Met een tang voor het opspannen van linnen opent Hans Broek (42) een van de flesjes Stella Artois. Hij draagt een vers gestreken lichtblauw overhemd en een smetteloos witte zomerbroek. Met zijn goedverzorgde uiterlijk en schone handen ziet hij er meer uit als iemand met een kantoorbaan bij een bank of accountantskantoor dan als een kunstenaar.
Sinds hij twee jaar geleden naar New York is verhuisd, vertelt Broek, heeft hij ‘als een Columbus onbekende continenten’ in zichzelf ontdekt. Deze ‘bron’ die Broek in zichzelf aanboorde, leidde niet alleen tot een andere manier van werken, maar ook tot een uitzonderlijke productiviteit. De tientallen doeken die hij in de afgelopen maanden maakte, staan langs de kale muren van bruin baksteen, klaar voor transport naar zijn galeries in Amsterdam, Haarlem en New York.
Broek laat ze zien en noemt de titels: Kill that Bastard Actaeon, Party, Dance, Flay that Sucker Marsyas, Hooker, Politics, Sex, Male Gaze, Dance, Liberty or Kill that Murderous Bunch. Er zijn werken naar originelen van Titiaan. Er zijn portretten van actrices uit films van David Lynch: van Pamela Gidley uit de tv-serie Twin Peaks, van Isabella Rosselini zoals te zien in Wild at Heart. Ook komen de keizers Caesar en Augustus voorbij, geschilderd naar antieke sculpturen. We zien koningen en soldaten, jachttaferelen, seksueel getinte scènes met vrouwen die in een fel licht ontkleed op tafels liggen, omringd door de donkere silhouetten van toeschouwers.
De manier van schilderen is vrij – bijna nonchalant – met een duidelijk zichtbare toets, vegen, spetters. Sommige werken lijken niet verder dan het stadium van de onderschildering. Andere zijn volledig uitgewerkt en gedetailleerd. Wat de doeken gemeen hebben, is de vaart en levendigheid waarmee ze zijn gemaakt. Met vlotte streken definieert Broek bijna achteloos vlakken en contouren, licht en schaduw. Veel van de doeken zijn monochroom waarbij het warme bruin van gebrande siena domineert. Door zijn techniek en kleurgebruik is er op het eerste gezicht een verwantschap met figuratieve expressionisten uit het begin van de vorige eeuw. Bij nadere beschouwing blijkt Broek toch echt een kind van zijn tijd, juist door de manier waarop hij beelden uit films, klassieke oudheid en schilderkunst opnieuw gebruikt.
Je werkte jarenlang in een strak, gestileerd idioom. Met succes. Vanwaar de koerswijziging?
Hans Broek: ‘Die verandering valt samen met mijn vertrek naar New York, twee jaar geleden. Er is niets zo gezond als vertrekken. Het is bevrijdend om alles achter je te laten en op een andere plek opnieuw te beginnen. Het maakt het makkelijker om nieuwe dingen te doen. In Los Angeles was ik eindeloos aan het poetsen en schuren en perfectioneren. Ik had het gevoel dat het leven uit m’n schilderijen begon te verdwijnen. Ik was bang dat ik op het eind alleen maar vorm zou overhouden. Een doek is nu klaar als ik zelf verrast word door de kracht ervan. Het is natuurlijk altijd mogelijk dat ik nog bepaalde ideeën heb en daarom doorga. Maar ik wil dat een schilderij de directheid van een schets heeft, dat het een bepaalde ruwheid, onreinheid heeft. Ik hou van een zekere mate van klungeligheid. We vinden onszelf tegenwoordig zo perfect en “in control” met onze computers en elektronica, wetenschap, mooie auto’s, maar eigenlijk zijn we nog steeds heel klungelige wezens die niet goed met elkaar kunnen omgaan, of het allemaal verkloten zonder dat we het weten. Ik wil dat aspect in mijn werk terugzien.’
In je nieuwe werk gebruik je veel beelden uit films en schilderijen van oude meesters.
‘Ik fotografeer de beelden die ik in boeken, films of musea zie. Dat is het begin, en op basis daarvan maak ik een schilderij. Het gaat er niet om zo’n beeld nauwgezet te kopiëren. Het gaat om aspecten in het schilderij die ik graag opnieuw wil beleven. Het onderwerp van het origineel kan veranderen in het schilderij dat ik maak. Dus als ik een beeld kies uit een film, hoeft dat niet te betekenen dat het schilderij over die film gaat. Ik eigen me zo’n beeld toe en geef het een nieuwe betekenis, die buiten de context en het onderwerp van de film bestaat.’
