
Verzorgingshuis Tuindorp-Oost in Utrecht verdwijnt, zoals alle verzorgingshuizen. Heilloze ontwikkeling zolang de thuiszorg ondermaats is. Maar daar gaat dit stuk niet over, want daar gaat de documentaire Een nieuwe morgen niet over. Die betreft de sterfhuisconstructie om in door overlijden leeg gekomen kamers jongeren te huisvesten. Kim Brand maakte een film over de ontmoeting tussen de generaties. Mijn positieve verwachting bleek rijkelijk naïef: hoogbejaarden huisdieren laten aaien is een succes, maar veel bewoners bleken niet op jonge buren te wachten en stelden zich terughoudend op. Misschien mede daarom dat we maar drie van de zestig overgebleven bejaarden leren kennen?
De jongelui leken van goeden wille om contact te leggen met ‘oma’s en opa’s’, maar dat bleek lastiger dan gedacht. En waar het lukte overheerste vaak een soort ongemak in de omgang, van beide kanten. Op een informatiebijeenkomst voor de studenten vraagt een jongen, kennelijk na wat ervaringen, lacherig: ‘Hebben ze het eigenlijk wel eens over iets anders dan over zichzelf?’ De specialist ouderengeneeskunde legt uit dat, dichter bij de dood, de buitenwereld kleiner en onbelangrijker wordt. Maar tact lijkt niet de belangrijkste eigenschap van sommige jonkies, hoewel er selectie heeft plaatsgevonden.
Van de drie hoofdpersonen zijn er twee blij met de verandering; een is afhoudend, maar bereid aan de film mee te werken. Arie Nagel kon zelfs zijn geluk niet op toen ‘het jonge spul’ kwam. Hij wijt de relatieve mislukking aan zijn leeftijdgenoten die alleen maar op hun kont zitten. ‘Raad eens hoe oud ik ben?’ vraagt hij aan een groepje kennismakers. Hij straalt om het aarzelend antwoord ‘82’ want het is 91. Het typeert hem: direct, open, naïef en bovenal volks. Hij is de enige die Van Hanegems praat, bij wie iedereen altijd langs mag komen en die nog liever zelf graag langskomt. ‘Hoe lang mag ik blijven?’ Die vraag leidt tot ongemakkelijk gelach, want ze kennen Arie inmiddels: die gaat niet uit beleefdheid weg. Maar de conversatie met hem loopt niet automatisch soepel. Over de kwaliteit van het ijshoorntje zijn ze het eens, maar als een jongeman wijst op het kunstwerk dat zijn vriendin en hij hebben aangeschaft zegt Arie ‘geen verstand van, wat de een mooi vindt, de ander niet’.
Logisch. Als Arie het over ‘dat spul’ heeft, bedoelt hij eigenlijk de meisjes, maar die moeten niet denken dat er iets achter zijn doorzichtige toenaderingspogingen zit – de tragiek van oude mannen. Arie is een open boek, werelden verschillend van hoogbeschaafde juffrouw Judith Raupp (105), in de jaren dertig (!) maatschappelijk werkster voor kinderen in de Jordaan, en keurige mevrouw Ans Stockschen (88) die meestal te moe is om jongelui te ontvangen en aan activiteiten mee te doen. Niet vreemd, want ze is mantelzorger voor haar demente man. De kracht van de film zit vooral in de indringende manier waarop de dames, zonder enig zelfbeklag, verwoorden en voelbaar maken wat hoge ouderdom betekent. Waar Arie en veel jongeren weinig van lijken te snappen. Judith verheugt zich op de jonkies, snakkend naar nieuwe impulsen. Maar meer nog hoopt ze niet wéér wakker te worden.
Kim Brand, Een nieuwe morgen, HUMAN 2Doc, dinsdag 6 maart, NPO 2, 22.55 uur