DE GROOTSTE VERSCHRIKKING uit de geschiedenis lag nog vers in het geheugen toen de naties van de wereld besloten om marteling, ongeacht het doel, te verbieden. Artikel 5 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens was kort: ‘Niemand zal onderworpen worden aan folteringen, noch aan een wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing.’ Het verbod was volledig en absoluut. Iedereen voelde dat na Hitler en Nippon een grens getrokken moest worden tussen goed en kwaad.
Zaterdag kreeg oud-vice-president van Amerika Dick Cheney in prime time op CBS echter ruim de gelegenheid om de harde verhoortechnieken van de CIA, waaronder slaaponthouding en schijnverdrinking (waterboarding), te verdedigen. President Obama meent dat het marteltechnieken zijn en heeft ze verboden.
Cheney was de drijvende kracht achter de methoden en ze waren volgens hem dan ook ‘een groot succesverhaal’. Hij voerde het argument aan van ‘de tikkende tijdbom’: de CIA onderwierp slechts mensen die cruciale informatie bezaten aan de harde methodes (Cheney heeft het over ‘ons intelligente ondervragingsprogramma’) en zou daarmee aanslagen hebben voorkomen. Cheney zegt dat hij dat kan bewijzen aan de hand van memo’s die nog niet zijn vrijgegeven.
Net als bij eerdere tv-optredens kreeg Cheney geen kritische vragen.
De theorie van de tikkende tijdbom werkt echter in populaire tv-series als 24, maar niet in de werkelijkheid. Hoe kun je weten of je niet de verkeerde martelt? Folterinformatie is bovendien volstrekt onbetrouwbaar, zoals de Amerikanen ondervonden. Een van de vele voorbeelden betrof CIA-gevangene Al-Libi, die ‘bekende’ dat Saddam Hoessein al-Qaeda steunde. Het werd door de regering-Bush als een van de redenen aangevoerd om Irak binnen te vallen, maar de claim bleek onwaar.
In Israël mogen martelmethoden alleen worden gebruikt als iemand cruciale informatie heeft over aanslagen. Anderhalf jaar geleden onderzocht een Israëlische mensenrechtenorganisatie negen ‘tikkende bommen’, maar geen kwam tijdens het folteren met reddende informatie. Een van hen werd invalide geslagen en er werden allerlei door het Hooggerechtshof verboden martelmethoden gebruikt.
Cheney’s vasthoudendheid is psychologisch verklaarbaar. Marteltechnieken zijn een wanhoopsgreep in tijden van dreiging. De Fransen deden het in Algerije, de Britten (kort) in Noord-Ierland. Waterboarding van krijgsgevangenen was favoriet bij de Japanners, en werd door de Amerikanen destijds met ophanging bestraft: blijkbaar zijn ethische grenzen voortdurend in beweging.
We deden het zelf ook. Tussen 1946 en 1949 martelde de militaire inlichtingendienst er op los in Indonesië, met stroomschokken en schijnverdrinking. Het was contraproductief: door de wreedheden nam het verzet juist toe. Daarom heeft de FBI zich toegelegd op empathische verhoormethoden. Door zijn wonden te wassen en hem weer kleding te geven wist de dienst veel meer uit terreurverdachte Abu Zubaydah te krijgen dan de CIA.
Niets hiervan werd aan Cheney voorgelegd in de CBS-uitzending. Toen Cheney stelde dat ook trainende Amerikaanse militairen kennismaken met waterboarding (om voorbereid te zijn op vijandelijke ondervragingen) werd niet gemeld dat Khalid Sheik Mohammed 183 keer in één maand werd schijnverdronken. Zes keer per dag het leven uit je voelen wegtrekken, dát is marteling. Cheney werd evenmin gevraagd naar de twintig tot veertig vermiste CIA-gevangenen. Hebben ze zelfmoord gepleegd door met hun hoofd tegen de muur te beuken? Zijn ze geliquideerd?
De CIA-methoden maakten Amerika net zo slecht als zijn tegenstanders. Dat is de grootste bom, mede gelegd door Cheney. En zolang de oud-vice-president ze kritiekloos mag propageren, zal die bom blijven tikken.