Klik hier om te reageren>>>

Een oud adagium wil dat goede ideeën vanzelfsprekend lijken zodra ze eenmaal zijn gelanceerd. Denk aan Einsteins speciale relativiteitstheorie, in 1905 gepresenteerd in een kort en helder artikel dat als een bom insloeg omdat het allerlei experimentele verschijnselen hielp verklaren waarmee natuurkundigen zich tot op dat moment geen raad wisten.

In de politiek ligt het tempo lager, al vinden ook daar soms doorbraken plaats die in een breed gedeelde behoefte voorzien. De oprichting van de Verenigde Naties in 1945 was zo’n doorbraak, geboren uit de mislukking van de vooroorlogse Volkenbond, de puinhopen van de Tweede Wereldoorlog en het vooruitzicht van een nieuwe, nog verwoestender confrontatie tussen de twee overgebleven grootmachten die lijnrecht tegenover elkaar stonden. De toestand smeekte om een nieuw, effectief internationaal samenwerkingsorgaan dat zo’n ramp moest helpen voorkomen.

In de nieuwe formule was dan ook een centrale rol weggelegd voor een Veiligheidsraad waarin de grootmachten permanent vertegenwoordigd waren en het recht hadden een ongewenst besluit weg te stemmen. Fundament van deze hernieuwde internationale samenwerking was de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Dat was de norm waarop de lidstaten zich in laatste instantie dienden te beroepen. En dat gebeurde ook, al was het vaak louter voor de vorm, met als gevolg dat die norm inderdaad bijna universele geldigheid verwierf.

Die diplomatieke drietrapsraket heeft de mensheid tot aan de verdwijning van de Sovjet-Unie in 1991 goede diensten bewezen. Daar staat tegenover dat de Algemene Vergadering verwerd tot een ‘zandbak voor de Derde Wereld’ (Helmut Schmidt) waar de toon werd gezet door generaals op toneelhakken, roverhoofdmannen en leiders van dubieuze ‘volksrepublieken’. Maar nu de oorspronkelijke aanleiding is weggevallen, is er van die raket niet veel over. Het enthousiasme over de lancering is weggeëbd. De brandstof is op, de bemanning is gedrost en de trappen cirkelen als ruimteafval rond de aarde.

Ook de fraaiste millenniumagenda’s kunnen niet verhullen dat de legitimiteit van de Veiligheidsraad tot nul is gedaald nu de dreiging van een wereldoorlog lijkt bezworen. Waaraan is dat te danken? Ten eerste aan het feit dat noch de Raad, noch de Algemene Vergadering de werkelijke aspiraties van de wereldbevolking belichaamt, aangezien meer dan de helft van die wereldbevolking wordt vertegenwoordigd door illegitieme regimes. Ten tweede – en dat is een even zwaarwegend probleem uit een oogpunt van internationale veiligheid – is in de plaats van de vroegere confrontaties tussen de grootmachten een andersoortig conflict gekomen: de confrontatie tussen grootmachten en kleinere staten. De Irakoorlog is het sprekendste voorbeeld hiervan.

Een verandering van de samenstelling van de Veiligheidsraad biedt geen soelaas voor het gebrek aan legitimiteit. De oorzaak daarvan is het feit dat de samenstelling en werkwijze van de VN ten diepste ondemocratisch zijn. Dat onverkwikkelijke gegeven namen we op de koop toe in een tijd dat de mensheid koste wat het kost een atoomoorlog moest zien te voorkomen. Nu die dreiging is geweken, is er geen enkele reden om instanties als een Algemene Vergadering, een VN-Mensenrechtenraad en allerlei peperdure, voornamelijk zichzelf bestendigende ‘hulporganen’ in stand te houden als daarin fascistische, communistische, theocratische en anderszins illegitieme regimes op gelijke voet met democratische regeringen deelnemen of zelfs het hoogste woord voeren.

Onlangs lanceerden daarom twee Amerikaanse denktankonderzoekers in het tijdschrift The American Interest het idee om de VN te vervangen door een ‘Concert van Democratieën’, een organisatie van democratische staten die in de loop van de tijd kan worden uitgebouwd tot een volwaardige vervanger van de Veiligheidsraad. Het is een aantrekkelijk idee en het komt op het goede moment. De Amerikanen en Britten hebben in Irak de les geleerd dat ze niet op eigen houtje aan avonturen moeten beginnen en dat ze, als het erop aankomt, alleen kunnen rekenen op de solidariteit van andere democratieën. Die andere, kleinere democratieën hebben op hun beurt geleerd dat ze zonder steun en leiding van de Verenigde Staten niet zijn opgewassen tegen serieuze veiligheidsproblemen. Denk alleen al aan de Europese ‘vredeshandhaving’ in voormalig Joegoslavië.

Als eerste stap suggereren de auteurs de vorming van een ‘D-60’, een overleggroep in de trant van de G8, maar dan op basis van het democratisch gehalte van de deelnemers. Daarvoor worden strenge normen aangelegd, hetgeen al meteen een probleem is (bijvoorbeeld met Rusland en China). Het tweede en nog grotere probleem waarmee deze groep zal worden geconfronteerd, is het gebrek aan gemeenschappelijke belangen tussen ’s werelds democratieën. Dat gebrek kwam onverbloemd tot uiting bij de verwikkelingen in de Veiligheidsraad rond de Irakoorlog en het zal ook in het kader van zo’n nieuwe organisatie niet opeens verdwijnen.

Daar staat tegenover dat de leden van de groep op basis van een ferme beginselverklaring met elkaar in gesprek zullen moeten gaan, zoniet als gelijken, dan toch als gelijkgezinden. De brandstof voor deze nieuwe diplomatieke raket zal uit de Verenigde Staten moeten komen. De Europese Unie zal op haar beurt bereid moeten zijn een groot deel van de kosten voor haar rekening te nemen. Het eerste initiatief van de groep zou moeten zijn gericht op een integrale aanpak van de problemen in het Midden-Oosten, waarbij Amerikaanse militaire macht en Europese economische macht elkaar complementeren, daarin gesteund door de spaarzame democratische regeringen in de regio. De zandbak heeft dan eindelijk het nakijken.
………………………………………………………………………………………………………………………………….

Reacties:
………………………………………………………………………………………………………………………………….
Aart Brouwer vindt een ‘Concert van Democratieën’
ter vervanging van de Veiligheidsraad, zoals gesuggereerd door twee onderzoekers in het tijdschrift The American Interest, wel een ‘aantrekkelijk idee’. Maar is het niet een beetje lastig definiëren welk land kwalificeert voor de titel ‘democratie’? Wie bepaalt dat? Wat zijn de criteria? Is Zimbabwe een democratie? Het land heeft een gekozen president, een parlement, een oppositiepartij en een handjevol onafhankelijke rechters, toch zou ik raar staan te kijken als Robert Mugabe in Brouwers Concert van Democratieën zitting neemt. Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld Ethiopië, Oeganda en Rwanda.
Uiteindelijk is destijds bij de vorming van de Verenigde Naties niet voor niets gekozen voor het

  • overigens enorm frustrerende - principe van ‘one country one vote’.

reactie donderdag 29 maart, Peter Vermaas, New York.

………………………………………………………………………………………………………………………………….

Briljant artikel!

reactie: Erik Hendrix
………………………………………………………………………………………………………………………………….

Het is wel waar dat de wereld toe is aan een nieuwe structuur voor internationale samenwerking om vrede te bewerkstelligen. Ik kan niet eens beoordelen of dit een werkbaar voorstel is en ik kan ook geen ander voorstellen.

reactie 3 april, Arie Slob