Martine Letterie
Oorlog zonder vader
Leopold, 183 blz., € 13,95 (10+)
Michael Morpurgo
Het verbluffende verhaal van Adolphus Tips
Uit het Engels vertaald door Margot van Hummel
Facet, 128 blz., € 11,95 (10+)
Michael Morpurgo
De verboden vraag
Met illustraties van Michael Foreman
Uit het Engels vertaald door Jenny de Jonge
Arena, 72 blz., € 14,95 (10+)
Ooit gebruikten jeugdboekenauteurs de Tweede Wereldoorlog als decor voor spannende avonturen, maar die tijd lijkt voorbij. De goed-fout-strijd tussen verzetshelden en verraders heeft plaatsgemaakt voor kleine persoonlijke vertellingen over hoe het alledaagse leven plots veranderde in een zeldzaam ingewikkelde werkelijkheid. Een werkelijkheid die voor iedereen anders was en die werd bepaald door willekeur en misverstand. Door leeftijd, geslacht, woonplaats, nationaliteit, etniciteit, geloofsovertuiging en politieke kleur.
Zo lijken Oorlog zonder vader van historica en jeugdboekenschrijfster Martine Letterie en De verboden vraag en Het verbluffende verhaal van Adolphus Tips van de in eigen land gevierde Britse Michael Morpurgo in niets op elkaar. Hoewel alle drie de verhalen alle ingrediënten van een oorlogsboek bevatten: ontheemde families, razzia’s, jodenvervolging, eten op de bon, bombardementen, dood en verlies van geliefden.
Letterie schreef met Oorlog zonder vader een persoonlijk verhaal over haar grootvader, die wegens lidmaatschap van de Vrienden van de Sovjet-Unie samen met vierhonderd andere communisten in juni 1941 wordt opgepakt en via interneringskamp Schoorl en kamp Amersfoort uiteindelijk als politiek gevangene in concentratiekamp Neuengamme overlijdt. En vooral over haar eigen vader Frank, die vanaf 1942 – zónder vader – de oorlog moet zien door te komen. Een oorlog die voor Frank aanvankelijk ‘ver weg’ lijkt, maar ieder oorlogsjaar dreigend dichterbij komt. Wanneer hij in 1944 als oudste zoon vanuit Hilversum op hongertocht moet en bij Putten in gevechten belandt tussen ‘Engelse jagers’ en Duitsers weet hij dat niemand – ook hij niet – zijn leven zeker is. Door de grote tijdsprongen die Letterie maakt en het daardoor (te) fragmentarische karakter van het boek is Franks nieuw verkregen inzicht niet zo verontrustend en ontregelend voor de lezer als wellicht bedoeld. Toch is Oorlog zonder vader voor veel negen- à tienjarigen ongetwijfeld onthullend. Niet alleen omdat Frank – na een fietstocht van honderd kilometer – het bezit van ‘tien, elf aardappels’ als een hele ‘buit’ beschouwt en honger daarmee enigszins (in)voelbaar maakt, maar vooral omdat Letterie onomwonden verduidelijkt dat er behalve joden ook anderen wegens een bepaalde levensovertuiging of politieke voorkeur werden vervolgd en omgebracht.
Even onthullend – in de zin dat ze een niet gangbaar beeld van de Tweede Wereldoorlog schetsen – zijn bovengenoemde kleine, maar krachtig vertelde verhalen van Michael Morpurgo, die beide vanuit het heden vertrekken en zijn opgezet als een raamvertelling. In De verboden vraag draait het om de bizarre wrede werkelijkheid van joodse musici die Mozart moesten spelen bij de poorten van Auschwitz: ‘Om de angst te onderdrukken, om elke nieuwe treinlading te verleiden tot een vals gevoel van veiligheid.’ Musici – in Morpurgo’s verhaal drie violisten – die letterlijk voor hun leven speelden. Want als ze ziek werden of naar de smaak van de SS-officieren niet goed genoeg musiceerden, betekende dat: met de pas gearriveerde gevangenen naar de gaskamer.
Hoe vertolk je Mozart in de hel? Hoe luister je naar Mozart als je dankzij je vertolking de oorlog hebt overleefd? Wat doe je dan met je viool? Je ‘houvast’ waarin alle muziek van de hele wereld zit verstopt? Alle verbittering, verdriet én hoop? Morpurgo geeft gelukkig geen eenduidige antwoorden. Hij lijkt slechts te willen tonen dat oorlog per definitie amoreel is. Misschien zelfs wel surreëel. Dat doet hij voortreffelijk. Beeldend en genuanceerd. Of zijn onderwerp nu het grote leed van Auschwitz betreft, of het kleine leed – een weggelopen poes – van bijvoorbeeld de twaalfjarige Lily, zijn dagboek schrijvende hoofdpersoon uit Het verbluffende verhaal van Adolphus Tips. Ieder verhaal vertelt zijn eigen waarheid.
Die poes heet Tips en heeft de benen genomen nadat de boerderij waar Lily met haar moeder en opa woont door de geallieerden is gevorderd. Ze moeten het nabijgelegen strand van Slapton Sands gebruiken om te oefenen voor D-Day. Er wordt prikkeldraad omheen gespannen. Er liggen mijnen begraven. En overal staan ‘afschuwelijke borden’ om de bewoners tegen te houden. Maar Lily is onbevreesd en roekeloos. Verschillende keren kruipt ze onder de afzetting door, hopend haar poes te vinden. Ze wil de oorlog, tegen beter weten in, op afstand houden. Door Tips’ verdwijning lijkt ze hierin te slagen. Lijkt… Bijna ongemerkt sluipt hij Lily’s leven toch binnen. Via haar uit Nederland gevluchte joodse onderwijzeres. Via haar vader, die in het leger zit. Via de geëvacueerde Barry, wiens vader is neergeschoten bij Duinkerken. En vooral via de zwarte Amerikaanse soldaat Adolphus, die haar helpt Tips te zoeken. Hij vertelt haar ook het geheim van ‘Exercise Tiger’ (april 1944): een mislukte grootscheepse oefening waarbij zijn vriend Harry en honderden andere Amerikaanse soldaten door Duitse onderzeeërs zijn verrast en omgekomen.
‘Onderweg naar huis plukte ik een narcis’, schrijft Lily in haar dagboek. ‘Ik heb hem op deze pagina geplakt. Om voor altijd de dag aan te geven waarop Harry stierf.’
Over de Tweede Wereldoorlog valt niets te leren. Behalve dan dat geschiedenis een kwestie van interpretatie is. En dat er meer dan één verhaal te vertellen valt.