Hij heeft een plunjezak over zijn schouder en een stokoude Apple-computer in de hand: Steve Jobs als Syrische vluchteling. De schildering prijkt sinds enkele maanden op een muur van een tentenkamp van illegalen in Calais. Kunstenaar Banksy liet haar daar achter. De reacties waren meteen enthousiast. Een ijzersterk statement in het vluchtelingendebat, zo klonk het.

Maar een statement van wat, eigenlijk?

Bij hoge uitzondering voorzag Banksy dit nieuwe kunstwerk achteraf van een schriftelijke toelichting. ‘Ons wordt vaak wijsgemaakt dat migratie zwaar drukt op publieke middelen’, zo luidde de verklaring van de mysterieuze kunstenaar, ‘maar Steve Jobs was de zoon van een Syrische migrant. Apple is het meest winstgevende bedrijf ter wereld, het betaalt meer dan zeven miljard dollar per jaar aan belastingen – en het bestaat enkel en alleen omdat ze een jonge man uit Homs toegang gaven tot hun land.’

De lof voor Apple’s fiscale moraal zal menigeen doen fronsen. Het IT-concern krijgt al jaren felle kritiek over zich heen vanwege grootschalige belastingontwijking. Daarbij maakt het gebruik van Nederlandse en Ierse belastingconstructies. Persbureau Bloomberg rekende onlangs uit dat Apple mogelijk bijna acht miljard euro moet terugbetalen aan de Europese Unie.

Maar dat is in dit geval niet het punt. Net zo min als dat Steve Jobs zijn biologische vader, afkomstig uit een steenrijke Syrische familie, nooit heeft gekend. Hij groeide op in een adoptiegezin. Waar het werkelijk om gaat, is iets anders. Het is het verlangen dat uit die muurschildering van Banksy spreekt. Dat ergens tussen de menigte die elke dag weer de Middellandse Zee over probeert te steken een genie verstopt zit. Een wonderkind dat, als hij of zij maar even de kans krijgt, een multinational zal oprichten en de wonderlijkste spullen kan uitvinden. En die zouden wij uit angst voor het vreemde buiten de deur houden?

Hoe sympathiek dat ook lijkt, het is om twee redenen een volslagen foute voorstelling van zaken. Ten eerste is het succes van Apple niet het werk van één individu, hoe charismatisch ook. Het is te danken aan duizenden werknemers, van Silicon Valley tot China. Aan de vrijgevochten, bijna anarchistische atmosfeer ook aan de Amerikaanse westkust, waarin zoveel vernieuwende bedrijven konden ontstaan. En bovenal aan de Amerikaanse overheid. Zonder haar miljardeninvesteringen in fundamenteel onderzoek had de iPhone nooit gemaakt kunnen worden, zo heeft de econome Mariana Mazzucato overtuigend laten zien in haar boek The Entrepreneurial State.

Je kunt, ten tweede, ook een omgekeerde vraag stellen. Wat nou als er onder die honderdduizenden Syriërs, Eritreërs en Afghanen géén potentiële Steve Jobs schuilt? Als zij de komende decennia niet een succesvol bedrijf gaan oprichten, als ze de Europese begrotingen niet zullen spekken met miljarden euro’s aan belastingen – zou dat dan een argument zijn om deze vluchtelingen terug de oorlog in te sturen?

Terwijl het economisme in het onderwijs en de gezondheidszorg onder vuur ligt, kan het in het vluchtelingendebat op brede instemming rekenen. Immigratie is óók in ons eigen belang, benadrukken voorstanders. Het is goed voor de economie, concludeert de oeso bijvoorbeeld in de samenvatting van een recent rapport. Immigranten, lezen we, ‘dragen meer bij aan belastingen dan ze ontvangen aan uitkeringen’, ze ‘vullen belangrijke gaten op in zowel snel groeiende als teruglopende sectoren van de economie’ en bovendien ‘dragen ze in belangrijke mate bij aan de flexibiliteit van de arbeidsmarkt, vooral in Europa’. Als klap op de vuurpijl zou immigratie goed zijn voor innovatie en zelfs technologische doorbraken – in elk geval op beperkte schaal, in Israël en de Verenigde Staten.

