Plotseling verstijft ze en kijken haar enorme bruine staarogen de vrouw indringend aan. ‘Achter je zie ik zie een witharige dame, die zegt dat jij haar dochter bent’, declameert het medium gedragen. ‘Je moeder is klein en heeft een groot achterwerk. Ze vertelt me… een hele persoonlijke boodschap. Ze zegt dat je moet ophouden met jezelf te verwijten dat je een dikzak bent.’ Als door de bliksem getroffen kijkt de vrouw naar Altea, die haar dan vertelt dat ze een hele lieve moeder heeft. ‘Ze wil alleen maar dat je van de daken schreeuwt dat je blij bent met je lichaam.’ Snikkend van vreugde zijgt de kleine, in een over-sized jurk geklede vrouw in haar stoel ineen.
Het ongeveer honderdkoppige publiek dat twintig gulden heeft betaalt om Rosemary Altea in actie te zien, is zeer gemengd. Naast met gigantische Ankh-kruisen omhangen bejaarden zijn er ouders van jonggestorven kinderen en ook veel jongeren. De psychologiestudente Femke is op de avond af gekomen via het fenomeen ‘glaasje draaien’. Bij dit gezelligheidsspel legt men onder het schijnsel van flakkerende kaarsjes een vinger op een omgekeerd glas. Dit beantwoordt vragen door op telekinetische wijze langs scrabble-letters te schuiven.
Femke: ‘In onze studentenflat communiceren we vaak met de geest Piwob van de planeet Xarawarg. Die vertelt ons van alles over onze vriendjes en wat we moeten leren voor tentamens. Nu is mijn oma laatst gestorven. Ik heb het idee dat ze me gadeslaat en ik ben benieuwd of Rosemary haar kan zien.’ Tijdens de avond durft ze het echter niet te vragen.
HET IDEE DAT de levenden na hun dood als schimmen rondwaren, is al zeker zo oud als de bijbel (1 Samuel 28:7): ‘Zie, in Endor is er een vrouw die geesten van doden kan bezweren.’ In 1848 krijgt het geloof wereldwijde bekendheid door de Amerikaanse gezusters Fox. Deze zijn in hun boerderij te Hydesville via een systeem van klopsignalen in contact gekomen met de geest van een in hun keuken vermoorde marskramer. Nadat onder de keldervloer inderdaad wat menselijke tanden en beenderen worden opgegraven, halen de zusjes alle kranten en transformeren ze zich tot een veelbekeken theateract, compleet met wapperende witte gewaden en zwaar aangezette kohl-ogen.
Het is het sein voor een groot aantal uit de gegoede middenklasse afkomstige dames om eigen rondreizende ‘spiritistische’ shows te beginnen. Vermoedelijk om te ontsnappen aan een intens verveeld leven, claimen ze dat geesten hun hebben opgedragen om huis en haard te verlaten. Terwijl sommigen tijdens de seances in trance gruwelverhalen vertellen, raken anderen bezeten door ‘boze’ geesten die hen dwingen tot scabreus taalgebruik en het drinken van whisky.
Historici verklaren hun succes uit een reactie op het rationalistische denken uit de tweede helft van de negentiende eeuw. Sociologen zien er ook een seksuele uitlaatklep in; het publiek zou voor een deel op de seances afkomen om er elkaars handen en knieen vast te houden.
Het fenomeen leidt tot een hausse van snelgroeiende ‘spiritualistische’ kerken, waartoe in 1870 tien miljoen gelovigen behoren. Nadat overal ter wereld grootscheepse overheidsonderzoeken veel van deze vrouwen als oplichtsters hebben ontmaskerd, stopt de aanwas. In 1888 bekennen ook de inmiddels aan de drank geraakte gezusters Fox dat zij hun klopsignalen zelf fabriceren door te kraken met hun teenbotjes. Alleen Groot-Brittannie en Brazilie blijven tot op de dag van vandaag spiritistische bolwerken.
DE LAATSTE JAREN doet een lichting Britse mediums als Gaye Muir en Helen Greaves de wereldwijde belangstelling voor het spiritisme weer opleven. Rosemary Altea’s boek Stemmen van de overzijde duikt dit jaar opeens op in de bestsellerlijst van The New York Times en ook in Oibibio vliegt het over de toonbank. Altea vertelt in haar sappig geschreven boek hoe ze als kind ‘s nachts in bed al stemmen hoort mompelen en gezichten op zich ziet afkomen. Haar gewelddadige moeder bezweert haar dat ze net als haar grootmoeder zeker krankzinnig zal worden.
Om het huis uit te komen trouwt Altea met een liefdeloze man die haar en hun dochter na enkele jaren in een leeggeroofd huis achterlaat. Ze werkt in een pub, waar de kroegbaas het niet kan laten om in haar billen te knijpen. Als ze weer eens overstuur thuis zit te huilen, wil een vriendin haar wat afleiding bezorgen door haar mee te nemen naar een spiritistisch avondje.
