Dertig jaar later vormen Roemenen nog steeds een minderheid in Miercurea Ciuc, de ‘Hongaarse hoofdstad van Roemenië’. Van spanningen tussen bewoners is echter nauwelijks meer sprake. Hongaren hoeven hun nationaliteit niet langer te onderdrukken: ze hebben hun eigen scholen en domineren de lokale politiek. Desondanks wordt er zowel in de Roemeense als in de Hongaarse politiek regelmatig in stevige bewoordingen over ‘de Hongaars-Roemeense kwestie’ gesproken. ‘Hongarije moet een conflict met Roemenië niet schuwen om de belangen van haar burgers over de grens te behartigen’, sprak de leider van de Hongaarse nationalistische partij Jobbik in augustus op Roemeense bodem. Provocaties over en weer resulteerden in een politiek gesteggel dat op het hoogste diplomatieke niveau moest worden gesust.

Het was de tweede keer in korte tijd dat politici elkaar op dit gebied de loef afstaken. In februari leidde het verwijderen van een Szekler-vlag aan een Roemeens gemeentehuis tot een ‘vlaggenstrijd’ waarbij Hongaarse politici de Roemenen van ‘symbolische agressie’ beschuldigden. Een week lang legden gezagsdragers in de media de situatie aan elkaar uit.

Een situatie die zich in wezen simpel laat samenvatten: de 1,2 miljoen Hongaren, van wie de historische leefomgeving niet samenvalt met moderne politieke landsgrenzen, zijn een prooi voor zowel Hongaarse als Roemeense politici die graag publiekelijk in de bres springen voor de belangen van hun eigen volk. Waar de nationalisten in Boedapest zich warm lopen voor de verkiezingen in het voorjaar beschouwt Boekarest het tumult als een aangename bliksemafleider voor binnenlandse problemen.

‘Nu Roemenië op het punt staat haar bestuurlijke regio’s te hervormen, zullen regeringsleiders zich wel weer roeren over de kwestie’, zegt Liviu Campean, journalist bij de regionale krant Informatia Harghitei. ‘Even zullen de nationalistische sentimenten weer opspelen, om net zo snel weer te verdwijnen. Uiteindelijk zijn het vooral politici die ervan wakker liggen.’