‘Al het bewijs dat ik ken laat zien dat migranten meer bijdragen dan ze ontvangen’, stelde de aan Oxford verbonden migratiewetenschapper Ian Goldin onlangs in dit blad. Een van de voordelen die hij noemde: ‘De arbeidskosten in de bouw gaan omlaag, dus kun je meer bouwen.’

Werkgeversorganisaties staan dan ook positief tegenover de immigratiestroom. In Duitsland behoorden zij afgelopen zomer tot de voornaamste pleitbezorgers van een mild toelatingsbeleid. Immigratie zou noodzakelijk zijn tegen de vergrijzing. Migranten zijn immers vaak jong en in de kracht van hun leven. Dankzij hun komst kunnen we de toekomstige krapte op de arbeidsmarkt te lijf gaan. Vluchtelingen, zo juichte voorzitter Hans de Boer van vno-ncw, moeten vacatures opvullen in sectoren die nu moeite hebben geschikt personeel te vinden.

‘Migranten injecteren economische dynamiek. Ze zijn, bijna per definitie, ondernemend’

Je zou verwachten dat dit argwanende reacties oproept. Telt Nederland niet nog altijd 588.000 werklozen? Onder jongeren bedraagt de werkloosheid zelfs ruim elf procent. Horen bedrijven met openstaande vacatures niet eerst naar zichzelf te kijken, om te zien of zij hun potentiële werknemers niet meer geld, scholing of betere (vastere) contracten moeten bieden? Het tegendeel is het geval. Zo ontvangt de rechts-liberale Economist alom lof voor haar pleidooien voor een ruimhartig vreemdelingenbeleid. Het Britse weekblad stelt onomwonden dat ‘Europa meer vluchtelingen en economische migranten moet verwelkomen, ter wille van de wereld én zichzelf’. Dat laatste is eigenbelang: ‘Migranten zijn netto-bijdragers aan de publieke portemonnee. Ze injecteren economische dynamiek. Ze zijn, bijna per definitie, ondernemend.’

Dat een blad als The Economist hierop hamert, hoeft niet te verbazen. Anders dan de vvd doet vermoeden, is een economische liberaal die zijn eigen gedachtegoed serieus neemt voorstander van open grenzen. Van vrijheid van goederen, diensten, kapitaal én personen. Alleen dan kan immers sprake zijn van een echte mondiale arbeidsmarkt die voor ‘efficiënte allocatie’ zorgt: werknemers komen daar terecht waar het meest behoefte is aan hun vaardigheden.

Staten zitten dat proces met hun nationale grenzen in de weg. Zeker als ze die arbeidsmarkt ook nog verstoren met hoge minimumlonen en uitgebreide sociale voorzieningen. In de woorden van Milton Friedman: ‘Je kunt niet vrije immigratie hebben en een welvaartsstaat.’ Vandaar ook dat sommige jubelende rapporten over immigratie gepaard gaan met sterk politiek gekleurde beleidsadviezen. Zo waarschuwt het imf dat hoge minimumlonen en inflexibele arbeidsrelaties de integratie van nieuwkomers belemmeren. Uiteraard allemaal in het publieke belang.

Immigratie als een win-win-situatie: het is een verleidelijke gedachte. De ruzies over het vluchtelingenbeleid berusten in dat geval op een misverstand. Boze burgers begrijpen niet dat dit goed is voor hun eigen portemonnee. Hoe makkelijk zou dat alles maken.

Maar, zo blijkt uit talloze onderzoeken: het klopt niet. Zeker als het om Nederland gaat, zijn er weinig aanwijzingen dat immigratie economische voordelen biedt. Dat geldt overigens ook voor de omgekeerde bewering, namelijk dat de komst van zoveel nieuwelingen onvermijdelijk bakken met geld kost.

Feit is dat, zoals ecb-president Mario Draghi opmerkte tijdens het World Economic Forum in Davos, de groei van het aantal asielzoekers op korte termijn de economie stimuleert. Ze dwingt landen als Duitsland en Nederland tot hogere publieke uitgaven, bijvoorbeeld aan huisvesting. Dat leidt tot een zeer bescheiden extra bbp-groei – De Nederlandsche Bank rekent met veel slagen om de arm op een plusje van 0,14 procent. Hierdoor zal de werkloosheid met 0,1 procent afnemen. Niet veel, maar het maakt de kans dat een bouwvakker het komend jaar werk vindt dankzij de vluchtelingenstroom wel groter dan dat hij zijn baan verliest aan een immigrant.

