De ‘zaal’ op het podium (ontwerp: Thomas Rupert) is grijzig & ijzig, een vrieskouruimte. De dansers zijn van Conny Janssen Danst. Aanvankelijk is er maar één, een vrouw die een bed deelt met een ontwortelde boom onder een paardendeken. Links is in de achterwand een hoge smalle poort uitgespaard. Rechts, hoog achterin is een erker gebouwd. Daarin twee mannen en een vogelkooi. De mannen laten hun snaren en toetsen kraken en piepen. Binnen luttele ogenblikken komen hier dertien dansers samen, in lengte, haardracht en huidskleur zeer verschillend, blootsvoets of op sokjes, dun gekleed in hemden, rokjes, ondergoed, flets gekleurde broeken. Ze lijken bangig maar dat gaat weer over. Een paar keer staan ze als een soort mensenpropje in de benauwde poort en kijken rillend toe hoe enkele van hun lotgenoten het ervan af brengen in die kale ruimte.

Home, van Conny Janssen Danst © Leo van Velzen

Menselijke lichamen die bewegen in afwisselend geordende en ogenschijnlijk ongeordende patronen, in lijnen die worden getekend in een ruimte en die min of meer harmoniëren met muziek, dat alles bij elkaar zou je dans kunnen noemen. De kunstvorm vertelt een verhaal zonder dat verhaal te vertellen. De kalme ordening van bijkomende betekenissen wordt speels aangeleverd en herschikt zich voor negentig procent in ons hoofd. Wij maken de vertelling. If any. De dansers, deze dansers schokschouderen met de armen stijf tegen hun lijf, ze maken pompende bewegingen met de ellebogen naar achter of de handen richting borststreek, ze omhelzen elkaar of springen elkaar onstuimig in de armen, ze doen elegante danshuppeltjes die wij kennen van Singing in the Rain of van So You Think You Can Dance of uit de disco. Ze demonstreren plezier en onzekerheid, ze draaien rondjes, ze kraken en ondersteunen elkaars kwetsbare ruggen. En… ze dringen geen betekenis op.

Wij kijken. Jaloers genieten we van hun kunsten en van de samengebrachte danspret. Ondertussen verzinnen we er verhalen bij. Dans kijken is een les in vrij tekenen met het potlood van de fantasie op het lege vel van de ruimte. Omdat het luide spreken in dans afwezig is (geschreeuwd wordt hier veel, maar steeds geluidloos) is het beeld van gezamenlijkheid dat we op het podium zien een troostende balsem voor onze gekwelde zielen. Michel Banabila en Maarten Vos boetseren uit hun snaren en toetsen een muzikaal tapijt dat zo betoverend mooi is dat je de volheid pas merkt als de laatste tonen zijn weggestorven. Wanneer ook de dans stopt, voel je in de oorverdovende stilte erna pas dat je bent aangeraakt. Door een groep mensen die ruim vijf kwartier hebben laten zien hoe een potentiële gruwelruimte en een kansloze vrieswereld toch een huis wordt, dat hoe dan ook iets van een thuis heeft. Met waterige ogen loop je weg van de plaats waar een wonder ontstond. Nogmaals: Conny Janssen Danst heten ze. Hun dansavond heet Home. U heeft nog tot 30 april om dit niet te missen.


Home speelt 18 februari in Leiden, 21 en 22 februari in Amsterdam, 23 en 24 februari in Utrecht, t/m 30 april overal in het land; connyjanssendanst.nl