespijkerd. Hij sliep op stro op de grond en had twee dekens. Het was verboden naar de deur te gaan. In een naastgelegen gebouw hoorde hij mensen schreeuwen. Hij bleek naast de martelkamers van de regio te verblijven; slechts drie mensen wisten er levend uit te komen.

‘Het was niet gemakkelijk voor het gezin om te vertellen wat ze hadden doorgemaakt, en het was ook moeilijk om rustig te blijven luisteren’, zegt Roman Koval. ‘Maar de grondregel bij ons werk is dat we onze emoties onder controle houden. Dat is natuurlijk erg ingewikkeld bij zulke aangrijpende getuigenissen. Toch moeten we analytisch blijven en onze methode volgen’, legt hij uit. ‘Maar als je ’s avonds thuiskomt, en je een minuut de tijd neemt om te reflecteren, lukt het bijna niet om niet overmand door emoties te raken.’

‘Boven aan de e-mail stond bij het onderwerp één woord: OORLOG’, vertelt de Oekraïense Gaiane Noeridzhanian, die juriste, universitair docent en onderzoeker mensenrechten is. Met die e-mail liet de Nationale Universiteit van Kiev-Mohila op 24 februari weten dat de invasie was begonnen. Het instituut sloot tijdelijk de deuren. ‘We zijn in oorlog. Ook ik ben in oorlog’, zegt ze vanuit Noorwegen. ‘Het voelt soms surrealistisch dat ik internationaal strafrecht doceer.’

‘De oorlog is een aanval op ons bestaan. Al dat gepraat over oorzaken zoals de uitbreiding van de Navo is irrelevant’, zegt Noeridzhanian die bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens en de Raad van Europa heeft gewerkt. ‘Het gaat om de Russische ontkenning van onze identiteit en Oekraïne als onafhankelijke natie.’ Momenteel verzamelt ze samen met een groep studenten en collega’s informatie over misdrijven uit open sources – Oekraïense mediaberichten, rapporten en officiële verklaringen van burgemeesters, gouverneurs en overheidsdiensten. Ieder kijkt naar een specifiek type misdrijf. Noeridzhanian documenteert gevallen van moord met voorbedachten rade. ‘We zien dat die misdrijven niet incidenteel door soldaten worden gepleegd, maar in alle bezette delen van het land plaatsvinden en een systematisch karakter hebben.’

Het team zal de verzamelde informatie als ‘communicatie’ naar het Internationaal Strafhof (International Criminal Court, icc) sturen. ‘Het is handig als wij als Oekraïners deze publieke bronnen analyseren, want wij kennen de taal en het land. Als het icc straks specifieke slachtoffers of getuigen zoekt, kunnen ze onze informatie als handvat gebruiken om contact met hen te zoeken’, legt Noeridzhanian uit.

Roman Avramenko, uitvoerend directeur van de NGO Truth Hounds, en Yarapolk Brynykh, een bestuurslid van Truth Hounds spreken met mensen in het dorp Stara Basan tijdens hun onderzoek naar oorlogsmisdaden, 8 april © Ed Ram / Guardian / eyevine / ANP

De afgelopen dertig jaar heeft het internationaal strafrecht een vlucht genomen. Een reeks ad-hoc-instituten werd opgericht om individuele daders te berechten. Het begon met het Joegoslavië-tribunaal (1993), gevolgd door diverse speciale, internationale hoven en tribunalen voor Rwanda, Oost-Timor, Sierra Leone, Cambodja, Libanon en Kosovo. ‘Deze instellingen waren tijdelijk en hebben een beperkte focus, want ze zijn gericht op internationale misdrijven in specifieke landen in het verleden’, zegt Sergei Vasiliev, universitair hoofddocent internationaal strafrecht aan de Universiteit van Amsterdam. In 1998 richtten 120 landen het icc op, dat een permanente instelling is (vaak verward met het Internationaal Gerechtshof, dat niet individuen berecht, maar uitspraken doet over staten).

