De Randstad is voor de goede verstaander al jaren een metropool. Er wonen op een bescheiden oppervlak 5,5 miljoen mensen en er zijn liefst 2,5 miljoen arbeidsplaatsen. De bevolkingsdichtheid en de economische betekenis van het gebied doen derhalve niet onder voor wereldsteden als Londen en Parijs. En, zoals in dergelijke steden gebruikelijk is, de individuele mobiliteit is enorm. Mensen uit Utrecht bezoeken regelmatig het Concertgebouw in Amsterdam, Amsterdammers werken bij ministeries in Den Haag of pendelen een volle week heen en weer naar Rotterdam om niets van het Film Festival te missen. Een volkomen aan elkaar gegroeide stad is de Randstad natuurlijk nog niet. In het hart ligt immers dat landelijke gebied. Daar liggen de plassen en de weilanden. Exclusief voor de Randstad? Toch niet. Wat te denken van New York, met onaantastbaar in het midden het Central Park?
Deze gedachte is in het geheel niet origineel en derhalve opgenomen in de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening, het masterplan voor de inrichting van Nederland in de komende dertig jaar. De nota werd na jarenlange overlegprocedures, uitgebreide inspraakrondes en ietwat gefragmenteerd politiek debat half decem ber door het kabinet vastgesteld. De Randstad, Almere, Amers foort en Dordrecht worden tot «Deltametropool» verheven. Daar wordt, schrijft minister Pronk, «een woon- en leefmilieu nagestreefd waar een evenwicht bestaat tussen groen-blauwe buitenruimte en metropolitane wensen».
Al veel eerder had Pronk zich bekeerd tot de idee van een Delta metro pool. De gemeenten en provincies waren in de Vereniging Deltametropool een samenwerking aangegaan om meer naar eigen inzicht te kunnen handelen bij het bepalen van nieuwe locaties voor woning bouw alsmede om een gemeenschappelijke visie te kunnen ontwikkelen op de aanzwellende vervoersstromen van al die cityhoppende Randstedelingen. Begin vorig jaar gaf Pronk aan het lokale bestuur meer autonomie te willen geven, maar dan rondom het Groene Hart «een hardere lijn» te willen trekken. «Zo hard dat het een echt Central Park wordt», aldus de minister, die ook al de vergelijking met New York maakte.
Door het spook van de interactieve beleidsvorming is van die hardere lijn niet zoveel terechtgekomen. Door compromissen en coalities is immers besloten de gemeenten zelf zogeheten rode contouren rond de bebouwde kom te laten trekken. De voorstellen hiervoor moeten binnen vier jaar bij het kabinet ingediend worden en daarna, van 2005 tot 2015, mag dan buiten deze gebieden niet worden gebouwd. «Tot hier en niet verder», lijkt het vooral met het oog op dat Groene Hart. Maar de rode contouren zijn niet de harde lijnen die Pronk verwijzend naar de New Yorkse situatie bedoelde. Ze lijken, in de woorden van Milieudefensie, zelfs «van elastiek».
En dat is ook het beeld dat naar voren komt uit de afgelopen week gepresenteerde visie van de verenigde Randstad bestuurders. In hun notitie Naar een blauwgroene deltametropool worden grootse plannen ontvouwd voor een New York aan de Noordzee, zij het met een qua groene grenzen flexibel Central Park.
De «kwaliteitssprong» waar de gemeenten over spreken behelst vooral een economische toekomstvisie: functionele samenhang, bereikbaarheid en «verbreding van het scala aan woon- en werkmilieus», zoals dat heet. De randen van het Groene Hart zouden volgens de provincies en gemeenten, meer dan Pronk lief is, gebruikt moeten worden voor woning bouw.
Mits een en ander werkelijk strak omlijnd binnen de perken blijft, hoeft dat eigenlijk niet eens zo'n bezwaar te zijn. Want zo groen is dat Groene Hart nu ook weer niet. In de gebieden rond Leiden en Den Haag, waar voor honderden miljoenen guldens tunnels gebouwd zouden worden om de Hoge Snelheidslijn uit het zicht te houden, wordt ieder vrij uitzicht al jaren lang bedorven door kassen, kleine industrieën en intensieve veehouderij. De Randstad zou formeel het best de wereldstad kunnen worden die zij in feite al jaren is. Het Groene Hart mag dan kleiner, maar het moet wel vele malen groener. Landbouwgebied is geen natuurgebied.
Dat een en ander ooit gerealiseerd zal worden, lijkt onwaarschijnlijk. Hoeveel inspraakrondes zijn daar niet voor nodig? De vaderlandse overlegstructuren die, zoals nu ook weer bij de realisatie van de Vijfde Nota krachtige plannen tot visieloze compromissen maken, stemmen niet optimistisch. De toekomst van het Groene Hart is voor de aanstaande dertig jaar nog allerminst helder.