Een foto waarop Richard en Mildred Loving samen op de bank televisie zitten te kijken, midden jaren zestig gepubliceerd in Life Magazine, verraadt op het eerste gezicht niets van hun situatie. Ze lijken zo gelukkig: zij rookt een sigaret, hij ligt met zijn hoofd op haar schoot, zijn benen lang uitgestrekt. Ze kijken naar The Andy Griffith Show, een sitcom over een sheriff van een klein stadje die problemen oplost met een mix van menselijkheid en gezond verstand. Het is wrang dat ze hier zo van genieten, omdat de Lovings een paar jaar tevoren slachtoffer werden van plaatselijke politieagenten die gezond verstand noch menselijkheid hadden. Ze werden namelijk gearresteerd toen bleek dat ze verliefd op elkaar waren en dat ze getrouwd waren. En dat was dus een misdaad.

De titel van de reportage in Life, ‘The Crime of Being Married’, vangt de essentie van de tragedie waarin Richard en Mildred Loving terecht waren gekomen, ook verwoord in de eerste zinnen van het stuk: ‘Zij is negro, hij is wit, en ze zijn getrouwd.’ Jaren later, nu, zijn de foto’s hartverscheurend prachtig om naar te kijken; zo veel liefde druipt van de taferelen af, en je krijgt een vreemd gevoel van schaamte tijdens het kijken. Misschien heeft het ermee te maken dat het allemaal verboden is: Richard spelend met zijn witte en zwarte en lichtbruine kinderen; Richard met zijn vrienden, allemaal zwart; hoe Mildred naar haar man kijkt, zo verliefd; een foto waarop Richard en Mildred van achteren worden gefotografeerd terwijl ze hand in hand lopen; Richard en Mildred bij de drag races, hij zo cool, nonchalant met zijn arm op haar schouder, een sigaret tussen de vingers van zijn arbeidershanden. En dan, Richard en Mildred op de bank voor de televisie.
Op het moment dat de foto werd genomen bevonden de Lovings zich midden in het proces dat hen beroemd maakte: een historische zaak in het hooggerechtshof op initiatief van senator Robert Kennedy aangespannen door de American Civil Liberties Union (aclu ). In 1967 beslisten de hoogste rechters van het land dat het huwelijk een recht is dat mensen niet op basis van ras kan worden ontnomen. Hiermee zetten zij ook een streep door het verbod op rassenvermenging. Dat had namelijk witte suprematie als grondslag, oordeelden de rechters, omdat het slechts witte mensen verboden was gemengde huwelijken aan te gaan.
Zo ver is het nog niet wanneer Richard en Mildred in hun huis in een afgelegen gebied in Caroline County, Virginia, naar The Andy Griffith Show kijken. Althans, zo verbeeldt regisseur Jeff Nichols de Life-foto in zijn film Loving waarin Joel Edgerton en Ruth Negga de hoofdrollen vertolken. Of ze destijds op dit moment naar deze specifieke show keken is niet bekend; in de reportage is er geen melding van. Maar het is wel veelzeggend: de show verbeeldt een Amerika dat mijlenver van de roerige jaren zestig staat. Dat televisie-Amerika is een gedroomd land waarin optimisme heerst, waarin mensen aardig zijn voor elkaar, waarin je kunt rekenen op de morele integriteit van ambtenaren en van de publieke instituties waarvoor ze werken. Hoe anders is de echte werkelijkheid waarin Richard en Mildred zich bevinden terwijl ze naar de lieve sitcom-sheriff kijken. Zoals ze hier zitten zijn Richard en Mildred criminelen.
De foto illustreert de rode draad in Nichols’ film, namelijk de spanning tussen het privé-leven en de publieke zaak in tijden van sociale en politieke onrust. En de vraag waar je in een democratie precies op kunt rekenen wanneer er sprake is van persoonlijk onrecht. De koppeling van deze twee domeinen vindt plaats in een schitterend gemonteerde sequentie waarin het beeld van de statige marmeren pilaren van het hooggerechtsgebouw in Washington overgaat in een scène waarin de witte, houten lambrisering in het eenvoudige huis van de Lovings in Virginia in beeld komt. Het private en het politieke vloeien in elkaar over: Richard en Mildred wonen de rechtszaak niet bij, maar vragen aan een aclu -advocaat om één ding tegen ‘the judge’ te vertellen: ‘Zeg tegen de rechter dat ik van mijn vrouw houd.’ Of dat genoeg is, is maar de vraag.
Als je films uit de laatste vijf jaar moet opnoemen die een blijvende indruk hebben gemaakt, dan is de kans groot dat een van deze er tussen staat: Take Shelter, Mud en Midnight Special. Allemaal zijn ze van Jeff Nichols en allemaal vertellen ze over eenlingen die om welke reden dan ook gemarginaliseerd zijn: een man die ervan overtuigd is dat het einde van de wereld is aangebroken; een crimineel die zich verschuilt op een eiland; een vader die vlucht met zijn zoontje dat over bovennatuurlijke gaven beschikt. En nu Richard Loving: hij staat niet zozeer alleen, maar leeft in een gemeenschap waar de invloed van de buitenwereld aanvankelijk minimaal is.