Ook oefenen steeds meer landen universele rechtsmacht uit, waardoor de nationale autoriteiten daders van internationale misdrijven kunnen berechten, ook al hebben zij die in het buitenland gepleegd. ‘Er zijn veel inspanningen verricht om een justice-landschap te creëren. Maar er is geen sprake van een geolied, alomvattend, intern samenhangend systeem dat op een gecoördineerde wijze meteen klaarstaat om een grote crisis zoals in Oekraïne aan te kunnen. Het zijn eerder oases in een woestijn’, zegt Vasiliev, die is geboren en getogen in Rusland. Achttien jaar geleden kwam hij voor zijn studie naar Nederland, en bleef. ‘Ik zag mijn land van afkomst afglijden naar een militaire dictatuur, met een totalitair regime dat tot de vreselijkste dingen in staat is, zowel in het binnenland als in zijn verhoudingen met soevereine buurlanden.’

Vasiliev constateert dat het extreme geweld door het Russische leger tegen Oekraïne heeft geleid tot een ongekend snelle, omvangrijke internationale respons om het wapen van het strafrecht in te zetten. ‘De reacties van landen, internationale organisaties en instellingen om ieder op hun manier bij te dragen, zijn zonder precedent.’ Over het mogelijke resultaat is hij voorzichtig: ‘Het kan ertoe leiden dat de oases met elkaar worden verbonden waardoor er in de loop van de tijd meer samenhang ontstaat.’

‘Misdrijven als moord met voorbedachten rade worden niet incidenteel door soldaten gepleegd, maar hebben een systematisch karakter’

Vele ogen zijn gericht op het Internationaal Strafhof, dat als taak heeft daders hoog in de hiërarchie met de meeste verantwoordelijkheid voor internationale misdrijven te berechten – zoals regeringsleiders, commandanten, financiers, milities, huurlingenleiders en propagandisten. Hoewel Oekraïne geen icc-lid is, accepteert de Oekraïense regering de jurisdictie van het hof vanaf 21 november 2013. Op die dag barstten de Maidan-demonstraties los toen Kiev plots besloot het Associatieverdrag met de Europese Unie niet te tekenen, maar te kiezen voor Rusland. De toenmalige president Janoekovitsj zette zwaar geweld in tegen demonstranten, waarbij meer dan honderd doden vielen. Hij werd door het parlement afgezet en vluchtte naar Rusland.

Meteen manifesteerde de Russische agressie zich met de razendsnelle bezetting van de Krim en de opening samen met Oekraïense separatisten van het oorlogsfront in de oostelijke Donbas. ‘Vanaf het begin van de gevechten heeft Rusland de algehele controle over de gewapende groepen in het oosten. Naast uiteenlopende steun stuurde Rusland ook Russen met hoge rangen naar bezet gebied om leidende militaire posities in te nemen’, zegt de Britse jurist en advocaat Wayne Jordash, verwijzend naar onderzoek dat zijn organisatie Global Rights Compliance onlangs publiceerde.

Het icc kwam teleurstellend genoeg niet verder dan een voorstudie en opende geen strafrechtelijk onderzoek. ‘Er is geen rechtvaardiging voor’, stelt Jordash, die in Kiev woont en sinds 2015 juridische ondersteuning biedt aan het Oekraïense Openbaar Ministerie en ngo’s op het gebied van strafrechtelijk onderzoek en gerechtigheid. Hij begrijpt dat de druk bezette icc-aanklager naast de vele zaken die hij onder zijn hoede heeft geen budget had voor nóg een omvangrijk strafrechtelijk traject, maar vindt dat het strafhof ermee had moeten beginnen om vervolgens bij de lidstaten aan te kloppen voor extra geld. Het bleef echter stil. Het icc liet ook na om de Oekraïense ngo’s, die tientallen rapporten naar het hof stuurden, op de hoogte te houden. ‘Hun enthousiasme was enorm, maar zakte in’, vertelt Jordash. ‘Ik kan me geen slechtere gang van zaken voorstellen.’

De invasie dit jaar zorgde voor de ommekeer. Binnen enkele dagen verklaarde Karim Khan, de ambitieuze en pragmatische icc-aanklager die vorig jaar aantrad, dat hij een volledig strafrechtelijk onderzoek wilde openen. Khan moest echter eerst toestemming aan de rechters vragen, maar zou sneller kunnen starten als icc-lidstaten de situatie in Oekraïne naar het hof wilden verwijzen. Litouwen nam het voortouw. Inmiddels telt deze referral 43 – vooral Europese – landen. Zo’n aantal is uniek, zegt Sergei Vasiliev.

