
In Le confessioni heeft de Italiaan Roberto Andò in ieder geval een ijzersterk uitgangspunt: een moord gepleegd aan de Duitse kust op de avond voor een belangrijke vergadering van de ministers van Economische Zaken van de G8. Het slachtoffer is Daniel Rochè, directeur van het Internationaal Monetair Fonds. De avond tevoren werd hij bezocht door een monnik, Roberto Salus (Toni Servillo), bij wie de geldbaas te biecht gaat. En uiteraard is de vraag: whodunnit?
Zo ver komt het niet in Le confessioni, juist omdat zoveel ‘plot’ andere vertelvaardigheden vereist dan die waarover regisseur Andò beschikt. Zelfs met zijn referentie aan een film van meesterverteller Alfred Hitchcock, I Confess uit 1953, over een pater met een biechtgeheim, zit hij ernaast. Dit verhaal schreeuwt om de narratieve stijl van Agatha Christie of Georges Simenon. Vooral die laatste: na de moord, of misschien is het zelfmoord, gaat het in Le confessioni al gauw om economisch-filosofische symboliek en om existentiële kwesties rond het geloof. Maar net zoals Andò geen Simenon is, zo is Salus geen Maigret, zodat de film uiteindelijk noch wat betreft verhaal noch wat betreft psychologie en metaforiek iets te vertellen heeft.
Maar alles is niet verloren; we hebben nog altijd Toni Servillo als de kartuizer, en nog beter: hij draagt zelfs het monnikengewaad! De rol is hem op het lijf geschreven: dat wereldwijze gezicht, getekend door de eeuwige last van het geloof, het eindeloos opbiechten van zondaars gevolgd door de gelofte van stilzwijgen. Niet dat deze kartuizer het zwaar heeft, integendeel, hij bevecht alle lasten die op zijn schouders rusten met een unieke meditatietechniek: altijd heeft hij een recordertje bij zich met daarop geluiden van vogelgezang. Het tjirpen biedt kennelijk soelaas; de natuur fungeert als tegenwicht voor de zwarte technocratie van het neoliberalisme. Want pater Salus heeft in die fatale nacht verschrikkelijke dingen gehoord van de imf-bankier, gespeeld door de uitstekende Franse acteur Daniel Auteuil. Wat die biecht precies inhield, we zullen het nooit weten. Want Salus zegt niets.
Wie het heeft gedaan? Geen idee, en het maakt blijkbaar ook niet uit, wat de onbeholpenheid in de vertelling verder onderstreept. Naast de G8-ministers en de monnik zijn er ook nog een rockster en een J.K. Rowling-achtige schrijfster van kinderboeken aanwezig in het hotel waar het verhaal zich afspeelt. Naar hun betekenis valt alleen maar te gissen. Het personage van Salus vormt een moreel centrum, zoveel is duidelijk. Maar zijn de andere twee personages dan ironische figuren die dienen als commentaar op het gebrek aan engagement in de cultuurwereld? Bij de ministers valt in ieder geval weinig te merken wat betreft schuld of schaamte over de immoraliteit in de bankensector die misschien tot de dood van de imf-directeur heeft geleid. Wie zal het zeggen? Salus niet, die luistert al weer naar zijn vogeltjes. Over engagement gesproken.
Te zien vanaf 13 oktober
Beeld: Toni Servillo als Roberto Salus een monnik in de film Le confessioni