In Bilthoven was vrijdag de begrafenis van Marius van Beek, beeldhouwer en journalist. Hij heeft door Nederland een spoor van mooie en monumentale beelden getrokken. Stevige beelden, altijd in een gevoelig evenwicht met de stad of de natuur eromheen.
Zijn bekendste beeld is het Jan van Hoof-monument aan de Waalbrug in Nijmegen. Maar ook in Amsterdam staat een beeldengroep van zijn hand: het bezinningsmonument in Amsterdam-Noord, waar Monnickendammerweg, Purmerweg en Volendammerweg samenkomen. Het staat er al bijna twintig jaar, ter nagedachtenis aan de in de oorlogsjaren 1940-1945 omgekomen verzetsstrijders uit Amsterdam-Noord. Elk jaar op 4 mei is er een Stille Tocht naar dat monument, wordt er gesproken en worden er bloemen neergelegd. Het monument staat er alsof het er altijd al gestaan heeft. En dat is met meer van Van Beeks beelden het geval.
In de kerk in Bilthoven klonk een lied van Victor Jara, de Chileense zanger die vrijheidsliederen zong, immens populair was, en vermoord werd bij de militaire coup in Chili.
De Tweede Wereldoorlog hier in Nederland was een keerpunt in Van Beeks leven. Hij had zich aangesloten bij het verzet, en was betrokken bij de moordaanslag op de Duitse generaal Seyffardt in Den Haag in februari 1943. Hij werd bij verstek ter dood veroordeeld maar niet gepakt.
Alles was groot aan Marius van Beek: zijn beelden, de brokken steen die hij gebruikte, zijn stem, atelier, kindertal en zijn vriendenkring.
Marius van Beek was docent aan de School voor Journalistiek in Utrecht en aan de Akademie voor Kunst en Vormgeving in Den Bosch. Een zeer veelzijdig kunstenaar, maar bovenal een zeer ambachtelijke steenhouwer, die zijn emoties in het steen kwijt kon. Gedurende een moeilijke periode schreef hij eens: «(…) Ik ben zeer eenzaam nu, maar ik kom er doorheen, omdat ik nieuwe stenen moet bezielen.»