De aanklager kon daardoor al op 2 maart het strafrechtelijk onderzoek openen. Khan straalde daadkracht uit. Hij stuurde meteen een onderzoeksteam naar Oekraïne en reisde persoonlijk af. Op 16 maart sprak Khan slachtoffers in Polen, waarna hij in het westen van Oekraïne ontmoetingen had met de Oekraïense procureur-generaal Iryna Venediktova en de minister van Buitenlandse Zaken. Half april bezocht hij Boetsja en Borodyanka, half juni was hij in Charkov. Jordash slaakt een zucht over de gewekte indruk van grote activiteit. ‘Je zou denken dat het icc vrijwel sinds het begin van het conflict in Oekraïne investigators ter plekke had. Maar dat is verre van de waarheid. Er worden veel rookgordijnen gecreëerd.’

Om het Oekraïne-onderzoek van het strafhof te steunen, kwamen diverse landen met extra steun over de brug. Frankrijk stuurde al in april forensische experts van de gendarmerie die in mobiele laboratoria lichamen onderzochten. De Europese Commissie droeg op 8 juni 7,25 miljoen euro bij. icc-aanklager Khan dankte Nederland voor het detacheren van rechercheurs, explosieven-opruimingsexperts, medici en beveiliging aan het strafhofteam dat in mei twee weken in de omgeving van Kiev bewijs verzamelde. De 42-koppige icc-ploeg was de grootste veldmissie die het strafhof ooit ondernam. Het lijkt heel wat, maar het team bleef relatief kort in Oekraïne.

Jordash waarschuwt voor overspannen verwachtingen. ‘Ik begrijp dat het icc van plan is maximaal 25 investigators in Oekraïne te vestigen. Gezien de schaal van het immense geweld is dat een druppel op de gloeiende plaat.’ Hij vermoedt dat het strafhof zich eerst zal richten op ‘laaghangend fruit’ – verdachten die ze relatief snel voor de rechter kunnen brengen. ‘In eerste instantie zal het niet om Poetin en zijn inner circle gaan, maar om de bredere kringen daar omheen, zodat het icc in relatief korte tijd kan laten zien dat het iets doet.’ Maar de strafhof-aanklager zal zich tevens moeten richten op de Russische top, want vervolging van leiders is de raison d’être van het hof.

De rol van het icc zal sowieso beperkt zijn. Op de lijst van de aanklager staan nog zestien andere conflictsituaties waaronder extreem gevoelige dossiers, zoals het conflict tussen de Palestijnse staat en Israël. ‘Hij heeft een fractie van de middelen die hij eigenlijk nodig heeft’, zegt Jordash. Bovendien vervolgt het icc per conflictsituatie doorgaans slechts enkele verdachten. Processen in absentia zijn niet mogelijk. Procedures nemen vele jaren in beslag. Het icc heeft bovendien zelf veel problemen. Het hof, dat sinds 2002 actief is, heeft slechts vijf daders veroordeeld. Maar liefst dertien zaken eindigden in vrijspraak of werden ingetrokken.

‘Waarschijnlijk zal het strafhof zaken doen waarvoor Oekraïne geen mogelijkheden heeft’, zegt Gaiane Noeridzhanian. ‘Verdachten kunnen bij het icc geen beroep doen op immuniteit.’ Het icc kan daarom zonder meer staatshoofden en ministers aanklagen, wat niet het geval is bij nationale rechtspraak. Ook heeft Oekraïne misdrijven tegen de menselijkheid niet in het strafrecht opgenomen, waardoor Oekraïense autoriteiten gewelddadigheden niet als zodanig kunnen vervolgen. ‘Het icc kan dat wel. Mogelijk zal het hof een paar hooggeplaatste figuren vervolgen, die dan wel voor vele misdrijven verantwoordelijk zijn.’

Het is echter een groot manco dat het strafhof niet het misdrijf agressie – het voeren van een illegale aanvalsoorlog – kan vervolgen, omdat Oekraïne en de Russische Federatie geen lid zijn. Terwijl de Russische invasie hier juist een klassiek voorbeeld van is. Bij deze aanvalsoorlog is immers geen sprake van zelfverdediging of een humanitair doel, en de VN-Veiligheidsraad is niet om toestemming gevraagd. ‘Integendeel’, schrijft jurist Philippe Sands in The Nation. Het is niet moeilijk om aan te tonen dat Poetin, zijn kring en financiers zich schuldig maken aan een illegale aanvalsoorlog.

