
‘KOOS MENEER POLANSKI de kleren uit die je meenam?’
‘Ja.’
‘Die jurk die je daar ziet liggen, was dat een van de kledingstukken die hij je liet meenemen?’
‘Ja.’
‘Gaf hij je iets te drinken?’
‘Ja. Ik zei dat ik erge dorst had. Hij ging naar de keuken en kwam terug met een fles champagne.’
‘Hoeveel heb je ervan gedronken?’
‘Geen idee. Ik had mijn glas op en hij wilde dat ik ermee poseerde voor de foto’s. Ik bleef maar – ik bleef maar drinken voor de foto, weet u.’
HET PROCES UIT 1977 tegen Roman Polanski wegens verkrachting van de dertienjarige Samantha Greimer in Los Angeles is nooit afgerond. Polanski ging er halverwege vandoor. Na zijn recente arrestatie op het vliegveld van Zürich staat wel vast dat hij alsnog wordt uitgeleverd aan de Verenigde Staten, waar sinds 1978 een internationaal aanhoudingsbevel tegen hem uitstaat. Is het misdrijf verjaard, is Polanski onschuldig of was zijn daad slechts een ‘jeugdzonde’, zoals een schare vooraanstaande Polanski-verdedigers in Parijs, Zwitserland en Hollywood afwisselend aanvoert? Of moet hij net als ieder ander voor zijn misdaad brommen, zoals de Republikeinse media in de Verenigde Staten eisen?
De regisseur wilde destijds een zogenaamde plea bargain sluiten: hij had een volledige bekentenis afgelegd en wilde in ruil daarvoor borgtocht en vermindering van de aanklacht: seks met een minderjarige bleef staan, vijf andere aanklachten waaronder verkrachting en sodomie werden geschrapt. Hij had 42 dagen vastgezeten om psychiatrisch onderzocht te worden en hoopte met aftrek van dat voorarrest definitief vrij te komen. Toen het erop leek dat de rechter de zaak toch minder luchtig opvatte, vluchtte hij naar Groot-Brittannië en vervolgens naar Frankrijk.
Roman Polanski was schuldig, al heeft hij nimmer een verklaring in de rechtszaal afgelegd. Samantha Greimer deed dat wel, en uit haar verklaring kun je ook zoveel jaar na dato nog opmaken hoe berekenend Polanski te werk ging toen hij haar in het huis van Jack Nicholson aan Mulholland Drive verkrachtte. Greimer mag dan ‘geen bang, klein meisje’ zijn geweest zoals wordt beweerd door Angelica Huston, die haar destijds van dichtbij meemaakte, maar Polanski was op zijn beurt geen verstrooide kunstenaar die ‘vergat’ naar haar leeftijd te vragen en niet wist waar hij mee bezig was.
IN ZEKERE ZIN gaan de verontschuldigende woorden van Whoopi Goldberg op: ‘It was rape, but it wasn’t rape-rape.’ Polanski was geen krachtfiguur en het meisje zou denkelijk hebben kunnen ontkomen als hij haar puur fysiek had willen overmeesteren. In plaats daarvan manipuleerde hij haar gevoelens, hetgeen niets afdoet aan de ernst van het vergrijp, maar er juist de dimensie van voorbedachten rade aan toevoegt. Polanski had Samantha’s moeder en vervolgens het meisje zelf gepaaid met het voorwendsel dat hij een fotoreportage voor Vogue maakte en dat Samantha fotomodel kon worden. In februari 1977 maakte hij zelfs met haar in de heuvels rond de stad een ‘echte’ fotoreportage. Hij beval haar hoe ze zich voor de camera moest kleden en vervolgens uitkleden. Nadat ze tot dat laatste bereid bleek, maakte hij de tweede, fatale afspraak die eindigde in het huis van Nicholson waar hij haar champagne en een halve quaalude-tablet voerde om haar emotionele weerstand te breken.
Methaqualone was in de jaren zestig en zeventig een populair slaapmiddel en stond ook toen al bekend als ‘rape drug’. Behalve spierontspanning en een verlaagde hartslag veroorzaakt het lichte euforie, duizeligheid en in uitzonderlijke gevallen een delirium. De 43-jarige Polanski was bekend met de werking – al dan niet in combinatie met alcohol – omdat hij het zelf had geslikt. De regisseur was onlangs hersteld van een diepe depressie, veroorzaakt door de moord op zijn zwangere vrouw Sharon Tate door de bende van Charles Manson in 1968.
POLANSKI HAD een levenslange voorliefde voor jonge tot zeer jonge vrouwen, maar die had hij tot op dat moment binnen de marges van de wet uitgeleefd. Wellicht meende hij onaantastbaar te zijn geworden. Hij had kort daarvoor groot succes gehad met Chinatown, waarin overigens de sluwe tycoon Noah Cross (vertolkt door John Huston) zijn incestueuze relatie met zijn kleindochter verbergt door haar onder invloed van drugs te houden. Polanski laat Cross halverwege de film zeggen: ‘See Mr. Gits, most people never have to face the fact that at the right time and right place they’re capable of anything.’