Het is het begin van een nieuw leven. Als Altea het medium aanraakt, beginnen er 'krachtige trillingen door mijn lichaam te lopen, alsof ik een pneumatische hamer vasthield… Mijn tanden klapperden heftig en na verloop van tijd liet ik een gil horen, zo ijselijk als Indiaans krijgsgehuil, en het was alsof een betovering verbroken was.’ Altea blijkt zelf een medium te zijn. Ze verlaat de wellustige kroegbaas om haar nieuwe gave te gelde te maken.
In tegenstelling tot vroeger verspreiden Altea en haar collega’s een zuiver positieve boodschap. Volgens het moderne spiritisme waren de doden niet hologig en in opperste eenzaamheid rond op zoek naar eeuwige rust. In de schemerwereld waar ze enige tijd moeten wachten op hun volgende reincarnatie, is het juist heel prettig toeven. Vroeggestorven kinderen blijven gewoon in hun ouderlijk huis wonen, waar ze als ‘imaginaire vriendjes’ met hun broertjes en zusjes spelen en naar de televisie kijken. Later vermaken ze zich net als andere pubers door naar houseparties en de bioscoop te gaan. Met de levenden hebben ze altijd het beste voor. Als beschermengelen behoeden ze deze voor ongelukken en willen ze graag helpen met beleggingsadviezen en belastingtips. Waar geesten het alleen wel eens moeilijk mee hebben, is dat hun nabestaanden somber zijn omdat ze denken dat ze in hun graf liggen weg te rotten.
Deze opbeurende boodschap vertelt Rosemary Altea aan iedereen die een vraag stelt, aangevuld met wat oppervlakkige details over de relatie tussen de vragensteller en de geest die de vraag beantwoordt. Daarnaast doet ze ook aan healing. In Oibibio demonstreert ze dit door een kromgetrokken oud dametje op het podium te halen. ‘Een geest vertelt me dat u rugpijn heeft. Het zit zeker hier, aan de onderkant?’ Wanneer de vrouw dankbaar knikt, maakt het medium met haar handen wat wapperende gebaren, waarbij haar knokkels vreemd knappende geluiden maken. ‘Goed he! Wie belangstelling heeft: ik kan het ook op afstand. Deze astra travel kost wel veel meer energie.’ Tijdens de koffiepauze vertelt het dametje dat het helpt: ‘Ik voelde een stroom van energie door mijn lichaam trekken. Vanacht zal ik lekker slapen.’
Journaliste Lisette Thooft heeft Altea geinterviewd voor het blad Onkruit. ‘Ik was aanvankelijk heel sceptisch. Ze gedraagt zich als zo'n buitenissig trolletje. Totdat ze opmerkte dat mijn moeder blij was dat ik mijn haren had afgeknipt. Hoe kon ze weten dat mijn moeder het lange haar uit mijn hippietijd vreselijk vond? Of ze bona fide is doet er eigenlijk ook niet zo veel toe. Mensen hebben er baat bij. En zo'n seance is een stuk leuker dan de bioscoop.’
Na de koffie verklapt het medium de grootste wens van de geesten: dat de levenden wat meer van elkaar gaan houden. Daar kunnen we nu een begin mee maken door elkaar een hand en een stoot van mentale liefdesenergie te geven. Behoedzaam strengelen jonge zakenlieden en oude toverkollen hun vingers in elkaar. Een er intens ongelukkig uitziend stelletje begint huilend elkaars gezichten te strelen. Een merkwaardig gevoel van onderlinge verbondenheid neemt bezit van Oibibio. Rosemary Altea loopt ondertussen juichend het podium op en neer. ‘We scheppen een wonder! Alleen zo kan de aarde gered worden. Stel je voor wat er zou gebeuren als morgen iedereen elkaar in de tram een hand zou geven!’
Housende geesten
Het spiritisme kent een ware heropleving. Wel in moderne vorm: gestorven pubers bezoeken houseparties en medium Rosemary Altea geeft beleggingsadviezen.
DE KRISTALZAAL in het Amsterdamse esoterische centrum Oibibio baadt in een zorgvuldig gedimde gloed. Hakkelend en zwetend vraagt een vrouw raad aan het medium Rosemary Altea. ‘Laatst verscheen mijn dode moeder aan mijn bed. Ze zei: “Je moet praten. Praat!” Wat zou ze daarmee bedoelen?’ Altea kijkt haar spottend aan en zegt: ‘Weet ik veel. Next question!’ Terwijl de zaal lacht, zwiert de Engelse olijk met haar microfoon jonglerend over het podium.
www.groene.nl/1995/50