Sinds de Russische invasie van Oekraïne steken er elke dag tienduizend mensen de grens met buurland Hongarije over, in totaal inmiddels zo’n zeshonderdduizend mensen. In de grensdorpjes Beregsurány, Tiszabecs en Záhony werden sporthallen en basisscholen omgebouwd tot tijdelijke opvangcentra, in Boedapest stonden hulporganisaties vanaf dag één klaar op de grote treinstations in de stad.
Oekraïners en andere mensen die de oorlog in het buurland ontvluchten worden bedolven onder de hulp vanaf het moment dat ze in Boedapest de trein uitstappen. Er staan tolken klaar, iedereen kan gratis een Hongaarse simkaart ontvangen, er is gratis transport, tijdelijke opvang, eten, er zijn overal oplaadpunten voor laptops en telefoons.
De regering-Orbán kenmerkt deze warme opvang graag als een enorme inspanning van de Hongaarse staat, en de cijfers lijken dat op het eerste gezicht te onderbouwen: de influx van meer dan een half miljoen mensen in nog geen drie maanden is veel voor zo’n klein land. Een woordvoerder van de regering stelde eind maart – vlak voor de Hongaarse verkiezingen – zelfs dat het land de meeste vluchtelingen ontvangt van álle landen, in vergelijking met de eigen bevolking (9,6 miljoen mensen). Hongarije is daarom een van de landen die extra EU-fondsen willen ontvangen voor de ontvangst van al die vluchtelingen.
Maar cijfers kunnen misleidend zijn. Er mogen dan zeshonderdduizend mensen de grens met Hongarije overgestoken zijn: het land is onderdeel van de Schengenzone, en het is dus niet bij te houden hoeveel van die mensen in één stuk doorgereisd zijn naar andere landen. Een beter getal om naar te kijken is het aantal geaccepteerde asielaanvragen in het land – en dan heb je het over slechts negenduizend mensen. Vergelijk dat met Spanje, helemaal aan de andere kant van Europa: daar hebben al zo’n 75.000 mensen tijdelijk asiel ontvangen. Dat heeft ook te maken met het feit dat het aanvragen van tijdelijk asiel in Hongarije een ingewikkelder proces is dan in de meeste andere landen.
Veel van de hulp komt dus neer op het bieden van gratis transport en tijdelijk onderkomen, waarbij ook burgerinitiatieven en individuen een grote rol spelen, die daar soms voor gecompenseerd worden, maar vaak ook niet.
Het aantal in 2022 getelde doden en vermisten aan de buitengrenzen van Europa, volgens het Missing Migrants Project (IOM): 986