Als A.F.Th.’s majestueuze romanproject Homo duplex al een oerscène heeft, om met Harry Mulisch te spreken, dan is het die van de doorkliefde aardbol. Dat tafereel komt de lezer tegen in Het schervengericht: Een transatlantische tragedie en in MIM of De doorstoken globe.
‘Waar ga je heen?’ vraagt de bezorgde advocaat Dunning in Het schervengericht aan zijn beroemde cliënt/cineast Remo, die net 42 dagen in de Californische Choreo-gevangenis heeft gezeten wegens een ‘zedendelict’ en daar al bezemend om zijn kwelgeest Scott heen draaide. Het antwoord van Remo is zeer Europees, namelijk de reactie van een klein Pools jongetje dat noodgedwongen overlevingskunstenaar werd: ‘Wij, Poolse joden, kennen een spreekwoord, en dat zegt: “Als er stront dreigt, steek dan een lange naald door de globe, en reis af naar het verst van de pogrom verwijderde punt op aarde.” Dat is precies wat ik ga doen bij die wereldbol van jullie.’ Maar die miniatuurwereldbol is al zeven jaar eerder, in 1970, door kortsluiting in de hens gevlogen. Een gefrustreerde cliënt had er een degen doorheen gestoken en de lichtbron geraakt. De lezer weet dat die cliënt samenvalt met de ‘Griekse’ Homo duplex-verteller. Noem hem Apollo, jonglerend met licht en donker. Hij zorgt ervoor dat Remo en Scott al bezemend in de gevangenis argwanend om elkaar heen draaien. Het schervengericht ís een meesterlijke danse macabre, ook in de betekenis van een pak slaag. De strijd op leven en dood wordt gewonnen én verloren.
De vitaliteit van deze moordende vertelling zit ’m in de consequent volgehouden slowmotion, in de bewust nauwgezette reconstructie van een veelvoudige moord. Rondom de destructie, dat wil zeggen de rituele slachtpartij, ontstaat een indrukwekkende taalcreatie. De wellustige schrijfkunst van A.F.Th. is een mengsel van Eros en Thanatos. Geen bijzonderheid laat de apollinische verteller onverlicht. Hij dringt zelfs door in de donkere kamer van een net niet geboren kind. Het schervengericht is een taalmonument tegen de dood omdat het verhaal de lezer dwingt te vertragen. En wie vertraagt let beter op en weet het einde uit te stellen.
In Mim vraagt een oude kennis van de ik-verteller, in een Berlijnse kantoorboekhandel anno 1933, om een globe, want hij wil een plek zoeken ‘waar joden niet vervolgd werden…’ Als hij die plek niet kan vinden, vraagt hij om een andere wereldbol. De verteller zit het (in 1970) ook tegen: ‘Mijn onderneming om de mensheid in het verderf te storten, en naar oude inzichten een heropvoeding te laten ondergaan, was voorlopig naar z’n mallemoer.’
Er gaat meer naar de ratsmodee in Mim. Ook Movo, Hollandse Oedipus met ‘doorboorde voeten’, raakt zwaar beschadigd.
Hoe gaat het verder? Natuurlijk zal de Mim-drieling Movo verstoten en raakt hij aan lager wal, totdat hij in een grote stad rust vindt en door de Eumeniden van de globe getild wordt. Het klassieke en ordinaire leven blijft schervengericht, en A.F.Th. pepert het de lezer op magistrale wijze in.
A.F.Th. van
der Heijden
Mim of de doorstoken globe
De Bezige Bij,
191 blz., € 14,95
A.F.Th. van
der Heijden
Het schervengericht
Querido,
1051 blz., € 24,95