Het zweet staat op Kobi Tzafrirs gezicht. Het is 13.00 uur en in de Humus Bar, die in een achterafhoekje van winkelcentrum ‘M’ is gevestigd, is geen tafel onbezet. Vier maanden geleden werd hij eigenaar van de lunchroom en de zaken gaan goed. Dankzij zijn kortingsactie, waarmee hij co-existentie tussen joden en Arabieren probeert te bevorderen, was het afgelopen week nog drukker dan normaal. Het zijn vooral joodse Israëliërs die het zo’n sympathiek gebaar vinden dat ze vanuit het hele land bij Tzafrirs Humus Bar komen eten.

‘Ik heb veel positieve reacties gekregen. Vanuit Israël, maar ook van Arabieren vanuit de hele wereld krijg ik berichtjes waarin ze me bedanken. Ik ben zelfs in Japan in het nieuws geweest’, vertelt de 32-jarige Tzafrir als hij even gaat zitten. Er zijn ook joodse Israëliërs die minder enthousiast zijn, vertelt hij. ‘Ze waarschuwen me, zeggen dat ik Arabieren niet zomaar moet vertrouwen en geen mes moet geven bij het eten. Maar dat zijn echt uitzonderingen.’ Terwijl er dagelijks geweldsincidenten en aanslagen plaatsvinden in Israël en het onderlinge wantrouwen tussen joden en Arabieren toeneemt, proberen kleine initiatieven het vertrouwen – een beetje – te herstellen. De joodse gemeenschap van het noordelijke plaatsje Harish haalde de media toen ze zich hadden verenigd onder de naam Peace of Cake en koekjes en taart begonnen uit te delen aan Arabische bouwvakkers in de buurt. Een selfie van een joodse soldate en een Arabische studente die toevallig naast elkaar zaten in de bus, werd massaal gedeeld op sociale media.

‘Het wordt ook allemaal zo opgeblazen’, verzucht Tzafrir. ‘In Jeruzalem is spanning, maar hier is er eigenlijk niets aan de hand.’ ‘Hier’ is Kfar Vitkin, een kustplaatsje waar zo’n tweeduizend mensen wonen. Allemaal joden. ‘Maar in het winkelcentrum zijn wel regelmatig Arabieren’, verzekert Tzafrir. ‘De beveiligers, bijvoorbeeld.’

Voorlopig zal hij niet failliet gaan aan zijn aanbieding. Gisteren zijn er drie joods-Arabische stellen bij hem komen eten. Maar wat Tzafrir betreft blijft de kortingsregeling gewoon staan, ook als hij straks een tweede filiaal heeft. ‘In een stad als Tel Aviv kunnen er echt veel mensen gebruik van maken. Geweldig lijkt me dat.’