In januari 1959 werd er een boze petitie opgesteld in Lolita. De zeshonderd inwoners van het kleine plaatsje in Texas bevonden zich in een identiteitscrisis na de publicatie van Vladimir Nabokovs controversiële roman Lolita in Amerika. Het stadje was in 1909 Lolita genoemd, naar Lolita Rees, de kleindochter van een Texaanse patriot. Nu had de naam plotseling allerlei nieuwe, schandalige connotaties.

‘De inwoners van deze stad zijn godvrezende kerkgangers, en we betreuren het feit dat onze stad nu verbonden is met de titel van een vies, met seks gevuld boek dat het smerige verhaal vertelt van de liefdesaffaire van een middelbare man met een zeer jong meisje’, stond er in de petitie, die was opgesteld door de diaken van de First Baptist Church. Hij pleitte ervoor de plaatsnaam te veranderen in Jackson. Uiteindelijk besloten de trotse inwoners van Lolita de storm over zich heen te laten waaien, in de hoop dat de roman snel vergeten zou zijn.

Dat was een illusie. ‘Lolita is famous, not I’, zei Nabokov in een van de vele interviews met hem nadat zijn roman een succès de scandale was geworden. Dat was toen, in 1959, misschien lichtelijk koket, want de auteur zelf stond ook in het brandpunt van de belangstelling, maar uiteindelijk zou de uitspraak meer waarheid worden dan Nabokov had kunnen vermoeden. ‘Lolita’ is een eigen leven gaan leiden, de naam verwijst, zonder dat de roman nog genoemd hoeft te worden, naar ‘a young girl who has a very sexual appearance or behaves in a very sexual way’ (Cambridge English Dictionary) of korter ‘a sexually precocious young girl’ (Oxford Dictionary). Er zijn, nog steeds, Lolita Jeans voor vrouwen te koop (modellen ‘skinny’ of ‘boots’), Lolita-jurkjes en Lolita-tienerkamers (met veel roze).

De hoop van de inwoners van het Texaanse gehucht was echter niet helemaal misplaatst. De verontwaardiging over Lolita is al lang gedomesticeerd. In een artikel in The New Republic vorig jaar stelde Ira Wells zelfs dat Lolita inmiddels ‘America’s sweetheart’ is geworden. Kijk naar popsterren als Britney Spears, Miley Cyrus, Kate Perry en Lana Del Rey: ze zijn allemaal Lolita’s, met de iconografie van lolly’s, knuffelbeesten en schoolmeisjeskleren waar ze zich mee omringen. De populaire cultuur beloont volwassen vrouwen die zich als kinderen voordoen ‘for the collective erotic enjoyment that will not speak its name’. Het twaalf jaar oude slachtoffer van verkrachting uit de roman van Nabokov is, aldus Wells, ruim zestig jaar later het archetype van verleidelijke vrouwelijke seksualiteit in hedendaags Amerika.

Maar het begon dus met een schandaal. Nadat Nabokov in 1954 het manuscript van Lolita had afgerond, ging hij op zoek naar een Amerikaanse uitgever. Vier gerenommeerde uitgeverijen wezen het boek af; een uitgever liet expliciet weten dat hij bang was dat de auteur en hij zelf dan in de gevangenis zouden belanden. Zelfs zijn goede vriend Edmund Wilson, een toonaangevend criticus toentertijd, liet Nabokov in een brief weten dat hij de roman ‘repulsive’, ‘unreal’ en ‘too unpleasant to be funny’ vond – ‘I wish I could like your book better.’

Uiteindelijk vond Nabokov onderdak bij Olympia Press in Parijs, dat behalve in aanstootgevende romans van William Burroughs en Jean Genet uitblonk in pornografische werkjes met titels als Until She Screams en The Sexual Life of Robinson Crusoe. De roman verscheen stilletjes in 1955, vol zetfouten, en zou roemloos zijn vergeten als Graham Greene niet een exemplaar had bemachtigd en Lolita niet als een van de beste boeken van het jaar had bestempeld in The Sunday Times. Het duurde nog een paar jaar, tot 1958, voordat de roman in Engeland en Amerika zou uitkomen. Uitgevers vreesden juridische actie, de Olympia Press-editie was ook verboden door de Britse autoriteiten en het Britse parlement debatteerde er al over.

