
Op het terrein van de Van Nellefabriek, op de openingsdag van kunstbeurs Art Rotterdam aldaar, stond het huis weer overeind, voorzien van een titel (Coming Home) en een omschrijving: ‘Een origineel verlaten huis uit Detroit, gered van de sloop door de kunstenaar en opnieuw gebouwd op deze plek.’ We keken naar een bouwsel van baksteen en hout dat van gaten en kieren aan elkaar hing, geen latje vrij van splinters en geen plank nog volledig in de verf – verval begint altijd in de hoeken. Een kast van een huis met alleen aan de voorzijde al tien ramen, hier nietig naast de Van Nellefabriek. Waar op het dak van dat monument trots de naam staat, droeg het huis een nummer, 20194. De buurt eromheen was verdwenen.
Oorspronkelijk was het plan dat bezoekers het huis konden binnengaan en daar onder meer persoonlijke eigendommen van de voormalige bewoners zouden aantreffen, maar om het huis in Nederland als kúnstwerk te betreden moesten er veiligheidsmaatregelen genomen worden, zoals een nooduitgang.
En dus stonden we in de stromende regen naar binnen te turen, door gaten in de muren en door tralies die voor de achterdeur waren geplaatst. Niet door de ramen, want Mendoza bedekte het huis integraal met een laag witte verf om het idee van voyeurisme te versterken. Maar stel dat de zon die dag scheen en bezoekers wel binnen mochten gaan. Ze zouden de leegte dan kunnen voelen maar in hun hoofd nog steeds de optelsom crisis + Detroit = failliet maken en verder gaan met de dag. Dat deed ik tenminste, en binnen op de beurs hingen bij Livingstone Gallery ook schilderijen van Mendoza. Intieme scènes in een woonkamer, waaronder een met een luie stoel, een schemerlamp en een toren van drie hoofden – vrouw, man, kind – opgestapeld in een wankele, tijdelijke constellatie.
Coming Home staat symbool voor een tijd (crisis) en een plaats (Detroit) die beide uit het huis-als-kunstwerk zijn vervlogen. Binnenkort mag het huis in de tuin van de prestigieuze Verbeke Foundation in België pensioneren, als een rotte kies die te laat werd getrokken in een exotisch rariteitenkabinet.
Veel subtieler huisvlijt was te zien in de stand van Jeanine Hofland, waar de Argentijnse Alek O. onder meer een compositie van oude gordijnstof maakte en een gebreid tableau van de wol van gevonden wanten. De verschoten abstracte kunstwerken vertelden een universeel verhaal, zonder sentiment anders dan de geschiedenis van het materiaal zelf, dat jarenlang geruisloos voor je ramen kan hangen en dan ineens vlekken en verkleuringen blijkt te hebben opgedaan. Niet afkomstig uit een beladen plek als Detroit, en misschien ook wel.
Coming Home: vanaf april in de Verbeke Foundation in Kemzeke, België. Alek O. exposeert t/m 26 maart bij Jeanine Hofland in Amsterdam
Beeld: Coming Home van Ryan Mendoza (Ryan Mendoza)