Zal de wereld over twee jaar Hillary Clinton als president van Amerika hebben? Afgelopen weekend heeft ze haar besluit genomen, wat betekent dat haar verkiezingsmachine in werking is gesteld.
Er zullen enorme sommen worden verzameld, sommige bronnen spreken over meer dan anderhalf miljard, binnenkort breekt de heksenketel van de verkiezingsstrijd los, met de attack ads. De leugens en de laster van de campagne. Maar als vrouw van president Clinton heeft ze een groot incasseringsvermogen opgebouwd en later als minister van Buitenlandse Zaken heeft ze aanzienlijke politieke ervaring opgedaan. Ze kent de wereld, en Republikeinse concurrenten die haar kunnen evenaren, hebben zich nog niet aangediend.
Bovendien heeft ze ervoor gekozen zich niet kritisch op te stellen tegenover Obama maar hem zo veel mogelijk tot een van haar belangrijkste bondgenoten te maken. Of dit verstandig is staat te bezien. Bij de tussentijdse verkiezingen heeft Obama de meerderheid in het Congres verloren. Maar aan de andere kant wordt hierdoor een publieke ruzie in het Democratische kamp vermeden en heeft Obama zijn goodwill onder de lagere klassen niet verloren. Dit alles in aanmerking genomen is Hillary al de ideale kandidaat.
Wat kunnen de Republikeinen er tegenover stellen? Voorzover nu bekend Rand Paul uit Kentucky, Ted Cruz uit Texas en Jeb Bush, de broer van George W. – geen progressief gezelschap, maar dat heeft daar een andere betekenis dan bij ons. Vooral in de afgelopen vijftien jaar is Amerika meer een klassenmaatschappij geworden. Obama heeft zijn best gedaan, maar desondanks zijn de sociale tegenstellingen toegenomen. De zeer armen zijn talrijker, de rijken zijn nog veel rijker geworden, een stad als Detroit verkeert op de rand van de financiële ondergang. De tijd dat Amerika God’s Own Country was, is voorgoed voorbij.
Deze verkiezingen zouden de eerste kunnen zijn waarin de Amerikanen de nieuwe waarheid van hun land onder ogen beginnen te zien. Misschien is Amerika nog wel de sterkste supermacht ter wereld, maar de twijfel is gegroeid, vooral tijdens het presidentschap van Obama, hoewel hij daar niet de eerste oorzaak van is. De in wezen voorzichtige buitenlandse politiek van Bill Clinton had inmenging in buitenlandse conflicten verhoed. Tenslotte werd alleen uit de lucht in de Joegoslavische burgeroorlogen ingegrepen terwijl dit een Europees vraagstuk was. Intussen ging de economie gestaag vooruit. In die tijd was Amerika een relatief probleemloos land. Clinton had alleen zijn binnenlandse vijanden onderschat.
De ontmaskering kwam met de affaire-Monica Lewinsky. Deze zaak werd door de Republikeinen tot op het bot uitgebuit maar ten slotte ontbrak het in het Congres aan de vereiste meerderheid om het proces van impeachment, het afzetten van de president, door te zetten. Wel droeg het schandaal krachtig bij tot de overwinning van George W. Bush. En daarmee was de volgende fase in de Amerikaanse geschiedenis begonnen.
Bush en zijn omgeving in de politiek, de top van het bedrijfsleven en een aantal ultraconservatieve media zijn in hoge mate verantwoordelijk voor de economische crisis. De grondslag daarvoor werd al gelegd voor 9/11. Daarna heeft deze president een reeks van beslissingen genomen die in alle opzichten tot een verzwakking van Amerika als wereldmacht hebben geleid. De oorlogen in Afghanistan en Irak zijn mislukt en de gevolgen daarvan blijven een zware belemmering voor de buitenlandse politiek. Obama heeft zich niet meer aan expedities te land gewaagd. Boots on the ground is in Washington praktisch een taboe geworden.
Wordt Hillary Clinton de volgende president, dan moet ze er rekening mee houden dat ‘het machtigste land ter wereld’ zich in een volstrekt nieuwe rol bevindt. Amerika is veranderd en hetzelfde geldt voor de wereld. Dat zullen de Amerikanen moeten beseffen, net als de bondgenoten. Niet de rest van de wereld maar het Westen zal zich moeten aanpassen, nog altijd bij voorkeur onder Amerikaanse leiding, als het een Democraat is.