De avond begint om zeven uur en komt tegen middernacht sidderend tot stilstand. Onderwerp: het revolutiejaar 1789, de aanloop ernaartoe, de nasleep. Thema en plot: wat gebeurde er in de kraamkamer van het discours over democratie, althans over een andere dan autocratische of oligarchische wijze om een land, een staat, een economie, een volk te besturen? Voertaal: mitraillerend Frans met alerte boventitels. We mogen het Holland Festival dankbaar zijn dat ze deze spectaculaire en sobere vertel- en debatvoorstelling naar Amsterdam hebben gehaald.

De voorstelling voltrekt zich in drie delen. Het eerste deel werkt toe naar de ‘Eed op de kaatsbaan’, 17 juni 1789, waar de Derde Stand van burgers en middenklassen zwoer niet uit elkaar te gaan tot het land een grondwet zou hebben. Het tweede deel komt ergens uit bij de Bastille en de beroemde bestorming. En het derde deel toont wat er met discussies gebeurt als ze continu door ontploffingen worden onderbroken. En werkt toe naar het moment waarop koning Louis XVI besluit niet meer naar adviezen van jan en alleman te luisteren, maar zelf over zijn land te gaan nadenken, een voornemen dat te laat komt, weinig goeds belooft, en zijn eind inluidt.

Op die lange route komt alles voorbij wat, toen en nu, aan beren, hobbels, obstakels, valkuilen en andere hindernissen overwonnen moet worden voor men bij iets aankomt dat op ‘het volk spreekt’ begint te lijken. De variaties van wantrouwen. De slimme debatfoefjes. De klassieke redeneerfouten. De misverstanden. De dilemma’s – hoe vertegenwoordig je een amorfe massa? De nieuwigheden – hoe leg je uit dat iets vertrouwds misschien passé is? En de paradoxen – waarom is een volk dat zich bewapent tegen willekeurig geweld van boven-hen-gestelden een erg slecht idee? Niets wordt overgeslagen in deze naar adem snakkende vertelling over het uitvinden van het wiel, de vele wielen, die bij elkaar misschien de redelijke waarheid over de onredelijke werkelijkheid heten te zijn.

Veertien magistrale toneelspelers verbeelden een veelvoud van personages en doen dat (ondersteund door figuranten) zo goed dat je je als toeschouwer omsingeld waant door een leger acteurs. De vorm is simpel, het licht slim, de hele zaal van de schouwburg wordt gebruikt. Waardoor wij als het ware door de handeling worden meegezogen, opgevreten en weer uitgespuugd.

De voorstelling over hetzelfde onderwerp, 1789 van het Théâtre du Soleil (tussen 1970 en 1974 door Frankrijk en Europa op tournee, ook verfilmd) kwam in mijn herinnering terug. Die was gemaakt op de adem van onze protestgeneratie. Deze performance lijkt analytischer, klinisch bijna, getekend door een inktzwarte ironie. Een onvergetelijke toneelavond.

Ça ira (1) Fin de Louis is niet meer te zien. Informatie: secretariat@louis-brouillard.fr of bij Odéon Théâtre de l’Europe, waar Joël Pommerat tot het artistieke kernteam behoort; theatre-odeon.eu


Beeld: Ça ira (1) Fin de Louis (Elizabets Carecchio / Holland Festival)