Hoe kies je de beelden waarmee je werkt?
‘Ik kies beelden uit waarvan ik vind dat ze een voor mij belangrijke metafoor bevatten. Ik zoek naar een onderstroom in ons menselijke bestaan. Ik ben geïnteresseerd in verhalen die altijd terugkomen en steeds opnieuw verteld moeten worden, steeds opnieuw moeten worden uitgespeeld in verschillende vormen en situaties met telkens andere mensen. Romeo en Julia is bijvoorbeeld allereerst een verhaal van William Shakespeare, maar het is ook een verhaal dat je elke dag meemaakt. Twee lovers die om de een of andere reden niet bij elkaar kunnen komen, het wordt een drama en uiteindelijk loopt het mis. Er zijn veel van dit soort archetypische verhalen en archetypische energieën zoals jaloezie, wraak en ijdelheid. Dat soort zaken komt steeds weer terug en ik vind dat fascinerend, vooral de interactie tussen de mensen in deze verhalen.’
Kill that Bastard Actaeon is een werk van Broek dat op deze manier is ontstaan. In losse toetsen en sterke kleuren improviseert Broek op een werk van de Italiaanse Renaissancekunstenaar Titiaan, oorspronkelijke titel: The Death of Actaeon. Het onderwerp is gebaseerd op een verhaal uit de Metamorphoses. Daarin wordt Actaeon gedood omdat hij de godin Diana en haar maagdelijke nimfen naakt heeft gezien tijdens het baden. Diana verandert hem in een hert waarna Actaeon door zijn eigen honden wordt verscheurd.
Waar gaat ‘Kill that Bastard Actaeon’ over?
Hans Broek: ‘Eigenlijk wordt Actaeon gedood omdat hij heeft gekeken. Hij kijkt en dat is een misdaad. Ik vind dat een interessant idee. Het is ook een schilderij over wraak, en in menselijke relaties komt wraak veel voor. Ik hou ervan om contact te maken met de energie van zo’n onderwerp, hoe het voelt om die wraak opnieuw te schilderen. Een ander schilderij van mij is gebaseerd op The Rape of Lucretia, ook van Titiaan. Bij mij heet het Tarquin and Lucrece. Je ziet een man een vrouw steken met een mes, hij doodt de vrouw. Ik ben zeer geïnteresseerd in de emotie van deze handeling en het behandelen van een onderwerp met een slachtoffer en een agressor, alleen al om te onderzoeken wat een krachtige dynamiek dit kan hebben voor een schilderij.
Een andere reden dat ik van dit werk hou, is dat het een verhaal is van alle tijden, dat het steeds opnieuw plaatsvindt. Het is wel belangrijk dat het schilderij gelezen wordt als een metafoor, vanzelfsprekend wijs ik geweld tegen vrouwen volstrekt af. Iedere relatie tussen mensen is – als je het grafisch wilt uitdrukken – een soort sadomasochistische relatie. Tijdens verschillende perioden van mijn leven heb ik aan den lijve ondervonden hoe dat kan werken. De ene component in de relatie heeft macht over de andere. In mijn werk gaat het over verschillende soorten macht en kwetsbaarheid die aan het werk zijn, niet alleen tussen een man en een vrouw, maar ook in bijvoorbeeld de politiek als een onderstroom in onze cultuur.’
Hoe wil je dat je werk zich verder ontwikkelt?
‘Ik wil dat mijn werk in een vrij gebied terechtkomt waar het niet beperkt wordt door nodeloze regels. Ik wil dat het los, open en vrij is zonder dat het onduidelijk of vaag wordt. Ik wil dat mijn werk terechtkomt in een gebied waar moraliteit niet bestaat, waar het alleen maar gaat over zuiver menselijke drijfveren, het hele spectrum van extreme gewelddadigheid tot extreme lieflijkheid, waar geen goed of slecht bestaat. Ik wil dat het laat zien hoe het is om mens te zijn, in al z’n diversiteit.’
Hans Broek exposeert nog tot 15 december in Newman Popiashvili Gallery, New York en tot 22 december in Torch Gallery, Amsterdam