We weten dat de Griekse beelden niet wit waren maar beschilderd. Met chemische middelen is zelfs uit te vinden welke kleuren de kleren hadden die ze aan hadden. Maar hun gezichten, hun blote benen? Zelfs bij Mevrouw Tussaud en bij de fijnste modepoppen krijgt de mensenhuid een egale kleur opgesmeerd. Natuurlijk kun je een huid fotograferen, maar de driedimensionale foto is nog steeds niet uitgevonden. Het beeldhouwwerk van Ron Mueck is eigenlijk de ge droomde 3D-foto. Beeldhouwen is waarschijnlijk niet het goede woord, want hij werkt met kunststoffen, uit de jaren dat hij decors voor films bouwde.
Parijs schrok van zijn neerslachtig zittende man die het laatste, en recentste, kunstwerk was op de Melancholie-tentoonstelling in het Grand Palais deze winter. Nu vertoont de Fondation Cartier, die steeds exposities heeft waarbij je je afvraagt: is dit nog wel kunst? vijf beelden van hem op de begane grond van het prachtige bouwwerk op de Boulevard Raspail (let ook op de zogenaamd verwaarloosde stadstuin eromheen die met veel moeite door Japanse tuinkunstenaars is aangelegd). Als u in Parijs bent, moet u erheen. Ik zag hem twee keer en toen er zondag een Nederlandse fotograaf langskwam wilde ik er voor de derde keer heen. Er stond een rij van een kilometer.
Er ligt een twee keer groter dan normale vrouw in bed, met haar ogen open. Misschien zijn de ogen het meest bijzondere van Muecks werk. Maar even interessant vond ik de ogen van mijn medebezoekers. Ze buigen voorover en kijken van zo dichtbij als maar kan naar de huid van de vrouw, die inderdaad prachtig is geverfd met adertjes, wratjes en kreukjes. Zo dichtbij mag je alleen naar een geliefde kijken, en een kleine redeneerfout maakt dan dat je denkt naar een geliefde te kijken.
In de andere zaal zit een grove kerel naakt op een stoel, zijn pik ter hoogte van de monden van de bezoekers. «Saddam», hoorde ik zeggen. Zelfs voor de mensen in de rij buiten het gebouw is het een indrukwekkend beeld.
Twee kletsende kleine wijfjes zijn door hun formaat meer kinderspeelgoed, maar een ander paar bewijst dat het niet alleen om de grootte gaat. Dat is een liggend stelletje, man lepelsgewijs achter vrouw, maar met kleine afstand tussen de twee lichamen. De blik van de vrouw die van achteren iets voelt is beklemmend. Let ook op de blikken van de mannen en van de vrouwen om dit stille stelletje heen.
Het vijfde beeld van Mueck toont dat het ook mis kan gaan. Het is een zwart vrouwenhoofd. Misschien denkt u dat een zwarte huid egaler en minder interessant is dan een blanke gezichtshuid, maar dat is niet zo. De kop hangt te hoog om van dichtbij te bekijken, maar het ergste is dat een los hoofd je minder doet dan een compleet lichaam.
Alle beeldhouwers maken com plete lichamen, groter dan echt. Maar de uitvoering van Mueck heb ik nooit eerder gezien. Je blijft kijken naar de techniek, bijvoorbeeld van de hareninplanting die na tuurlijk niet zo dicht kan zijn als bij een echt mens. De techniek gaat vervelen, maar de manier waarop de beelden naar de bezoekers kijken, en de manier waarop de bezoekers naar de beelden kijken, is fascinerend.
Ron Mueck, Fondation Cartier, 261 Boulevard Raspail, Parijs