Hoe dat komt laat Nichols in het eerste half uur van zijn film zien. Richard en Mildred wonen in een bosrijk gebied in Caroline County, Virginia, waar wit en zwart en alles wat ertussen zit – zo duidelijk wordt het niet gezegd, maar je ziet wel diverse tinten zwart en wit in de huidskleur van de personages – ogenschijnlijk in harmonie met elkaar samen wonen. Het is net alsof de sociale utopie zoals geschetst in The Andy Griffith Show ook in het echt kan bestaan. De mensen bevinden zich in hetzelfde schuitje; of je nu wit of zwart bent, je moet een bestaan opbouwen. Je werkt samen, je relaxt samen. Richard is een man die houdt van drag races en na zo’n dag met de auto’s op het asfalt gaat hij met zijn vrienden, allemaal zwart, naar de kroeg. Niemand die er iets over zegt. En al helemaal niet de zwarte familie van de mooie Mildred op wie hij verliefd is. Er is slechts de suggestie dat sommigen in de gemeenschap deze vanzelfsprekende mengeling niet goed vinden: witte mannen die wantrouwig en met dreigend geweld in hun lichaamshouding naar Richard en zijn vrienden kijken.
Zo vreedzaam is de omgeving niet, en dat is de reden waarom Richard en Mildred naar Washington gaan om officieel in het huwelijk te treden. Het is juni 1958, Richard is 24, Mildred is achttien, net zwanger van hun eerste kind.
Een paar weken later verandert alles. In het holst van de nacht slaan politieagenten toe op het huis van Richard en Mildred. Ze worden uit bed gerukt, gearresteerd en in de gevangenis gestopt. De aanklacht: overtreding van de wet tegen rassenvermenging, vastgelegd in de Racial Integrity Act van 1924 die de bevolking classificeert in ‘wit’ en ‘gekleurd’ en die huwelijken tussen deze twee groepen criminaliseert. Op advies van een advocaat bekennen de Lovings schuld. Gevolg: ze mogen de volgende 25 jaar niet meer in Virginia wonen. Ze verhuizen naar Washington, waar Richard als bouwvakker gaat werken terwijl Mildred thuis voor de kinderen zorgt.
‘Je moet voor jezelf wat burgerrechten pakken, kind!’ Dit advies van Mildreds zus leidt ertoe dat ze een brief aan senator Kennedy schrijft wiens kantoor haar in contact brengt met de aclu -advocaten. Het is bijna alsof Richard en Mildred ‘terloops’ in de juridische molen belanden – alsof je inderdaad even je rechten moet gaan ophalen. Dit is een cruciaal element in Nichols’ film. Hiermee laat hij zien dat de mechanismen van gerechtigheid aanwezig én functioneel zijn. Met andere woorden: onrecht is er in de maatschappij, maar de mogelijkheid om dat te corrigeren via de instituties van de rechtsstaat is er evenzeer.
Op dit punt wijkt Loving radicaal af van soortgelijke verhalen waarin onrecht via democratische processen wordt rechtgezet. Richard en Mildred handelen niet uit sociaal bewustzijn, gemotiveerd door de wetenschap dat de wereld baat zal vinden bij hun daden. Ze beginnen dat hele rechtsproces simpelweg omdat ze samen met hun kinderen in dat huis in Caroline County, Virginia, willen wonen. Vandaar Richards verzoek aan zijn advocaat om tegen de rechter te zeggen dat hij van zijn vrouw houdt. Later zegt hij in de Life-reportage: ‘We hebben aan andere mensen gedacht, maar we doen dit niet alleen maar omdat iemand het moet doen (…) we doen het voor onszelf, omdat we hier willen wonen.’
Dat dit intens persoonlijke liefdesverhaal uiteindelijk bijna onbedoeld zoveel heeft losgemaakt – de zaak Loving v. Virginia leidde tot afschaffing van de wet tegen rassenvermenging – sluit aan bij Nichols’ obsessie met het idee van nobiliteit in afzondering. Hij laat zien dat opstand en verzet niet per definitie in grootse, maatschappelijk geëngageerde handelingen liggen, maar dat ze simpelweg gestalte kunnen krijgen in de wijze waarop gewone mensen ‘bestaan’, in hoe ze van dag tot dag dezelfde kleine, alledaagse dingen doen die we allemaal doen. In hoe gewone mensen leven. Natuurlijk, er is een voorwaarde, en dat is de aanwezigheid van levenskrachtige publieke instituties in een goed werkende rechtsstaat. Maar toch: in Loving zien we vooral hoe groots het alledaagse kan zijn.
Vandaar ook Life. De titel zegt alles. In Nichols’ film arriveert de fotograaf, gespeeld door de schitterende acteur Michael Shannon, bij het huis van de Lovings, en het is alsof hij meteen een vriend is. Onze vriend en vriend van Richard en Mildred. Hij is geen louche reporter die valse informatie wil verspreiden, maar een journalist op zoek naar waarheid. Hij legt contact, niet om iets uit te buiten, maar om een mysterie vast te leggen: hoe is het mogelijk dat zoiets ‘kleins’, twee mensen die van elkaar houden, zo revolutionair kan zijn? Hij blijft eten, en als de tafel is afgeruimd gaan ze met z’n drieën televisie kijken, de Lovings op de bank, de fotograaf zittend op de vloer met zijn rug tegen de muur leunend. Hij maakt de foto ongemerkt. Zij zien hem niet eens. De wereld vervaagt, er is alleen deze man die zijn hoofd neerlegt op de schoot van de vrouw van wie hij houdt.
Loving is vanaf 25 januari te zien op het IFFR; iffr.com, en vanaf 23 februari in de bioscoop