Sinds de publicatie van Ulysses in 1933 had geen literaire roman zo veel morele verontwaardiging opgeroepen. De Amerikaanse critici buitelden over elkaar heen in hun ontstemdheid. Ze vonden Lolita huiveringwekkend, een werk met een bedenkelijk thema, voorbij de grens van de goede smaak, verderfelijk. The New York Times opende de recensie met: ‘Lolita, then, is undeniable news in the world of books. Unfortunately, it is bad news.’ Het boek was ‘dull, dull, dull’ op een pretentieuze manier, en het was ‘repulsive’. Het gevolg van al die kwalificaties was wel dat in een week honderdduizend exemplaren van de roman werden verkocht.

Het blijft iets verwonderlijks houden dat Vladimir Nabokov zoveel beschaafde lezers op de kast joeg. Hij was een buitengewoon beschaafde, erudiete misschien zelfs precieuze auteur, als hoogleraar Russische en Europese letterkunde verbonden aan Cornell University, die zijn lezers graag uitdaagde, maar dan niet met schuttingwoorden of expliciete seksuele beschrijvingen – die zijn in Lolita ook niet te vinden – maar met duizelingwekkende literaire kunstgrepen. Toen hij Lolita schreef, had hij ook al elf uitzonderlijke romans gepubliceerd in drie verschillende talen, een autobiografie, een studie over Gogol, en een hele reeks verhalen, gedichten en vertalingen. Hij was als aristocraat in Rusland geboren, in 1899, waar hij op zijn vijftiende al gedichten in eigen beheer had uitgegeven. Tijdens de Russische Revolutie week hij uit naar Engeland, waar hij in Cambridge ging studeren, en later naar Berlijn. Hij schreef toen in het Russisch. In 1937 vluchtte hij opnieuw, ditmaal voor de nazi’s, naar Parijs, waar hij zich aan schrijven in het Frans waagde, om in 1940 de boot te nemen naar Amerika en daar uit te groeien tot een Amerikaans schrijver.

‘We betreuren het feit dat onze stad nu verbonden is met de titel van een vies, met seks gevuld boek’

Natuurlijk wist Nabokov dat hij met de ‘bekentenissen van een blanke weduwnaar’ gevaarlijk terrein betrad. Niet voor niets noemde hij het zijn ‘moeilijkste boek’, omdat het thema zo ver van zijn eigen emotionele leven af stond – ‘I am a normal man, you see.’ Dat is Humbert Humbert, de ik-verteller van Lolita, niet. Net als Nabokov zelf is hij een ontwikkelde Europeaan, een letterkundige, die in de Verenigde Staten terechtkomt. Maar door een ongelukkig verlopen jeugdliefde is hij behept met een obsessie voor pre-puberale meisjes, ‘nimphets’ zoals hij ze noemt.

Het verhaal van Lolita is snel verteld. In Amerika huurt Humbert Humbert in Ramsdale, New England een kamer bij de weduwe Charlotte Haze, die een betoverende twaalfjarige dochter heeft: Dolores, Dolly, Lo, Lolita. Humbert trouwt met de moeder om dicht bij de dochter te kunnen zijn. Charlotte loopt onder een auto en sterft en hij ontfermt zich over Lolita, met wie hij al snel een liefdesrelatie krijgt. Om niet betrapt te worden doorkruist hij met haar Amerika, van motel naar motel. Uiteindelijk vestigen ze zich in Beardsley, waar zij naar school gaat. Humberts geluk is geen lange duur beschoren. Lolita wordt ontvoerd door Clare Quilty, een toneelregisseur met wie ze op school heeft samengewerkt. Weer reist Humbert onvermoeibaar door het hele land, nu op zoek naar zijn ‘nimfijn’. Hij vermoordt Quilty. Zijn bekentenissen schrijft hij in de gevangenis, wachtend op het oordeel van de rechter.

