Cuz if you liked it then you should have put a ring on it
If you liked it then you shoulda put a ring on it
Don’t be mad once you see that he want it
If you liked it then you shoulda put a ring on it woo oh ooh

Charlotte Brontë schijnt net zo ‘plain’ te zijn geweest als haar beroemde heldin Jane Eyre, over wie ze op zo’n beetje iedere bladzijde opmerkt dat ze bleek is, onopvallend, en eigenlijk niet om aan te zien.
Ondanks dat wordt Mr. Rochester verliefd op Jane, maar voor de schrijfster was er in het echte leven niet zo’n donkere ridder. Of hij was er wel, getrouwd en wel, maar van een romance kwam het niet, laat staan van een huwelijk. Wel van mooie, intense brieven, over het overwinnen van middelmatigheid, en over talent dat alleen maar kon groeien dankzij discipline. Krachtige discipline.

All the single ladies
All the single ladies

Aan Monsieur Heger, de leraar Frans die ze in Brussel leerde kennen, schreef Charlotte Brontë dat ze zich haar hele jeugd verbaasde over het grote verschil tussen haar en de meeste mensen die haar omringden: ‘Ik dacht dat ik hun voorbeeld moest volgen. Er was altijd overdrijving in wat ik deed. Ik was óf te bewogen óf te terneergeslagen. Ik kon de eb en de vloed van het bloed in mijn aderen niet intomen en die eb en vloed waren altijd zichtbaar in mijn uiterlijk en in mijn harde en weinig fraaie trekken; ik huilde in het geheim.’
Arme Charlotte.

I need no permission, did I mention
Don’t pay him any attention
Cause you had your turn and now you gonna learn
What it really feels like to miss me
Die benen.
Die billen.
Die dans.
Woo oh ooh, het is allemaal van een Leni Riefenstahl-achtige triomf van de wil. Deze vrouw is opgetrokken uit staal. Alles glimt en draait, iedere spier weet waarvoor ie er zit. Wat er schudt, móet schudden. Ik zucht.
‘Ik wil alles doen, alles meemaken, om alles te winnen’, schreef Charlotte Brontë.
Alsof ze nog eens extra wil benadrukken hoezeer ze haar lichaam heeft gedresseerd, draaft Beyonce als een paard in het rond. Al gauw slaat ze zichzelf daarbij met een denkbeeldige zweep op de billen. Vond ik het eerst een beetje een belachelijk gezicht, om niet te zeggen gênant, helemaal in dat hoog opgesneden gympakje dat ze aanheeft, na een minuut of wat vind ik het volstrekt gerechtigd.
Wat Charlotte Brontë ook in haar dagboek schreef: dat het zo’n voorrecht is om te kunnen dromen.
‘Vind je het zo’n leuk nummer?’ vraagt mijn dochter.
Inmiddels bekijk ik de clip een paar keer per dag op YouTube.
‘Zij ziet er zo goed uit’, zeg ik. ‘En die dans!’
‘S. kan die dans helemaal hè?’
Ik weet niet beter dan dat S. geschiedenis studeert en gek is op Spanje.
‘Écht?’
‘Ze steelt er altijd de show mee in de Monza.’
Samen bekijken we de clip nog eens, ik met nieuwe ogen.
S. heeft lang blond haar, dat ze vast ook heel goed achterover kan gooien.
‘En beweegt ze dan ook zo naar beneden?’
Dochter knikt.
‘En doet ze dat ook met die handen?’
‘Ja tuurlijk met die handen.’
Aan een van die vingers moet de ring worden geschoven. De clip blijkt epischer dan ik in eerste instantie dacht.
‘Op hakken ook?’
Haar geschokschouder duidt erop dat het schoeisel niet echt essentieel is voor het welslagen van de dans.
Het gedraaf is aangebroken.
‘Met die knieën?’
Dochter knikt instemmend.
O jee, nu krijgen we de denkbeeldige zweep.

I got gloss on my lips, a man on my hips
hold me tighter than my Dereon jeans
acting up, drink in my cup
I couldnt care less what you think

Ik vraag niks, staar onverminderd geconcentreerd naar het beeldscherm. Dochter lacht.
‘Ja, dat doet ze ook.’