De Nederlander leeft met de voortdurende angst dat hij aan zijn idealen, wensen, verlangens en dromen kapot zal gaan. Hij is domweg bang de controle te verliezen, aan het kortste eind te trekken. Daarom zal hij er alles aan doen zijn eigen wensen en verlangens klein te houden, zo klein dat hij ze kwijtraakt.

Zijn grootste nachtmerrie is dat hij op een dag zal ontdekken dat hij op lange termijn steeds kleine verliezen heeft geleden die hem uiteindelijk aan de rand van de afgrond hebben gebracht. Niet dat hij failliet is gegaan jaagt hem angst aan, maar dat hij die minuscule verliezen over het hoofd heeft gezien. Om dat soort blunders te voorkomen neemt hij accountants, belastingadviseurs, agenten en managers in dienst. Want 24 uur per dag voorkomen is beter dan de rest van je leven genezen. Bovendien vreest de Nederlander dat op een dag de mensen de camouflage doorzien waarmee hij door het leven gaat. Zijn goede inborst als dekmantel voor een ingewikkeld net van relaties, zijn communicatieve vermogens als draagvlak om daarmee te netwerken.

Dat Nederland in de jaren negentig gecamoufleerd was gaan leven, begint nu langzaam aan het licht te komen.

In de jaren negentig reikten de bomen tot in de hemel en kon al het huichelachtige optimisme nog gemaskeerd worden door te zeggen dat de groei absoluut was. Eind jaren negentig, toen bleek dat we er en masse ingestonken waren, toen de beurzen ons begonnen uit te lachen, toen we het gevoel hadden dat zelfs de accountants en managers ons een loer hadden gedraaid, toen de champagne in de nadronk bitter smaakte, raakte de Nederlander van de kook.

Maar hij behield zijn kalmte. Hij deed alsof er niks aan de hand was, alsof het niet aan hem lag. De oplossing was kernach tig: snijden in de uitgaven. Weg adviseurs, weg beleggings jongens, weg hypotheken die met een zware bal aan de beurs vast hingen. En dat alles om de slapeloze nachten uit te bannen.

Dat bleek niet genoeg, want je kunt verliezen op lange termijn gemaakt niet in één klap weg krijgen. Dat betekende dus verder snijden. De Nederlander, pragmatisch als hij is, probeerde de zaken concreet te houden. Als je dat nare gevoel niet één-twee-drie weg krijgt, wat moet je dan doen? Men vond de allochtoon uit.

Hier begint de facto de vernietiging van Nederland. Nederland is begonnen onder leiding van een laissez-moi-faire-politiek in zijn eigen vingers te snijden.

Er was iets mis met de allochtoon. Hij was te hinderlijk aanwezig, droeg vreemde kleding, had vreemde geuren. Het is een rottende vinger. Nadat diezelfde vreemde heerschappij het hart van de economie had getroffen, werd duidelijk dat deze economische last aangepakt moest worden. De wereldgeschiedenis, waar Nederland altijd zo ruimhartig buiten had gestaan, beukte op de Nederlandse deur in de vorm van de ander. Maar omdat die vreemde binnen de grenzen verkeert en dichtbij is, kan er ook met een werk van worden gemaakt.

Sindsdien ligt Nederland in de clinch met zichzelf. Het kan zijn verlies niet nemen, zo lijkt het. Het moet en zal die vinger ervan afsnijden!

De marges van wat we toelaten zijn steeds kleiner geworden. Het is voor een vreemdeling ontluisterend te zien hoe gemakkelijk die marges worden opgerekt al naar gelang de situatie.

Het geld is op, we kunnen geen leuke dingen meer voor onszelf doen. Wie nu naar Nederland komt, herkent het niet terug. Wie in Nederland is, wil eigenlijk weg. Intussen is men volop bezig Nederlands nieuwe, vreemde middenklasse een zachte dood te laten sterven. De oude middenklasse maant haar, waarschuwt haar, pakt haar aan, is opgehouden haar te verdedigen. De goede oude middenklasse waar alles in zit en uit komt: geld, fascis me, huizen, Youp van ’t Hek-gangers, tijdschriftenkopers, stemmen.

