Met de demonstraties van de huisartsen is minister Hans Hoogervorst van Volksgezondheid voor het eerst gestuit in zijn pogingen de bijl te zetten in het zorgstelsel. Aangezien de hervormingen technisch zo complex zijn, is het de meeste burgers tot nu toe ontgaan wat er precies aan de hand is. Kritiek van de medische beroepsgroep sijpelde de afgelopen maanden mondjesmaat buiten de muren van de tientallen overlegrondes met de minister en de zorgverzekeraars. De Tweede Kamer nam de nieuwe Zorgverzekeringswet vorig jaar zonder veel ophef aan. Pas onder druk van de stakende huisartsen dringt door wat er met de invoering van deze wet op 1 januari 2006 gaat veranderen. Een week voor de behandeling van de wet in de Eerste Kamer, op 7 juni – een week later wordt er gestemd – liggen de plannen van Hoogervorst zwaar onder vuur.

De kritiek op de nieuwe wet wordt gedomineerd door een diep wantrouwen: de hervorming van het zorgstelsel leidt niet tot efficiëntere, kwalitatief betere en innovatieve zorg, maar is een verkapte bezuinigingsoperatie. De angst is dat de zorgverzekeraars te veel macht krijgen in de spreekkamer en de privacy van patiënten wordt aangetast. De registratie door de specialisten van de Diagnose Behandeling Combinaties (dbc’s) levert meer bureaucratie op en de marktwerking nauwelijks voordelen. Artsen moeten straks over iedere cent en ieder contract onderhandelen met de zorgverzekeraars. Zij en de patiënten zijn de dupe van dit onderhandelingsspel.

Of dit negatieve beeld terecht is of niet, het vertrouwen bij de beroepsgroep is alleen maar geslonken en de argwaan jegens de politiek toegenomen. Dit wordt niet alleen veroorzaakt door de omstreden inhoud van de nieuwe zorgwet. Vooral de stijl van Hoogervorst wekt weerstand op. Hij wordt beschouwd als bot en arrogant, als iemand die slecht of helemaal niet luistert naar argumenten en keihard over de medische beroepsgroep heen walst. De minister heeft het in ieder geval nagelaten om deze immense hervormingsoperatie, de grootste sinds de Tweede Wereldoorlog, zorgvuldig uit te leggen.

In dit klimaat wordt straks in de Eerste Kamer gestemd. Dat kan nog spannend worden, voorspellen verschillende Eerste- en Tweede-Kamerleden.

Woordvoerder gezondheidszorg Khadija Arib van de PvdA, die in de Tweede Kamer wél tegen de wet van Hoogervorst stemde: «Ik hou mijn hart vast. Als de Zorgverzekeringswet er komt, zal over een paar jaar misschien een parlementaire enquête nodig zijn. De minister is onzorgvuldig omgegaan met de voorbereidingen. Hij heeft het door de Tweede Kamer gejast omdat hij graag de geschiedenis in gaat als de grote hervormer van ons zorgstelsel. Hij is uit op macht en toont zich als minister arrogant. Aan de wet kleven te veel risico’s, de rol van zorgverzekeraars wordt te groot. Vanuit de politiek valt er straks te weinig te controleren. Ik hoop dat de Eerste Kamer haar verantwoordelijkheid neemt en de wet afkeurt.»

CDA-kamerlid Siem Buys denkt er anders over: «Ik snap niet waar het conflict met de huisartsen nog over gaat. Het gaat niet over inhoud, maar over emoties. Het is uit de hand gelopen en staat bol van valse informatiestromen vanuit de artsenorganisaties. De stakende huisartsen worden gedreven door een gevoel miskend te zijn. Dat is onterecht. Hun kritiek deel ik niet; de functie van poortwachter wordt niet uitgekleed, die is meer verankerd in de wet dan ooit tevoren. Hetzelfde geldt voor de privacy van de patiënten. Er gaan daarover wilde indianenverhalen. Maar de zorgverzekeraar heeft een acceptatieplicht; ze mogen niemand weigeren. Ik sta te popelen om, als de Eerste Kamer de wet aanneemt, aan de slag te gaan met de technische uitvoering ervan. Ik ben zelf 26 jaar huisarts geweest. Als het een slechte wet zou zijn, zou ik onmiddellijk opstappen. Maar ik ben wel kritisch over de houding van Hoogervorst. Hij is te arrogant tegenover de artsen. Zijn recente uitspraken in het interview met de Volkskrant (waarin hij onder meer zegt dat hij het liefst per decreet regeert – mf) helpen niet mee om het wantrouwen op te heffen. Nogmaals, de hele discussie staat bol van emoties.»

Grote twijfels zijn er vooral over het onderdeel van de privacy van patiënten. Artsen kunnen worden verplicht medische dossiers door te spelen aan verzekeraars, waardoor de vertrouwensrelatie in de spreekkamer wordt aangetast. Nu declareren zij een «consult», straks moeten ze precies aangeven wat de inhoud daarvan is. De vrees bestaat dat door een koppeling tussen sofinummer en een individueel dossier de verzekeraar bij de risicoselectie van een cliënt achter de schermen met de persoonlijke gegevens aan de slag kan gaan. Ook als het gaat om een levensverzekering of een hypotheek.

