Hier laat ons de natuur een voet

– Europawaarts! – aan zee en moet

Een raam geopend.

Deze woorden laat Aleksandr Poesjkin in De bronzen ruiter rollen uit de mond van Peter de Grote. In 1703 werd onder Peters nietsontziende leiding begonnen met de bouw van Sint-Petersburg. Boven op de moerasdelta van de Neva moest de nieuwe hoofdstad van Rusland verrijzen.

De stad werd wat Poesjkin ervan maakte: Ruslands venster op Europa. Stad van handelslieden, revolutionairen en grote criminelen. Stad van kunstenaars, van Poesjkin, Brodski, Nabokov, Tsjaikovski en Dostojevski, die er gevangen zat in de Petrus-en-Paulusvesting. In de loop der eeuwen is de stad beschimpt, beweend en bewierookt. Hier brak in 1917 de Oktoberrevolutie uit. Als Leningrad werd de stad tijdens de Grote Vaderlandse Oorlog drie jaar lang belegerd en bijkans met de grond gelijk gemaakt. In 2003 zal Sint-Petersburg culturele hoofdstad van Europa zijn. In 2006 vestigt de Hermitage een filiaal aan de Amstel in Amsterdam.

Hoe vergaat het anno 2000 de tsaristen en de criminelen van Leningrad? Hoe zijn de «nieuwe rijken» en de Tsjaikovski-adepten? Waar is Leningrad gebleven, wat heeft Eros te maken met Petersburgs revolutionaire plekken, wat is het mysterie van het strategische eiland Kronstadt? En: welk deel van de ongeëvenaarde Hermitage-collectie kunnen we weldra in Nederland bewonderen? U leest het in deze speciale uitgave van De Groene Amsterdammer, die vertaald en wel ook in Sint-Petersburg verspreid zal worden. Dit nummer is mede dankzij de genereuze ondersteuning van de Stichting Wilhelmina Emilia Jansen Fonds tot stand gekomen.

Alle foto’s in deze speciale uitgave van De Groene Amsterdammer zijn van Bob Bronshoff, tenzij anders vermeld.