Voor de langere termijn ligt het ingewikkelder. Wie goed leest, ziet dat de optimistisch getoonzette imf-papers bol staan van de voorbehouden. Immigratie kan voordelen hebben, het is in potentie goed voor de overheidsfinanciën, het kan helpen bij de vergrijzing. Maar zal dat ook gebeuren? Of loopt het anders? Zelfs de rapporten van de oeso zijn, ondanks de lyrische conclusies, voorzichtig. Jawel, immigratie kan gunstig uitpakken voor de economie. Maar dan gaat het om landen als Canada, dat gericht hoogopgeleide migranten aantrekt. Of rijke staatjes als Luxemburg en Zwitserland waarvan de economieën voor een belangrijk deel draaien op gastarbeiders.

Voor Nederland zien de cijfers er anders uit. Het heeft iets bizars, gezien de rel die in 2009 nog ontstond toen pvv-leider Geert Wilders wilde weten wat immigratie Nederland kost. Het kabinet weigerde toen, ogenschijnlijk principieel, die som te maken. Mensen, viel d66-leider Pechtold bij, zijn ‘geen economische goederen met een winst-en-verliesrekening’. Uiteindelijk liet de pvv het zelf uitrekenen door Nyfer. Het onderzoeksbureau kwam uit op meer dan zeven miljard euro per jaar.

Achteraf blijkt dat allemaal politiek theater te zijn geweest. De ijskoude cijfers over hoeveel een migrant de Nederlandse schatkist oplevert en kost waren namelijk al lang voorhanden. Sindsdien zijn er alleen maar meer onderzoeken bij gekomen. Dus weten we dat een nieuwkomer van 25, als het hem net als vorige generaties immigranten vergaat, per saldo 43.000 euro zal kosten. Het getal achter de komma wordt er nog net niet bij vermeld.

Als iemand reden heeft zich op inspraakavonden boos te maken, dan zijn het de eerdere generaties nieuwkomers

Veel hangt af van het soort migratie. Zo houdt de Nederlandse overheid netto geld over aan tijdelijke arbeidsmigranten. Toch is het totaalplaatje zelfs voor arbeidsmigranten – inclusief degenen die blijven dus – negatief. ‘Arbeidsmigratie op grote schaal is geen effectief middel om de financiële gevolgen van de vergrijzing te verlichten’, concludeerde het cpb al in 2003. ‘Ook voor de arbeidsmarkt vallen geen positieve effecten te verwachten van arbeidsmigratie op grote schaal.’ Een triest voorbeeld zijn de Turkse en Marokkaanse gastarbeiders die in de jaren zestig naar Nederland werden gehaald. De sectoren waarin zij aan de slag gingen, werden al gauw naar het buitenland verhuisd. Vervolgens dumpten werkgevers hen massaal in de uitkering.

Immigratie doet weliswaar het bbp toenemen, maar dat zegt weinig. Vrijwel elke bevolkingstoename leidt tot economische groei. Zelfs als alle nieuwkomers in de zware criminaliteit terecht zouden komen, zou het bbp stijgen, al was het alleen maar vanwege hogere publieke uitgaven aan politie en justitie.

Voor de vluchtelingen die zich nu melden in Nederland ziet het er niet beter uit. Slechts een kwart van de asielzoekers die een verblijfsvergunning krijgen, heeft wanneer ze twee jaar in Nederland zijn voor meer dan acht uur per week werk. Dat blijkt uit een recent onderzoek van de wrr en het wodc. Het positieve nieuws: na vijf jaar is dat al de helft. Om vervolgens langzaam nog iets toe te nemen. Na vijftien jaar in Nederland heeft 57 procent van de ex-asielzoekers een baan.

De ene groep migranten doet het beter dan de andere. Waar Somaliërs in alle statistieken onderaan bungelen, zijn Iraniërs en mensen uit het voormalige Joegoslavië relatief succesvol. Maar in alle gevallen blijft de werkloosheid hoger dan onder autochtone Nederlanders. In de woorden van de opstellers van het rapport: ‘Over geen enkele groep is een succesverhaal te vertellen.’ De oorzaken hebben alles te maken met de weerbarstige werkelijkheid die maakt dat een soepel werkende mondiale arbeidsmarkt een utopie is en blijft. De taal is een probleem, net als discriminatie door werkgevers. Nieuwkomers dragen trauma’s met zich mee, ze worden murw gebeukt door een eindeloze asielprocedure, om vervolgens verstrikt te raken in de Nederlandse bureaucratie, bijvoorbeeld wanneer ze hun diploma’s willen omzetten.