Een internationale lobby van experts als Sands, de Oekraïense regering, politici en ngo’s voert daarom actie voor de oprichting van een apart tribunaal om Russen voor agressie te vervolgen. De petitie ‘Put Putin on Trial’ telt bijna 1,8 miljoen handtekeningen. Open Society heeft een voorbeeldaanklacht wegens agressie opgesteld tegen Poetin en zeven topleiders, onder wie defensieminister Sergei Shoigu, minister van Buitenlandse Zaken Sergei Lavrov en legerstafchef Valery Gerasimov.

Maar Vasiliev vraagt zich af wat een agressietribunaal ‘met heel beperkte rechtsmacht en speciaal ontworpen voor deze situatie’ kan toevoegen. ‘Het biedt geen oplossing voor het praktische probleem dat Poetin een onschendbare dictator is die nu niet kan worden gearresteerd, en zijn kliek ook veilig in Moskou zit. Poetin kan pas worden opgepakt als het regime niet langer aan de macht is. Hij verliest op dat moment zijn persoonlijke immuniteit als staatshoofd onder internationaal recht. Maar dan kunnen andere nationale rechtbanken of het Internationaal Strafhof hem ook vervolgen.’ Hij denkt dat het tribunaal ‘een papieren tijger’ wordt die ‘meer geld’ zal kosten dan nu wordt gedacht. ‘Wordt het niet een nieuw lievelingsspeeltje voor internationale juristen van vooral het noordelijk halfrond?’

Inwoners van Borodyanka, ten noordwesten van Kiev, bezoeken de markt bij een woonwijk die verwoest werd door beschietingen van het Russische leger. 7 juli © Sergei Chuzavkov / SOPA Images / Sipa USA / ANP

Juristen wijzen op de rol die nationale rechtssystemen kunnen spelen bij de berechting van daders. Zo’n veertien landen hebben aangekondigd strafrechtelijk onderzoek te doen naar internationale misdrijven in Oekraïne, waaronder Litouwen, Estland, Letland, Zweden, Duitsland, Polen, Zwitserland, Noorwegen, Frankrijk en Spanje. In deze landen bevinden zich vluchtelingen die slachtoffer of getuige zijn en bewijs kunnen leveren, maar mogelijk ook daders en andere cruciale informatie. ‘Ik kan geen details geven, maar er zijn verdachten van de eerste jaren van het conflict die zich in het buitenland bevinden. Landen zijn bereid om daar nu beter naar te kijken’, zegt Dmitro Koval. ‘Gedurende de acht jaar van conflict in het oosten hebben we opmerkelijke voorbeelden gezien van daders die niet alleen naar andere landen reisden, maar zelfs naar Oekraïne gingen zonder dat ze wisten dat de autoriteiten naar hen op zoek waren, en plots werden gearresteerd.’ Vasiliev: ‘Als Oekraïne uitgebreide dossiers tegen verdachten samenstelt, kan ik me voorstellen dat veel landen bereid zouden zijn hen uit te leveren.’

Op 5 mei werd de in Spanje verblijvende Oekraïense politicus en pro-Russische blogger Anatoly Shariy opgepakt op basis van een internationaal arrestatiebevel uitgevaardigd door Oekraïne, dat hem beschuldigt van ‘hoogverraad’ en ‘aanzetten tot haat’. De Spaanse rechtbank besloot dat hij de uitleveringsprocedures in vrijheid mag afwachten. Shariy moest wel zijn paspoort inleveren en zich regelmatig melden.

Als het gaat om berechtingen door Europese landen zelf is Jordash sceptisch, want slechts enkele hebben ervaring met het vervolgen van oorlogsmisdrijven die in het buitenland zijn gepleegd. ‘Het gaat om slechts een handjevol zaken in Frankrijk, in Nederland en wat andere landen. Duitsland is het meest indrukwekkend. We hebben meer Duitslanden nodig.’

Iedereen is het er over eens dat het zwaartepunt bij Oekraïne ligt. ‘Onze aanklagers zullen leiding geven aan het overgrote deel van de zaken’, zegt Gaiane Noeridzhanian. Als soevereine natie beschikt het land over een functionerende justitie, politie en inlichtingendiensten. Het bewijs, de slachtoffers en getuigen bevinden zich vooral in Oekraïne. Niemand kent de taal, cultuur, gevoeligheden en het terrein beter dan Oekraïners zelf. ‘Mijn indruk is dat de Oekraïense autoriteiten veel meer weten dan het algemene publiek en dat ze een goed overzicht hebben van welke Russische militaire groepen waar zijn’, zegt Noeridzhanian.