Een voormalige gevangenis directeur — het instituut van de angst — plakt vignetten op mensen. Men vindt dit in Nederland logisch. Men vindt geen generaal pardon ook geen probleem. Het aangeven van ne ven en nichten die met terreur worden geassocieerd, zou onderdeel moeten zijn van de burgerplicht. Ik heb al een paar neven en nichten op het oog die ik wil aangeven. Ze zijn me tot last, ik vind dat ze vreemd uit hun ogen kijken.

Je zou hardop moeten durven zeggen: migratie in de jaren zestig was een historische vergissing (het is bij deze gezegd), maar laten we proberen de nieuwe middenklasse niets in de weg te leggen. Laten we ophouden die middenklasse te be handelen als oudkomers, als gastarbeiders, als plantage werkers, als achterbaks, als militanten. Laten we ophouden ze te behandelen alsof ze allemaal moslim zijn.

Het schisma is dat de ene mid denklasse de andere het licht in de ogen niet lijkt te gunnen. Het is het verhaal van het schoolplein. De ene jongen hangt de blits uit met nieuwe kleding, de andere jongen pikt dat op en komt ook met nieuwe kleding op het plein. Dat vindt die eerste jongen niet leuk, hij vindt het niet eerlijk. Hij spuugt op die nieuwe jongen.

Het is vanuit economisch oogpunt heel gemakkelijk te verklaren. Er komt weer een vrager bij op de toch al krap bemeten markt. Meer vraag doet de prijzen stijgen, bijvoorbeeld van de kurk waar de Nederlandse economie op drijft: de huizenmarkt. En het is dezelfde middenklasse die het de concurrentie moeilijk maakt door haar prijzen stevig te laten zakken.

Er is geen enkel land in de wereld waar de nieuwe middenklasse, die absoluut niet haar mond kan roeren, zo wordt gefrustreerd als hier. Men heeft geen uitdaging voor haar, biedt haar geen instrumenten aan. Ze moet het zelf uitzoeken.

De nieuwe middenklasse echter is ideologisch verlamd. Socialisme ligt haar niet. Want als de PvdA íets heeft gedaan de laatste 25 jaar, is het diezelfde gastarbeiders zielig en gastarbeiderig behandelen. De VVD ligt haar ook niet. Want het paarlemoeren-kettingengehalte, de wereldvreemdheid en de, laten we het eerlijk zeggen, vrij simpele theorieën waarop haar hedendaagse wereldbeeld stoelt, zijn niet echt aantrekkelijk.

Nu, politici van Nederland, spoedt u in een denktank om die nieuwe middenklasse te bevrijden uit de ketenen die haar omgebonden worden! Zorg ervoor dat ze niet verder afdrijft van haar uiteindelijke bestemming! Geef haar weer nieuwe lucht! Daag haar uit en prikkel haar tot grote prestaties.

Uw beloning zal eeuwig durend zijn: stemmen tot in het hiernamaals. Hou op met neerkijken op donkere mensen. Hou op met het tergen van bevolkingsgroepen door allerlei ideeën te spuwen waar we een vieze smaak van in onze mond krijgen. Hou op met het stemvee niet serieus te nemen. Waar blijft uw Jelle Troelstra, waar is uw Abraham Kuyper? Liggen ze ergens te slapen, moeten ze wakker worden geschud? Voorkom dat het geliefde Nederland met zijn rinkelende fietsen, met zijn mooie euthanasie, met zijn weelderige haarbossen die Zandvoort onveilig maken zich een cruciale vinger afsnijdt: de vinger die naar de toekomst wijst, de vinger die nu tegen het voorhoofd tikt, de vinger op de zere wonde.

Ik ben bereid tegen een schikkelijk uurtarief elke partij van advies te voorzien. Ik zal stoppen met Heine om het vaderland te dienen. In tijden van schisma is geen plaats voor partijdigheid!