DAME JUDY DENCH vertolkt koningin Victoria. Zij is in Nederland bij anglofielen wellicht bekend vanwege haar rol in As time goes by, een BBC-sitcom voor de middelbare gestaalde kaders. Ze heeft een zeer bijzonder, gesloten gezichtje. In de sitcom lacht ze altijd of het pijn doet. Ze is zestig of daaromtrent. ‘Het is vast iemand met veel verdriet en die veel drinkt’, zei mijn vriend Mart. En mijn vriendin Wendy zei: ‘Je denkt: ja, een hele goeie actrice. Maar ze laat me koud.’ Mijn mening zweefde tussen hen in.
Over Dame Judy’s tegenspeler, de Schotse macho-komiek Billy Connolly, kan ik duidelijk zijn. Het is een zwelbast, een kruising tussen Youp van ‘t Hek en Freek de Jonge. Laatst werd Billy geãnterviewd door de coryfee Parkinson, tijdens welke sessie de zwelbast, gekleed in een krap zittend rood velours pak, mannelijk met zijn ouwe vieze paardestaart schudde en tevreden mopjes vertelde over lelijke lesbo’s in tuinbroeken.
De reden dat Dame Judy werd opgescheept met deze komiek, terwijl in heel Groot-Brittanni‰ wel zeshonderd acteurs met een goed Schots accent en lange grijze haren werkloos rondlopen, was eenvoudig: Billy is niet alleen populair in Engeland, maar ook in Amerika en Australi‰. Over menige soortgelijke productie valt de schaduw van de kassa. De grootste gemene deler woont immers in Amerika. De Titanic kon, met het oog op de geldschieters, absoluut niet voor de tweede maal zinken zonder plakkerig liefdesdrama. En daarom ook figureert de kleinste, dikste, burgerlijkste, meest benepen, meest trouwe weduwe uit de Europese geschiedenis in een stroperig verhaaltje. Toch bleef ik hoop koesteren. De film zag er in de trailer goed uit…
Maar Mrs. Brown is in de eerste plaats helaas een slordige film. Dat valt tegenwoordig te verwachten. Al die feitjes van hoe het ongeveer was, en waarom, halen de vaart er maar uit. Het publiek mocht eens denken dat het naar Teleac zat te kijken. Wat geeft het welke premier de delicate kwestie van de Ierse Anglicaanse Kerk regelt? De regeringscrisis schiet gladjes voorbij, hoe kwaad de vorstin ook is, maar we hebben haar tenminste vijf minuten zien regeren. Wat geeft het dat een halfbakken aanslag op Victoria’s leven dertig jaar wordt verschoven? Dat geeft niks, want Mrs. Brown is uitsluitend een film over een hooggeplaatste weduwe en haar gevoelens voor een Schotse schreeuwlelijk.
DE OPENINGSSHOTS zijn heftig en je begrijpt er niks van, maar dat mag, aan het begin van een film. Billy-John rent bezweet door een duister woud, met een pistool in zijn hand. Hij kijkt links, rechts, vuurt in het duister en roept: 'Leve de koningin’. Er is niemand anders in het woud. Dan, zonder overgang, zien we een grote marmeren buste van het dak van de koninklijke residentie Osborne in slowmotion naar beneden vallen. Je weet niet wie de buste voorstelt.
Het script heeft zich zo ver achterovergebogen om twintig jaar regeren ondergeschikt te maken aan een ongelijke romantische vriendschap dat het bijna in zijn eigen gat kan kijken. Vitale informatie wordt hardop voorgelezen uit een brief, door een dignitaris die we nog nauwelijks kennen, of tussen neus en lippen door medegedeeld aan diners die maar drie minuten duren. Bij Teleac, of de Open University, herhaalt men de stof tenminste een paar keer. De aangestipte situaties verbeelden zou natuurlijk te veel tijd kosten. Dat gaat maar van de gevoelige scŠnes af. Liever laat men het middelbare paar nodeloos lang door de Schotse hooglanden klepperen.
‘Mens, wat zie je eruit’, zegt Billy-John tegen zijn vorstin, wanneer hij op Osborne arriveert om door middel van paardrijtochtjes haar rouw te breken. ‘Het heeft je wel aangepakt.’ Het is echt te gek, niemand durft haar zo toe te spreken! Victoria, verslaafd aan haar verdriet, is op dat moment 42. Ik zei al dat Judy Dench in de zestig is. ‘We moeten maar denken dat leed iemand zwaar kan tekenen’, zei mijn vriend Mart. En ik houd niet van zulke onwaarschijnlijkheden.
De ruwe Billy-John redt deze vrouw onmiskenbaar uit de klauwen van een depressie. Maar acteren kan hij niet. Wel schreeuwen. Het is aan Judy Dench te danken dat we naar een echt mens kijken. Maar is die echte mens koningin Victoria?
WIE, ZOALS IK, niet meegesleept wordt door de onwaarschijnlijke relatie, ergert zich aan het portret van Disraeli. Disraeli was een charmante, welbespraakte man, op wie Victoria in werkelijkheid erg gesteld was, maar in de film zet de acteur Anthony Sher hem neer als een karikatuur van Shylock - en dat wil wat zeggen. Groffe aanduidingen moeten volstaan om de politiek, de frivole society, de eenvoudige landman of zelfs het huwelijk van haar oudste zoon, de boemelende prins van Wales, te kenschetsen.
Victoria raakt verknocht aan het rustieke leven met haar Billy-John. De premier had verwacht dat ze zich dankzij de levenslust van deze ruwe bolster weer onder haar volk zou willen begeven, maar neen. Vijftien jaar lang balanceert ze op het scherp van de snede, een egomane gevangen in de wellustige smart tussen rouw en flirt. De hofhouding fluistert, het volk mort. De wolken jagen en het regent boven Osborne. De wolken jagen en het regent boven Balmoral.
Dan krijgt de prins van Wales de tyfus. Zijn moeder reist naar Londen en zet haar weduwenmutsje af. Billy-John beveelt haar weer te gaan regeren. Zijn hart blijft trouw, maar het breekt - omdat ze hem niet meer nabij kan zijn. Hij sterft uiteindelijk aan een longontsteking, opgelopen in het woud van het openingsshot. Een indringer zou het voorzien hebben op hare Majesteit… En de prins van Wales is zo blij dat hij een buste van Billy-John van het dak smijt. In slowmotion.
‘Zou Beatrix ook zo reageren als ze weduwe werd?’ vroeg mijn vriend Mart. Ik meende van niet.
In The Movies te Amsterdam draait Mrs. Brown elke middag om kwart over vijf, and that’s it. Zegt dit iets over de film of over het te verwachten publiek?