Op 13 mei was het zo ver. Vadim Shisimarin werd als allereerste Russische verdachte voor de Oekraïense rechtbank geleid

Alleen al het feit dat Russische militairen via onveilige lijnen communiceren, betekende dat Oekraïense (en buitenlandse) inlichtingendiensten hen kunnen afluisteren. ‘Soldaten spreken over orders om geen acht te slaan op burgers, maar gewoon op hen te schieten’, vertelt Noeridzhanian. Ook hebben Oekraïense autoriteiten telefoons van Russische militairen bij arrestaties geconfisqueerd of verloren exemplaren gevonden. Deze bevatten een schat aan informatie over operaties, locaties, bevelen, geweld, soldaten en commandanten.

Sinds 2014 heeft Oekraïne gebouwd aan het rechtssysteem om oorlogsgeweld te kunnen berechten als een internationaal misdrijf. ‘In eerste instantie werden verdachten vervolgd wegens terrorisme, omdat het Oekraïense systeem toen nog niet klaar was om hen te vervolgen voor oorlogsmisdrijven of agressie’, zegt Dmitro Koval. Omdat de president indertijd weigerde de wet te tekenen, kan Oekraïne geen verdachten vervolgen voor misdrijven tegen de menselijkheid. ‘Terwijl die kwalificaties belangrijk zijn voor de slachtoffers, de waarheid en het historische geheugen’, zegt Koval. In april verklaarde het parlement de Russische invasie tot een daad van genocide.

Ook de instituties zijn nog in ontwikkeling. In 2019 richtte de Oekraïense procureur-generaal een speciale oorlogsmisdrijven-unit op. ‘De politie en veiligheidsdiensten waren ook begonnen met het opzetten van units voor het specifiek onderzoeken van internationale misdrijven, maar waren daar nog niet mee klaar’, vertelt Dmitro Koval. Al met al was het aantal Oekraïense ervaren professionals dat is gespecialiseerd in onderzoek naar internationale misdrijven beperkt toen de invasie begon, terwijl zij en internationale collega’s als enigen gemachtigd zijn om lichamen en de impact van kogels, raketten en bommen te onderzoeken.

Noodgedwongen leren agenten en aanklagers bij on the job, terwijl de oorlog in alle hevigheid woedt. Hoe kwetsbaar het systeem is, bleek op 17 juli toen president Zelenski plots besloot om procureur-generaal Iryna Venediktova uit haar functie te zetten. Zij was uitgegroeid tot het gezicht van de strijd voor gerechtigheid, nam internationale leiders mee naar crime scenes, publiceerde namen en foto’s van verdachten, en werkte samen met het icc, regeringen en internationale instituties. Er wordt getwijfeld aan haar leiderschapskwaliteiten. Ze zou te weinig aan de vervolging van corruptie doen. Tevens worden OM-functionarissen in door Rusland bezet gebied verdacht van hoogverraad en collaboratie.

Oekraïne lijkt fiks wat hulp te krijgen voor het offensief voor gerechtigheid. De initiatieven buitelen over elkaar heen. Sinds de invasie is er een internationale task force met experts als Amal Clooney. Voormalig icc-rechter Howard Morrison werkt als onafhankelijk adviseur van de procureur-generaal. ‘Dit zijn internationaal topadviseurs. Maar we moeten ook bedachtzaam zijn. Het is momenteel een heel erg sexy onderwerp. Iedereen wil betrokken zijn. Maar niet iedereen is zo goed uitgerust. Als je niet in het land zelf bent, hoe kun je dan adviseur zijn van de Oekraïense aanklagers, wier voornaamste werk strafrechtelijk onderzoek is? Eerlijk gezegd leveren maar heel weinig mensen echt een substantieve bijdrage’, zegt Wayne Jordash.

