Het opvallendste rond de discussie is de bocht van honderdtachtig graden die het CDA heeft gemaakt: na jarenlang voor boringen in de Waddenzee te zijn geweest, heeft de partij bedacht dat het toch beter is om zich ertegen te keren. Het CDA, vertwijfeld op zoek naar een oppositioneel profiel, is zich plotseling bewust van de ecolo gische en maatschappelijke problemen rond de boringen. Zelfs het goede oude ideaal van het rentmeesterschap wordt weer van stal gehaald. In dat licht zou het niet verantwoord zijn uit puur economisch oogpunt gasboringen toe te staan. Als er al gas zou zitten onder de Waddenzee, moet dat blijven zitten, zodat latere generaties daar eventueel van zouden kunnen profi teren, aldus het CDA. Hans Goslinga betoogt in Trouw dat de ommezwaai van het CDA een voorbode is van de profilering van de partij als partij van de toe komst, in dienst van de ‘sociale democratie’. De veranderde visie past volgens hem in een tijdperk waarin natuur en milieu worden aangetast en waarin ‘allerlei groene en sociale organisaties’ zijn ontstaan. Het klinkt even mooi als onwaarschijnlijk. Het lijkt er meer op dat het CDA opnieuw kans ruikt Paars II een hak te zetten. Dat een jarenlange politieke stellingname daartoe overboord wordt gegooid, doet kennelijk niet ter zake. En waar kan het CDA zich beter op storten dan op het ecologische belang, zeker in de periode waarin het toch al een en al ellende is rond het welzijn van mens en milieu, getuige de recente kip- en colapaniek? De vers aangebrachte, kakelverse groene kleur van het CDA rond de gasboringen lijkt daarentegen niet meer dan een opportunistische zet te zijn. Het ecologische probleem rond de varkensstapel is kennelijk nog een brug te ver.