De twijfels komen niet alleen van artsen, die zich aangetast voelen in hun beroepsgeheim. Voorzitter van het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) Jacob Kohnstamm deed hier vorige week in Netwerk pittige uitspraken over. Hij zei dat er in de wet te weinig is geregeld voor de rechten van de patiënt: «De zorgverzekeraars zijn grote conglomeraten waar het hele hebben en houden van cliënten wordt opgeslagen. Dan bestaat de kans op misbruik. Het vertrouwen in de spreekkamer kan worden geschonden.»

Na overleg met het ministerie van Volksgezondheid is Kohnstamm inmiddels milder gestemd: «Ik ben iets voorzichtiger geworden door het voortschrijdende inzicht. In de Nederlandse wet, en ook in de Europese richtlijn, staat dat er met medische gegevens extra voorzichtig omgesprongen moet worden. Maar de wijze waarop de gegevensverwerking nu in de nieuwe wet is geformuleerd is te algemeen. De noodzakelijkheidscriteria voor het verstrekken van medische gegevens door de zorgverleners zijn niet specifiek genoeg geformuleerd. Wij willen – en de minister rekent daar ook op – dat zorgverzekeraars een duidelijke gedragscode onderschrijven, waarin de bepaling van de wet dat medische gegevens binnen dezelfde instelling niet mogen worden gebruikt voor andere doeleinden, zoals een levensverzekering of een hypotheek, nader wordt uitgewerkt.»

Een ander punt is volgens Kohnstamm het zogenoemde vereveningsprobleem: «Om uit de kosten te komen bij ongelijke risico’s zijn gegevens nodig om te zien hoe de totale spreiding is. Wij vinden dat het daarvoor niet nodig is om een landelijke databank met individuele gegevens aan te leggen. De informatie hoeft niet naar persoon traceerbaar te zijn. We willen dit zwart op wit vastleggen, want ik ben zeer huiverig voor een databank met alle medische gegevens van iedereen. Ik denk niet dat dit opzet is van het ministerie. Iedereen heeft haast, het is een lastige discussie en technisch een zeer ingewikkelde operatie. Ik constateer dat net als bij de grondwet er een groot onbehagen leeft dat zich richt tegen het liberalisme. Het debat over de zorgwet zit daar nu middenin.»

Tegen deze achtergrond zal de Eerste Kamer zich straks buigen over de stelselherziening van Hoogervorst. Hoe het politieke krachtenveld eruitziet, ligt niet vast. De PvdA zal tegen stemmen, aldus fractievoorzitter Han Noten desgevraagd: «Voor de PvdA telt het inkomensvraagstuk het zwaarst. De fiscale regeling die mensen met een laag inkomen in de kosten compenseert, is te rommelig geregeld. Ik ben bovendien bang dat een marktprikkel niet leidt tot betere en innovatieve zorg, maar alleen een grotere papierberg in de hand werkt.»

Het CDA zegt bij monde van Jos Werner «niet te willen vooruitlopen op het debat. Onze stemming zal worden bepaald door de antwoorden van de minister op onze vragen.»

Veel zal afhangen van de VVD. Binnen de partij van Hoogervorst heerst geen unanimiteit. Heleen Depuis, lid van de Eerste Kamer en voormalig hoogleraar medische ethiek, heeft zich onomwonden negatief uitgelaten. Ze heeft niet alleen kritiek op de bekende punten – de groeiende papierberg, de afnemende professionele (be)handelingsvrijheid van de arts, en een te grote inhoudelijke interventie van zorgverzekeraars – maar ook op de gebrekkige wijze waarop het departement van Hoogervorst heeft gecommuniceerd. Ze noemt dat ernstig.

VVD-fractievoorzitter Paula Swenker is voorstander, maar zegt dat ze «een hele hoop inhoudelijke vragen heeft». Ook constateert zij «een gestold wantrouwen. Ik proef dat iedereen elkaar wantrouwt: de burger de zorgverzekeraar, de arts de minister en de minister de arts. Ik ben wel ambivalent over hoe de privacy nu is geregeld. Dat moet transparanter.» Over Hoogervorst zegt ze: «Hij is érg duidelijk en zegt klip en klaar waar het op staat. Dat kan averechts uitpakken.»

Ze bestudeert op dit moment het «zestig centimeter dikke dossier» en verzucht telkens hoe complex het is. «Maar als het nu niet doorgaat, zijn we weer vijftien jaar verder. We zijn er al jaren mee bezig en de noodzaak tot hervormingen is groot. Als het wordt teruggestuurd naar de Tweede Kamer betekent dat een ramp.»

Sommige politici voorspellen dat dan niet alleen de minister zal opstappen, maar dat dan het hele kabinet voor het blok staat. Als een cruciale wet wordt weggestemd, wijst dat immers op een algeheel gebrek aan vertrouwen.