Litouwen, Polen, Estland, Letland en Slowakije vormen met Oekraïne een Joint Investigation Team (jit) voor onderzoek naar internationale misdrijven, dat wordt bijgestaan door Eurojust, het Europese agentschap voor strafrechtelijke samenwerking. Het Internationaal Strafhof sloot zich aan. Het is ‘ongekend’, voor het eerst in de geschiedenis neemt het icc deel aan zo’n samenwerking, zegt Sergei Vasiliev. ‘Al is onduidelijk hoe het precies zal werken tussen het icc en bijvoorbeeld Oekraïne. Het is vooralsnog onbekend terrein.’ Een bron wijst erop dat het icc niet bij het jit zit om kennis te delen, maar om te weten wat er gaande is.

Op 25 april deed de Europese Commissie een voorstel om het mandaat van Eurojust aan te passen. Omdat bewijs verzameld door landen, instanties en ngo’s niet veilig zou kunnen worden bewaard in Oekraïne was het volgens de Commissie nodig een ‘centrale back-up-opslag’ in het buitenland op te zetten. Sinds het Europees Parlement in mei daarmee akkoord ging, kan Eurojust bewijs van internationale misdrijven verzamelen, bewaren, analyseren en delen met nationale autoriteiten en instituten als het icc. Ook de VN-Mensenrechtenraad heeft een ‘commission of inquiry’ ingesteld om mensenrechtenschendingen in Oekraïne te documenteren en bewijs te vergaren voor toekomstige juridische procedures.

Daarnaast werken twee Oekraïense consortia met opgeteld ruim vijftig ngo’s aan documentatie, waaronder Truth Hounds, Centre for Civil Liberties en Charkov Human Rights Protection Group. ‘Dit zijn alleen nog maar de Oekraïense organisaties. Er zijn ook nog vele internationale groepen actief’, zegt Dmitro Koval. Zoals mensenrechtenorganisaties en Bellingcat.

Is het niet te veel, al die instanties en organisaties? ‘Ik denk het wel’, zegt Koval, ‘maar het is moeilijk te beperken.’ Het is vooral problematisch als dezelfde slachtoffers en getuigen telkens worden geïnterviewd. ‘Het is moeilijk om een verhaal steeds op exact dezelfde manier te vertellen. Als mensen getraumatiseerd zijn, wordt dat alleen maar ingewikkelder.’ Het risico bestaat dat minieme verschillen in verklaringen die niets zeggen over de betrouwbaarheid straks in een rechtszaak worden aangegrepen om twijfel te zaaien over de geloofwaardigheid van getuigen. Ook kunnen mensen worden gehertraumatiseerd. ‘Het is al een puinhoop’, verzuchtte Jordash over de vele organisaties die actief zijn. ‘Het grootste probleem wat betreft gerechtigheid is niet het gebrek aan middelen – hoewel daar ook problemen mee zijn – maar het gebrek aan coördinatie van alle initiatieven.’

Op 14 juli organiseerden de Nederlandse regering, het icc en de Europese Commissie samen de Ukraine Accountability Conference in Den Haag, waar 45 landen aan deelnamen. Er werd vooral besloten tot afstemming van inspanningen. Een nieuwe Dialogue Group moet verbinding leggen tussen de landen en organisaties die oorlogsmisdrijven documenteren. Verder brengen de Oekraïense procureur-generaal en internationale partners als icc, Europese Commissie, jit en Eurojust bestaande initiatieven, hiaten en technische tekortkomingen in kaart. Ook komen er middelen voor onderzoek in Oekraïne door bijvoorbeeld het icc.

Intussen staat het Oekraïense OM voor een duizelingwekkende taak. Elke dag ontvangt het twee- tot driehonderd nieuwe rapportages van oorlogsmisdrijven. In totaal heeft het OM ruim 23.000 oorlogsmisdrijven geregistreerd. De risico’s van een overbelast systeem dat nog in opbouw is, zijn groot. De Britse jurist Jordash hamert erop dat partijen vooral de capaciteit van Oekraïne moeten versterken. Sinds de invasie heeft hij zich ingezet voor een nieuwe structuur waarbij de Oekraïense procureur-generaal de juiste hulp krijgt en daarbij de touwtjes in handen houdt. Op 25 mei werd daartoe de Atrocity Crimes Advisory Group (aca) door de EU, de VS en het Verenigd Koninkrijk opgericht. Ervaren professionals uit verschillende landen komen de oorlogsmisdrijven-units van het Oekraïense OM concreet ondersteunen.

