Gas wordt afgefakkeld op de gaswinningslocatie en ondergrondse gasopslag in Grijpskerk, Groningen, 14 maart © Kees van de Veen / ANP

Stalen pijpen in een landschap. Op de laatste pagina’s van Gronings goud staan drie kaarten afgedrukt: één van Nederland met het hoofdtransportnet van de Gasunie, één van Nederland als ‘gasrotonde’ van Europa en één van Europa en de Russische gasleidingen. Het is verbluffend ontnuchterend om die pijpen als lijnen over het continent te zien lopen, een web van alternatieve grenzen met Groningen als knooppunt waar een ongelooflijke geschiedenis aan kleeft, een niet zelden schimmige business waar Wendelmoet Boersema met haar boek een licht in opsteekt. Het is een grotendeels onzichtbare wereld, met gas diep in de grond en pijpen dwars door zee, die de maatschappij, de economie en de geopolitieke verhoudingen in de greep houdt. De macht ligt bij wie het gas in handen heeft.

Boersema, journalist bij dagblad Trouw, vertrekt vanuit het heel kleine, een lullig stukje pijp in een huis in Wassenaar, en werkt toe naar dat grote gasverhaal, dat begint met Nederland als gasland dat vanaf de jaren zestig Europa met gas uit het Groningenveld domineert, miljarden kuub gas exporteert en miljarden euro’s opstrijkt. Ze schetst het krachtenveld tussen de oliemaatschappijen en de Nederlandse overheid en maakt de complexe onderlinge afspraken tussen bedrijven en de staat met dubbele petten op inzichtelijk. De overheid loopt binnen, de verzorgingsstaat profiteert grandioos. Het gasgeld werkt voor politici ‘als honing voor de mieren’ en ook de olieconcerns zijn ‘spekkoper’. ‘Zij mogen alle kosten van gaswinning en exploratie aftrekken voordat de winsten verdeeld worden. Hoe hoog die aftrek is? Dat blijft geheim. De Tweede Kamer kan het niet controleren.’ De politiek danst naar de pijpen van het gas, en de schimmigheid als het gaat om winst en verantwoordelijkheid werkt de hele geschiedenis, het hele boek, door.

Brusseprijs

Dit boek is genomineerd voor de Brusseprijs. De shortlist van vijf boeken wordt in deze serie besproken. Op 18 juni wordt de winnaar bekend gemaakt in een live-uitzending van het NOS-radioprogramma Met het oog op morgen.

De schimmigheid als het gaat om winst werkt de hele geschiedenis door

Gronings goud beslaat een specifiek tijdperk, het tijdperk van het gas, dat andere tijdperken doorkruist en nergens los van blijkt te staan. Midden in de Koude Oorlog zorgde het gas voor ontdooiing in de relatie tussen Oost en West, meter voor meter, pijp voor pijp. Nadat Rusland eigen olievelden ontdekte, ontvouwden zich jaren van aftasten, onderhandelen en uiteindelijk intensief samenwerken. Russisch gas was niet alleen een goedkoop goedje, het gold als politiek smeermiddel. In de huidige situatie, die verschilt van die toen het boek in maart 2021 verscheen, is het extra verontrustend om te lezen hoe tegelijk met de invasie in Tsjecho-Slowakije in september 1968 het eerste gas vanuit de Sovjet-Unie vrolijk Europa binnenstroomde. En hoe eind 1979, tijdens de inval in Afghanistan, de verontwaardiging voor de bühne groot was, maar het gas onverminderd bleef vloeien. Waarschuwingen van de Verenigde Staten over een vermeende afhankelijkheid van Rusland sloeg Europa in de wind. Oekraïne was eerder al een grote verliezer.

Gronings goud omschrijft de geschiedenis van de wereld in de ban van het gas als een samenloop van vele omstandigheden, gedreven door clusters van financiële belangen. Het boek maakt inzichtelijk hoe de Nord Stream-pijp en zijn opvolger oude wonden zijn die met de oorlog in Oekraïne opengereten worden.

De grote verdienste van Boersema is de manier waarop zij die geschiedenis springlevend maakt. Gestaafd door vele interviews en archiefonderzoek maakt ze ons getuigen van beslissende momenten in de carrières van hoofdrolspelers uit het verleden voor de inrichting van de wereld van vandaag. We volgen het ontstaan van de ‘gasrotonde’ waarbij Nederland zowel importeur als exporteur is, zowel de sluis als de wachter, aangestuurd door een kleine kring belanghebbenden. We zijn erbij als de relatie tussen de Gasunie en Gazprom wordt beslecht bij thee met koekjes en gevierd met kaviaar en champagne. We zien de Nord Stream-pijp geopend worden en de Nord Stream 2 in aanbouw, duizenden pijpdelen op een grote vlakte op het Duitse eiland Rügen ‘opgestapeld als stalen reuzenrietjes’. We voelen de grond in Groningen zakken, de bevingen zich roeren, en we lezen uitspraken die nadreunen, zoals die van de nam in 1972, dat er geen schade zal ontstaan, of die in 1987 van de Commissie Bodemdaling dat ‘schade aan gebouwen door breuken die doorlopen tot aan het [sic] oppervlakte uitgesloten mag worden geacht’. Of die in 1992, wanneer de nam stelt dat er geen sprake is van bevingen.

Ervaringen die Boersema opdeed in haar werk als correspondent in Moskou schemeren in enkele scènes door, maar als auteur, als verslaggever en als Groningse blijft ze verder buiten het verhaal. Haar kritische houding blijkt vooral wanneer ze scherp door de taal van de politiek heen prikt. Als minister Henk Kamp het gas uit Groningen niet kan minderen omdat er, zo zegt hij in een Kamerdebat, al ‘verplichtingen’ waren aangegaan in binnen- en buitenland noemt Boersema dat ‘opnieuw een financieel argument, verpakt in het woord leveringszekerheid’. En: ‘Ondanks protesten van de Groningse bestuurders kiest de minister daarom voor een Haagse vorm van uitstel: meer onderzoek.’

Gronings goud is een prangend verhaal zonder eind, een schot voor de boeg van de parlementaire enquêtecommissie naar de aardgaswinning in Groningen die deze maand met de openbare hoorzittingen begint.