Het voornaamste slachtoffer hiervan zijn de immigranten zelf. Want al het alarmisme ten spijt, de gevolgen voor de overheidsfinanciën en de werkloosheid blijven zelfs in de negatievere scenario’s bescheiden. Als het kabinet morgen besluit de Groningse gaskraan volledig dicht te draaien, heeft dat meer financiële impact.

Maar er is nog iets anders aan de hand. Het idee dat iets ‘goed is voor de economie’ blijkt vaak misleidend. Want wat is dat precies, die economie? Zijn dat ook de sociale kosten van migratie, van Filippijnse kinderen die zonder hun ouders opgroeien omdat die moeten werken in Dubai of Wassenaar? Gaat het hier over de voordelen voor de Nederlandse economie, of ook die van de herkomstlanden? Die ontvingen in 2014 weliswaar voor 436 miljard dollar aan geldoverboekingen van emigranten, maar ze worden ook geteisterd door een aanhoudende braindrain. Zelfs als de Syrische economie vanaf nu met drie procent per jaar gaat groeien, dan zal het nog twintig jaar duren om terug te komen op het bbp van 2010 – mede door de enorme hoeveelheid inwoners die zijn vertrokken.

Een andere kwestie die vaak buiten beeld blijft, is wie hier bínnen Nederland van profiteert. Zijn we dat allemaal, of slechts bepaalde groepen? Dat laatste blijkt het geval. ‘De inkomensherverdeling tussen groepen in de reeds aanwezige bevolking is relatief omvangrijk’, schreef het cpb in 2003. Mensen wier vaardigheden verschillen van die van de nieuwe immigranten zullen voordeel hebben van hun komst. Denk aan de migratiewetenschapper die goedkoper zijn huis kan laten verbouwen. Anders ligt het voor beroepsgroepen die hier directe concurrentie van ondervinden, zoals schoonmakers of vrachtwagenchauffeurs. Zij kunnen erop achteruit gaan, al is het effect beperkt tot enkele procenten loondaling of iets meer werkloosheid.

Het zijn ook hier vooral immigranten zelf die de last dragen. In dit geval de eerdere generaties nieuwkomers en hun kinderen wier banen op de tocht staan. Zij hebben ook het meest last van de toegenomen concurrentie om goede en betaalbare huurwoningen, en de neerwaartse druk op de lonen aan de onderkant van de arbeidsmarkt.

Als iemand reden heeft zich op inspraakavonden boos te maken over de komst van tienduizenden vluchtelingen, dan zijn zij het. In plaats daarvan zwijgt deze minderheid.

Het idee dat migratie goed is voor de economie blijkt een mythe. Zeker in Nederland. Het helpt niet tegen de vergrijzing, en het levert per saldo geen geld op, laat staan een multinational à la Apple. Op z’n best kun je uit het onderzoek afleiden dat het allemaal wel meevalt. De overheidsfinanciën kunnen het aan, de werkloosheid zal niet exploderen, en de verzorgingsstaat – daar is net zo goed op bezuinigd in jaren dat er amper asielzoekers kwamen, met dank aan vvd, cda en pvda.

Belangrijker is de vraag of het hier werkelijk om moet gaan. Het antwoord is nee. Er zijn buiten het misplaatste rendementsdenken tal van goede redenen om de grenzen open te houden voor vluchtelingen. Omdat je mensen niet terug een oorlog in mag sturen. Omdat het enige werkelijke alternatief – terugduwen in zee, schieten, hekken met stroom erop – ons net zo misdadig maakt als een Assad, of IS. Maar bovenal omdat mensen het volste recht hebben om daar te gaan waar ze een toekomst denken te kunnen vinden. Of ze nou Steve heten of Aisha.


Beeld: (1) Calais, 19 december 2015. Banksy-graffiti, Steve Jobs (Anna Branthwaite / Corbis / HH); (2) Utrecht, 1 februari. Vluchtelingen zijn in het ecologisch tuinenpark De Driehoek aan het werk als vrijwilliger (Piroschka van de Wouw / ANP)