Maar om het verhaal gaat het niet, zeker niet volgens Nabokov zelf, die in zijn nawoord ‘On a Book Entitled “Lolita”’, dat in latere drukken werd opgenomen, benadrukte dat het hem om de ‘aesthetic bliss’ te doen was. De roman is ook vergeven van het literaire spel waar hij zo dol op was, van de dubbelingen en symmetrieën, woordvondsten en citaten. Het begint al met het fictieve voorwoord van dr. John Ray jr., die Humbert Humbert als een psychiatrisch geval neerzet, ‘een lichtend voorbeeld van morele melaatsheid’. Mocht de lezer dat voorwoord niet meteen als parodie interpreteren, dan wordt hij er wel in het nawoord aan herinnerd dat Nabokov in een vete met ‘het freudiaanse voodooïsme’ is verwikkeld.

Vladimir Nabokov, 1971

Het punt is juist dat Nabokov je verleidt, door de ik-vorm van de bekentenissen, mee te gaan in het perspectief van de welbespraakte Humbert Humbert, met zijn hartstocht en zijn zelfrechtvaardigingen. In zijn nawoord schrijft Nabokov dat een van de inspiratiebronnen voor Lolita een krantenartikel was over een aap in de Jardin des Plantes, die na maanden inspanning van een geleerde het eerste dier werd dat ooit een houtskooltekening had gemaakt. Op de schets zag je de tralies van de kooi waar het arme beest in zat. Zo is het precies met het perspectief in de roman. Humbert Humbert is het toonbeeld van een onbetrouwbare verteller, als lezer zie je zijn tralies en je bent geneigd die voor de werkelijkheid aan te nemen.

Voor Nabokov had Lolita niet zozeer met de werkelijkheid te maken, al wilde hij ook wel weer de lezer in de illusie laten. Als de roman iets was, dan het relaas van zijn liaison met de Engelse taal. Het plezier van het formuleren spat van de pagina’s. Zie alleen al de beroemde openingszinnen: ‘Lolita, light of my life, fire of my loins. My sin, my soul. Lo-lee-ta: the tip of the tongue taking a trip of three steps down the palate to tap, at three, on the teeth. Lo. Lee. Ta.’ (In de vertaling van Rien Verhoef: ‘Lolita, mijn levenslicht, mijn lendevuur. Mijn zonde, mijn ziel. Lo-lie-ta: de tongpunt daalt drie treden het verhemelte af en tikt bij drie tegen de tanden. Lo. Lie. Ta.’)

Nabokov mocht dan de spot drijven met lectoren die Lolita interpreteerden als ‘Oud Europa verleidt jong Amerika’ of omgekeerd als ‘Jong Amerika verleidt oud Europa’, maar natuurlijk is er in de loop der decennia een bibliotheek vol duidingen van de roman bij elkaar geschreven. Dat kan ook haast niet anders bij het pedoseksuele thema dat centraal staat in het boek, en dat qua aanstootgevendheid alleen maar aan kracht heeft gewonnen, nu pedofilie het ultieme kwaad is. Aan Amerikaanse scholen en universiteiten worden dan ook de ‘trigger warnings’ op Nabokovs klassieker geplakt. Pas op! Dit is een roman over een gewelddadige perverseling en de systematische verkrachting van een jong meisje!

In veel van Nabokovs romans draait het om een obsessie, vaak ook een obsessie met tijd. In zijn autobiografie Speak, Memory muntte hij het mooie begrip ‘chronophobia’, de angst voor het verstrijken van de tijd. De obsessie van Humbert Humbert heeft daar alles mee te maken: de nimfijnen van negen tot dertien worden onvermijdelijk ouder. De honingkleurige schouders, beginnende borstjes en sprinkhaandijen verdwijnen als het meisje vrouw wordt. Humberts obsessie drijft de onvervulbaarheid van alle obsessies op de spits: hij houdt van iets dat niet kan blijven, dat hij daardoor nooit kan bezitten.

Hij wordt gedreven door zo’n sterk verlangen dat het nooit in hem opkomt dat zijn object van begeerte geen droom is, maar een wezen van vlees en bloed. In die zin is Lolita nog steeds een aanstootgevende roman en heeft de nimfijn niets met verleidelijke vrouwelijke seksualiteit te maken, en alles met onze projecties.