Het is veelzeggend, maar het verklaart niks. Toch had de toedracht op die bewuste tiende maart een filmische dimensie. Uit het verhoor van Greimer wordt duidelijk dat Polanski haar eerst met zijn camera verkrachtte alvorens haar de jacuzzi en het bed van Nicholson in te sleuren. Hij gebruikte de camera als excuus om de poses te bepalen die ze achtereenvolgens gekleed en halfnaakt aannam en om haar dronken te voeren, alsof hij haar gedrag ensceneerde om zijn eigen lust op te wekken. Haar angst voor Polanski, voor het grote lege huis en voor de gevolgen van een schandaal deed de rest. Nee, een gewelddadige verkrachting was het niet. Polanski regisseerde Samantha Greimers verkrachting zoals alleen een regisseur dat zou doen. Of een psychopaat.
Die laatste constatering raakt aan de aard van het artistiek genie, een verraderlijk terrein waarvan de meeste mede- en tegenstanders van Polanski zich verre houden. Stel je voor dat er een emotioneel of zelfs een oorzakelijk verband zou zijn tussen leven en werk van een filmer. Niet alleen Polanski’s verdedigers houden die twee strikt gescheiden. De rednecks in de Amerikaanse media die nu Polanski’s scalp eisen zullen evenmin graag onder ogen willen zien dat hun eigen filmhelden – van Charlton ‘Mozes’ Heston tot Chuck Norris – geestelijk niet helemaal sporen.
Toch kent de geschiedenis van Hollywood precedenten te over. Charles Chaplin trouwde met meer dan één zestienjarige teneinde aan vervolging voor seks met minderjarigen te ontsnappen. Errol Flynn werd opgepakt voor verkrachting van twee minderjarige meisjes en op twijfelachtige gronden vrijgesproken. Telkens gaf de filmwereld dezelfde reflex te zien: de vrouwelijke slachtoffers waren de eigenlijke schuldigen.
DE HUIDIGE PETITIES en steunbetuigingen voor Polanski ademen nog altijd die geest: het genie eist nu eenmaal zijn tol en daar moet het slachtoffer zich maar in schikken. ‘Ik ben het eens met Alain Finkielkraut dat er in zekere zin sprake was van een vorm van provocatie bij het meisje. Niet bewust, maar als je naakt poseert en je bent heel knap… Dan kun je wel nog maar dertien jaar zijn, maar je moet nooit de duivel verleiden en vervolgens klagen over wat hij je aandoet’, zei de bejaarde chansonnière Françoise Hardy afgelopen zaterdag in NRC Handelsblad: ‘Meisjes die heel jong de kaart van de seksuele provocatie spelen, moeten niet verbaasd zijn dat de boemerang hen wreed treft.’
Ziedaar het werk van twee generaties Polanski-apologeten: iemand als Hardy heeft geen benul meer van de ware toedracht. Met dezelfde onvermijdelijkheid is de zaak-Polanski nu politiek geworden. De petitie die door haar landgenoot, de filosoof Bernard-Henri Lévy is opgesteld en door onder anderen Milan Kundera en Salman Rushdie is ondertekend, stelt dat het misdrijf in Europa al lang verjaard zou zijn en dat gevangenisstraf te wreed is voor een ‘overlevende van het nazisme en de stalinistische vervolgingen in Polen’. Niet alleen president Nicolas Sarkozy, ook de Poolse minister van Buitenlandse Zaken Radoslaw Sikorski, die in eigen land wekelijks op de bres staat voor law and order en katholieke gezinspolitiek, maakt voor Roman Polanski een uitzondering: hij kende de leeftijd van het meisje niet, de Amerikaanse rechter was onbetrouwbaar, et cetera.
AL DIE ARGUMENTEN werden ook al in 1977 aangevoerd om de regisseur vrij te pleiten. Ze wortelen in vulgair anti-Amerikanisme, in een zogenaamde afkeer van de ‘sinistere kant’ van Amerika, zoals Franse politici het de afgelopen weken formuleerden. Zelfs die finale Polanski-apologie is niet nieuw; hij staat al in het rapport dat een Californische reclasseringsambtenaar destijds in opdracht van de rechter maakte. Volgens probation officer Kenneth Fare was er sprake van een ‘culture clash’ dankzij Europese filmers en acteurs die het nazisme en communisme waren ontvlucht en de lossere Europese zeden meenamen naar hun nieuwe vaderland. De dertienjarige Samantha had dat kennelijk moeten weten toen ze hem ‘tot op zekere hoogte provoceerde’, zoals Fare schreef.
Het toppunt van hypocrisie is wel het argument dat Samantha Greimer de filmer ‘vergeven’ heeft. Dat heeft ze inderdaad gedaan, maar alleen om de nasleep te bekorten en zo goed mogelijk haar leven weer op te pakken. Ze werd namelijk destijds in de media en door filmbonzen en collega’s van Polanski reeds als een verderfelijke ‘Lolita’ afgeschilderd, op dezelfde valse gronden die een Hardy vandaag de dag nog altijd aanvoert. Polanski heeft in 1993 een schikking met haar getroffen, maar heeft die nooit betaald, zodat haar advocaat nog altijd bezig is beslag te laten leggen op zijn bankrekeningen. Tot zo ver de ‘spijtbetuiging’ van de regisseur die volgens zijn verdedigers spontane vergiffenis verdient. Kennelijk gaat hun tragisch besef niet zo ver dat ze inzien dat ook hij vroeg of laat moest worden geraakt door de boemerang die hij in 1977 wierp.