Waarom?
Daarom: zoals ik eens in een brief bij een - ongevraagd - ingezonden manuscript las: ‘Het schrijversbestaan lijkt me heerlijk.’
Ik was op dat moment niet alleen redacteur bij de literaire uitgeverij die dat manuscript - ongevraagd - ontving, maar ook schrijver. Ik schreef de mevrouw derhalve terug: ‘Mevrouw, het schrijversbestaan is helemaal niet heerlijk. Wordt loodgieter! Nu het nog kan! Het is een hel. Je collega’s zeiken je af waar en wanneer ze maar kunnen. Je verdient geen cent aan de verkoop van je werk. Het is zo erg dat je na een tijdje, tot je schaamte, blij bent met de vergoeding van 0,03 per uitlening in de bibliotheek. Je hebt geen enkele status. De wereld kijkt op je neer. Als je zegt dat je schrijver bent, vragen ze: “Zoals Youp van ’t Hek?” Je wordt gehoond als je je mond durft open te doen. Het schrijversbestaan ontraad ik u bij deze. Met vriendelijke groeten, dat wel.’
Zeshonderdduizend mensen schrijven voor hun plezier. En volgens de Stichting Schrijven worden op dit moment zestigduizend romans gefabriceerd.
De Stichting Schrijven richt zich, hebben ze vastgelegd, op het ‘tweede circuit’. Dat zijn dus de mensen die menen, hopen, verwachten, willen dat het schrijversbestaan ‘heerlijk’ is.
Schrijven als een ‘fijne hobby’. Als een ‘prettige tijdsbeste ding’. Schrijven als therapie.
Op de Nationale Schrijversdag komen ze allemaal tezamen, jubelend van vreugde.
Daar gaan ze workshops volgen. Er komen ook ‘échte schrijvers’! En ‘dichters, uitgevers, recensenten en redacteuren uit de Nederlandse literaire top’. En natuurlijk: een cursus ‘publiceren op het Internet’. Ook is er voor het tweede schrijverscircuit een openbare schrijftraining door Mireille Geus, ‘schrijfster en docente aan Schrijversvakschool ’t Colofon’. (‘We pakken de pen-twee-drie-vier, we tillen hem op-twee-drie-vier, we zetten de punt-twee-drie-vier op het papier-twee-drie-vier. Niet schrikken van dat witte vel.’)
Het is 20 november, op de Schrijversdag, ‘het grootste literaire schrijfevenement van Nederland’. Met een literair diner. Je kunt er ook ‘de hele dag shoppen langs de kramen van uitgeverijen’. Het gaat echt over alles: uitgeven, contracten, de ‘valkuilen in het literaire landschap’, door Arjan Peters (‘Grote kans dat uw boek, eenmaal gepubliceerd, op zijn tafel belandt. Een goede reden om Peters’ voorschriften ijverig in uw opschrijfboekje te noteren.‘)
(Als er iemand de valkuilen van het literaire landschap kent, is het Arjan Peters wel, recensent van misschien wel de slechtste krant van Nederland. Arjan Peters flikkert grijnzend zo veel mogelijk, liefst jonge, liefst debuterende, schrijvers in die valkuilen in het literaire landschap. Om ze vervolgens lekker nog een keer na te spugen. Het recensentenbestaan, dat lijkt me pas heerlijk.)
Je kunt op de Nationale Schrijversdag ook echt dingen doen: strips maken, videocolumns, Martin van Amerongen. Thomas Rosenboom, Jan Siebelink, cursus 'exotische gedichten schrijven met Kader Abdolah’.
Dus op 20 november gaan we luisteren naar Tjarieke Knot, winnaar van Doe Maar Dicht Maar 1999. En onze gedichten laten bespreken door Elly de Waard.
Hè, ja.
Het schrijversbestaan lijkt me echt heerlijk.