‘Hebben jullie niet van die haken?’ vroeg ik na een paar wagens. Die herinnerde ik me ineens van vroeger. Een haak met een houten handgreep waarmee je, als het hooi al een laag of zes hoog op de wagen lag, een baal omhoog kon trekken. Nee, er waren geen haken. Eén van de twee trekkers was alleen aan te krijgen door een roestige schroevendraaier in het contact te steken en ‘een beetje te wrikken’. Een bewoner van de naastgelegen zorgboerderij bestuurde doodbedaard en stilzwijgend de andere trekker. De ene hooiwagen had een doorgeroeste stalen bodemplaat.

Of ik zin had om te komen hooien in de Betuwe. Op een voormalig landgoed, waar vroeger één gezin woonde en nu een complete woongemeenschap huist. Natuurlijk had ik zin om te komen. ‘Een baal of 550.’ Minstens vier uur werk, dacht ik. Het was binnen twee uur gedaan, aangezien heel veel meer mensen zin hadden gehad om te komen. ‘Daarna bier en zwemmen in de Linge.’ Het was veel te koud om te zwemmen in de Linge en twee meisjes die er rondliepen hadden enge verhalen gehoord over ‘blauwalg’ en ‘beestjes waar je ziek van wordt’. Bier drinken kan altijd. Met eenderde van het gezelschap werd na het bier drinken en de gedane arbeid gezamenlijk gegeten, op de veranda. Worsten, maïs, spinaziesla. Andere bewoners kwamen tijdens dat eten thuis en vroegen hoe het gegaan was, en vertelden gnuivend dat het ‘aan de andere kant van de rivier’ rond vieren al was gaan regenen.

Ouderwetse gemeenschapszin, daar draait het om bij hooien: sisi en cassis drinken; iemand die van de wagen dondert en afgevoerd moet worden; natte balen apart houden; stilzwijgend, met een fles bier in de knuisten, in de verte staren, over het kale land, waarin de banden van de pers diepe sporen hebben getrokken; lachen om de regen, die je te snel af bent geweest. Een paar uur samen werken en daarna één voor één verdwijnen, als de duisternis gevallen is. Vroeger gewoon naar huis, een kilometer verderop, nu naar Utrecht, naar Den Bosch, naar Amsterdam. Naar de volgende dag, waarop het gras al weer begint te groeien. En niemand die dat ziet.