Deze week debatteert de Tweede Kamer over de begroting van Sociale Zaken. En over de WAO. Inmiddels gaat Linschoten als staatssecretaris van Sociale Zaken zelf over de uitkeringen. En hij maakt zich zorgen. Niet over het gevreesde uitblijven van resultaten van de WAO-wetten, maar over de al te gunstige effecten ervan. Want de nieuwe wetgeving is een doorslaand succes. Het aantal arbeidsongeschikten daalt met rasse schreden. Dank zij het feit dat alleen feitelijk aantoonbare medische kwalen nog leiden tot afkeuring en dank zij het feit dat iedereen wordt goedgekeurd die nog tot enige arbeid in staat is, wordt bijna geen nieuwkomer nog toegelaten en wordt de helft van de oude lichting via een herkeuring in rap tempo weer arbeidsgeschikt verklaard. Waarna arbeidsbemiddelaars klaarstaan om uit te leggen dat je vooral positief moet blijven denken en bij sollicitaties het ‘W-woord’ dient te vermijden. Hetgeen uiteraard niet verhindert dat het gros van degenen die op pad gaan met diagnosen als ‘loempiavouwer’ of ‘bonsaiboomkweker’ voorgoed in de bijstand belandt.
De WAO-discussie is een wrange lachspiegel voor het politieke bedrijf. Eerst maak je een arbeidsongeschiktheidswet. Na verloop van tijd constateer je dat de werkgevers daar wat al te ruim gebruik van maken. Dan verlaag je de uitkeringen een beetje en neem je een wet aan die bedrijven verplicht minimaal drie procent gehandicapten in dienst te hebben. Geen werkgever die zich eraan houdt, inclusief de overheid. Het geloof in eigen kunnen is dan zodanig aangetast, dat je ten slotte besluit tot het vrijwel geheel afschaffen van het begrip arbeidsongeschiktheid. En zie, het wonder geschiedt. Niet dat al die voormalige arbeidsongeschikten nu ineens weer blije werknemers zijn. Met het weggedefinieerde deel van het arbeidsongeschiktheidsbegrip wordt ook het grootste deel van de WAO- populatie weggedefinieerd naar de bijstand. Nu moeten de regels weer worden ‘verzacht’ omdat de dames en heren politici schrikken van het feit dat ze voor het eerst wetgeving op dit terein blijken te hebben gemaakt die precies doet wat ze beoogden. Of, zoals een mevrouw van het VNO zei: ‘Het is toch helemaal niet erg dat die mensen nu in de bijstand komen? Daar horen ze thuis, als ze volgens de wet niet arbeidsongeschikt zijn.’ Precies. De boekhouding klopt weer. Dus niet de regeling moet herzien, beaamde premier Kok tegenover Paul Witteman, maar ‘we moeten ons best doen meer banen te scheppen’. Zo'n 25.000 extra Melkert-banen, meneer Kok? Krijgen we op iedere straathoek behalve een stadswacht en een straatveger straks ook een loempiakar?
Welnee, in de woorden van Linschoten: ‘Over een jaar staan we hier weer en hebben we het over de volledig uit de hand gelopen bijstandswet.’ Niks zo voorspelbaar als boekhouders.
Redactioneel
Het w-woord vermijden en positief denken
‘Als we dit doen, staan we hier over twee jaar weer, en dan hebben we het over een nieuwe WAO-ingreep.’ De dramatische verklaring van VVD-kamerlid Robin Linschoten aan het eind van het WAO-debat, nu bijna twee jaar geleden, was gericht aan zijn PvdA-collega Leijnse. Diens streven om de bestaande gevallen te vrijwaren van verlaging van hun uitkering zou volgens de VVD'er alle pogingen om het aantal WAO'ers terug te dringen teniet doen.
www.groene.nl/1994/49