Sandra Ávila Beltrán werd in september 2007 gearresteerd, omdat zij de liaison tussen de Colombiaanse en Mexicaanse drugskartels zou zijn. Eind 2010 werd ze vrijgesproken, maar ze bleef vastzitten zolang de Amerikanen haar opeisten. De 48-jarige Ávila is de mooiste en beroemdste vrouw in de wereld van de kartels, een van de weinige vrouwen die het hebben gemaakt in de machowereld van de capo’s. Bovendien heeft haar leven alle trekken van een telenovela, een soap. Daaraan dankt zij ook haar bijnaam De Koningin van de Pacific, naar analogie van de hit De Koningin van het Zuiden.

Maar ze is ook een heel ongemakkelijke gevangene voor de autoriteiten om de simpele reden dat ze te veel weet. ‘Als ik naar links kijk zie ik de narco’s’, zei ze ooit in een interview. ‘Als ik naar rechts kijk zie ik de autoriteiten. En als ik voor me uit kijk zie ik ze samen.’ La Reina del Pacífico weet waar ze over praat, want ze had en heeft zeer persoonlijke relaties in zowel de onderwereld als in de hoogste politieke kringen.

Sandra groeide op in een schatrijke familie die van oudsher in de business zat. Haar moeder was een nicht van Miguel Ángel Félix Gallardo, de Mexicaanse godfather van de jaren tachtig, en deelde haar achternaam met twee van de clans die al decennia in de drugs kapitalen vergaren: Beltrán Félix en Beltran Leyva. Er is geen drugscapo die Sandra niet persoonlijk kent. Ze trouwde eerst met een politiecommandant, de hoogste in de staat Durango. Die werd vermoord. Haar tweede echtgenoot was een hoge militair die een ‘transportbedrijf’ had. Ook hij werd vermoord. Bij haar arrestatie in 2007 had ze een nieuwe vriend, de Colombiaanse capo Juan Diego Espinoza, die ook gepakt werd.

De Koningin van de Pacific heeft altijd volgehouden dat president Calderón haar gebruikt als bliksemafleider voor zijn mislukte oorlog. Het ministerie van Buitenlandse Zaken beslist over de uitlevering, naar verwachting nog voor de verkiezingen van 1 juli om de regerings­kandidate een steuntje in de rug te geven.