‘Het is een enorm project’, zegt Jordash. Hij is co-leider van de aca en de mobiele justice-teams, die bestaan uit een mix van Oekraïense en internationale aanklagers en investigators. ‘Dit is wat de aanklager nodig heeft aan steun om het strafrechtelijk onderzoek te versterken. Als ik hoor van een organisatie of donor die wil helpen, pak ik meteen de telefoon en zeg: stuur je expert hierheen. Zodat we allemaal vanuit een verenigd geheel werken.’

Al deze stappen zijn voorbereidend werk dat hopelijk tot vele rechtszaken gaat leiden. ‘Ik ben een optimist, maar wel een geïnformeerde optimist’, zegt Dmitro Koval. ‘Er zullen problemen zijn bij het bouwen van zaken op welk niveau dan ook. Maar ik ben er zeker van dat de nodige daders worden aangeklaagd en berecht. We zullen niet alle daders kunnen berechten. Ik ben realistisch. Maar in ieder geval zal een deel voor de rechter worden gebracht.’ Vasiliev: ‘De werking van het internationaal strafrecht is onvoorspelbaar: alles is mogelijk en niets is gegarandeerd.’

De eerste mogelijkheid om daders te berechten zijn Russische krijgsgevangenen in Oekraïne die zich schuldig hebben gemaakt aan gruwelijkheden. Op 13 mei was het zo ver. De kaalgeschoren Vadim Shisimarin werd als allereerste Russische verdachte voor de Oekraïense rechtbank geleid. De 21-jarige tankcommandant schoot op 28 februari bij het dorpje Chupakhivka de ongewapende Oleksandr Shelipov dood. Shisimarin gaf zich over, werkte samen met justitie, bekende en werd op 23 mei tot levenslang veroordeeld. ‘Dat het proces snel ging, betekent niet dat het unfair was’, stelt Noeridzhanian. Ze wijst erop dat de verdachte in beroep kan. ‘Het is zeer belangrijk dat de processen eerlijk verlopen. Want alleen dan kunnen het Oekraïense en het internationale publiek, en uiteindelijk ook Rusland, de besluiten accepteren.’ Daarnaast zijn er twee Russische soldaten veroordeeld tot 11,5 jaar voor het beschieten van huizen en een school.

Oekraïne heeft ruim zeshonderd Russische verdachten wegens het misdrijf agressie en 104 verdachten van oorlogsmisdrijven geïdentificeerd. De autoriteiten werken actief aan tachtig zaken. Momenteel lopen er enkele processen. De Russische militair Michail Koelikov staat terecht voor het vuren op een flatgebouw. Zijn commandant ontsprong de dans omdat hij werd uitgeruild tegen Oekraïense soldaten in Russische gevangenschap. Gerechtigheid kan dus ook stuklopen op andere belangen. De verwachting is dat veel processen in absentia plaatsvinden, zoals het eerste verkrachtingsproces. Michail Romanov is aangeklaagd voor het vermoorden van een Oekraïense man, waarna hij de echtgenote gruwelijk verkrachtte, terwijl hij haar en haar zoontje bedreigde. Het is onduidelijk waar Romanov is en of hij nog leeft. Rusland en separatisten willen als tegenzet soldaten van het Oekraïense leger en hun bondgenoten berechten.

Bij het onderzoek naar de gruweldaden in Motizhin zijn vorderingen gemaakt. Op 24 mei gaven de Oekraïense aanklagers de namen en foto’s vrij van acht mannen die gezocht worden vanwege oorlogsmisdrijven in het dorpje. Het gaat om vijf Russische soldaten en drie huurlingen – een Rus en twee Belarussen – van de beruchte Wagner Groep.

Toen de Russische bezetters eind maart op het punt stonden zich terug te trekken uit Motizhin kwam een van de soldaten naar de schuur om de vader te vertellen waar ze het lichaam van Yasya konden vinden. Ze bleek apart begraven naast bomen. Niet ver van het massagraf waarin de lichamen van de vermoorde burgemeester, haar echtgenoot, zoon en andere Oekraïners waren gegooid. Roman Koval vraagt zich af waarom voor Yasya een kuil van een meter diep was gegraven en er een kruis van stokken was geplaatst. ‘De Russen lieten als regel dode lichamen op de straat liggen of stopten ze in het riool of een gat in de grond. Misschien wilden ze in dit diepere graf hun schuld en schaamte begraven.’ Maar zo gemakkelijk komen ze er niet van af. ‘De familie van Yasya wil dat de daders worden gestraft.’